Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32007R1567

Verordening (EG) nr. 1567/2007 van de Commissie van 21 december 2007 tot vaststelling van de kwantitatieve grens voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose tot het einde van het verkoopseizoen 2007/2008

PB L 340 van 22.12.2007, p. 58–61 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 11/12/2010

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2007/1567/oj

22.12.2007   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 340/58


VERORDENING (EG) Nr. 1567/2007 VAN DE COMMISSIE

van 21 december 2007

tot vaststelling van de kwantitatieve grens voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose tot het einde van het verkoopseizoen 2007/2008

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (1), en met name op artikel 12, onder d),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Verordening (EG) nr. 318/2006 bevat voorschriften voor de gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker. Op grond van artikel 12, onder d), van Verordening (EG) nr. 318/2006 mag isoglucose die boven het in artikel 7 van die verordening bedoelde quotum wordt geproduceerd, slechts worden uitgevoerd binnen de nog vast te stellen kwantitatieve grens.

(2)

Voor bepaalde communautaire isoglucoseproducenten is uitvoer uit de Gemeenschap een belangrijk onderdeel van hun economische activiteiten en zij hebben ook buiten de Gemeenschap traditionele markten tot stand gebracht. Uitvoer van isoglucose naar deze markten zou ook zonder uitvoerrestituties economisch levensvatbaar kunnen zijn. Hiertoe dient een kwantitatieve grens voor buiten het quotum geproduceerde isoglucose te worden vastgesteld, zodat de betrokken communautaire producenten hun traditionele markten kunnen blijven bevoorraden.

(3)

Tot het einde van het verkoopseizoen 2007/2008, d.w.z. 30 september 2008, zou een kwantitatieve grens van 40 000 t, in droge stof, voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose naar schatting in overeenstemming zijn met de vraag van de markt.

(4)

Om een overzichtelijk beheer te garanderen, speculatie te voorkomen en efficiënte controles mogelijk te maken, moeten bepalingen voor het indienen van certificaataanvragen worden vastgesteld. Hiertoe moet gebruik worden gemaakt van de bestaande wetgevende procedures, met aanpassingen in functie van de specifieke noden van de sector.

(5)

Teneinde het risico op fraude tot een minimum te beperken en misbruik in verband met eventuele wederinvoer of het opnieuw binnenbrengen in de Gemeenschap van de betrokken isoglucose te voorkomen, moeten bepaalde landen van de westelijke Balkan worden uitgesloten van de in aanmerking komende bestemmingen voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose. Landen van het gebied waar de autoriteiten een uitvoercertificaat moeten afgeven om de oorsprong van de naar de Gemeenschap uit te voeren suiker- of isoglucoseproducten te bevestigen, dienen evenwel niet te worden uitgesloten, aangezien het risico op fraude hier kleiner is.

(6)

Met het oog op coherentie met de bepalingen inzake uitvoer in de suikersector, die zijn vastgesteld in Verordening (EG) nr. 900/2007 van de Commissie van 27 juli 2007 betreffende een permanente inschrijving voor de vaststelling van restituties bij uitvoer van witte suiker tot het einde van het verkoopseizoen 2007/2008 (2) en Verordening (EG) nr. 1060/2007 van de Commissie van 14 september 2007 met betrekking tot de opening van een permanente openbare inschrijving voor de verkoop voor uitvoer van suiker uit de voorraden van de interventiebureaus van België, Tsjechië, Ierland, Spanje, Italië, Hongarije, Slowakije en Zweden (3) dient te worden bepaald dat uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose ook voor bepaalde dichtbijgelegen bestemmingen niet is toegestaan.

(7)

Om het risico op wederinvoer in de Gemeenschap te verkleinen en meer bepaald te garanderen dat de specifieke bepalingen inzake terugkerende goederen die zijn vastgesteld in Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad van 12 oktober 1992 tot vaststelling van het communautair douanewetboek (4) en in Verordening (EEG) nr. 2454/93 van de Commissie van 2 juli 1993 houdende vaststelling van enkele bepalingen ter uitvoering van Verordening (EEG) nr. 2913/92 van de Raad tot vaststelling van het communautair douanewetboek (5), in acht worden genomen, moeten de lidstaten worden verplicht alle nodige controlemaatregelen te nemen.

(8)

Naast de bepalingen van Verordening (EG) nr. 951/2006 van de Commissie van 30 juni 2006 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 318/2006, wat betreft de handel met derde landen in de sector suiker (6) dienen in de onderhavige verordening aanvullende uitvoeringsbepalingen voor het beheer van de kwantitatieve grens te worden vastgesteld, met name met betrekking tot de voorwaarden voor het aanvragen van uitvoercertificaten.

(9)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor suiker,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Vaststelling van de kwantitatieve grens voor de uitvoer van buiten het quotum geproduceerde isoglucose

1.   Tot het einde van het verkoopseizoen 2007/2008, d.w.z. 30 september 2008, wordt de in artikel 12, onder d), van Verordening (EG) nr. 318/2006 bedoelde kwantitatieve grens vastgesteld op 40 000 t, in droge stof, voor de uitvoer, zonder restitutie, van buiten het quotum geproduceerde isoglucose van de GN-codes 1702 40 10, 1702 60 10 en 1702 90 30.

2.   Uitvoer binnen de in lid 1 vastgestelde kwantitatieve grens is toegestaan voor alle bestemmingen, behalve:

a)

derde landen: Andorra, Albanië, Bosnië en Herzegovina, de voormalige Joegoslavische Republiek Macedonië, de Heilige Stoel (Vaticaanstad), Liechtenstein, Montenegro en San Marino;

b)

gebieden van de lidstaten die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Ceuta en Melilla, de gemeenten Livigno en Campione d’Italia, de Faeröer, Groenland, Helgoland en de gebieden van Cyprus waarover de regering van de Republiek Cyprus niet feitelijk het gezag uitoefent;

c)

Europese grondgebieden waarvan de buitenlandse betrekkingen door een lidstaat worden behartigd en die geen deel uitmaken van het douanegebied van de Gemeenschap: Gibraltar.

3.   Uitvoer van de in lid 1 bedoelde producten is slechts toegestaan indien ze aan de volgende voorwaarden voldoen:

a)

ze zijn verkregen door isomerisatie van glucose;

b)

ze hebben in droge toestand een fructosegehalte van ten minste 41 gewichtspercenten;

c)

ze hebben in droge toestand een totaal gehalte aan polysachariden en oligosachariden, met inbegrip van het gehalte aan di- of trisachariden, van ten hoogste 8,5 gewichtspercenten.

Voor isoglucose wordt het drogestofgehalte bepaald op basis van het soortelijk gewicht van de in de gewichtsverhouding 1:1 verdunde oplossing of, voor producten met een zeer hoge consistentie, door droging.

Artikel 2

Uitvoercertificaten

1.   Bij uitvoer binnen de in artikel 1, lid 1, van de onderhavige verordening vastgestelde kwantitatieve grens moet een uitvoercertificaat worden overgelegd overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EG) nr. 1291/2000 van de Commissie (7), Verordening (EG) nr. 951/2006 en artikel 19 van Verordening (EG) nr. 967/2006 van de Commissie (8), tenzij in de onderhavige verordening anders is bepaald.

2.   In afwijking van het bepaalde in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 zijn de uit het invoercertificaat voortvloeiende rechten niet overdraagbaar.

Artikel 3

Uitvoercertificaataanvragen

1.   Uitvoercertificaataanvragen met betrekking tot de in artikel 1, lid 1, van deze verordening vastgestelde kwantitatieve grens mogen slechts worden ingediend door isoglucoseproducenten die zijn erkend overeenkomstig artikel 17 van Verordening (EG) nr. 318/2006 en aan wie overeenkomstig artikel 7 van die verordening een isoglucosequotum is toegekend voor het verkoopseizoen 2007/2008.

2.   De uitvoercertificaataanvragen worden ingediend bij de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waarin aan de aanvrager een isoglucosequotum is toegekend.

3.   De uitvoercertificaataanvragen worden elke week ingediend, van maandag tot en met vrijdag, vanaf de datum van inwerkingtreding van deze verordening totdat de afgifte van de certificaten wordt geschorst overeenkomstig artikel 8.

4.   Aanvragers mogen slechts een aanvraag per in lid 3 bedoelde week indienen.

5.   Per uitvoercertificaat mag de aangevraagde hoeveelheid niet meer dan 5 000 t bedragen.

6.   De aanvraag gaat vergezeld van het bewijs dat de in artikel 4 bedoelde zekerheid is gesteld.

7.   De uitvoercertificaataanvraag en het certificaat bevatten in vak 20 de volgende vermelding:

„buiten het quotum geproduceerde isoglucose, bestemd voor uitvoer zonder restitutie”.

Artikel 4

Zekerheid met betrekking tot het uitvoercertificaat

1.   In afwijking van artikel 12, lid 1, onder b), vierde streepje, van Verordening (EG) nr. 951/2006 stelt de aanvrager een zekerheid van 110 EUR per ton nettogewicht aan droge stof voor isoglucose.

2.   De in lid 1 bedoelde zekerheid wordt, naar keuze van de aanvrager, gesteld in contanten of in de vorm van een zekerheid van een instelling die voldoet aan de criteria die zijn vastgesteld door de lidstaat waar de certificaataanvraag wordt ingediend.

3.   De in lid 1 van dit artikel bedoelde zekerheid wordt overeenkomstig het bepaalde in artikel 35 van Verordening (EG) nr. 1291/2000 vrijgegeven:

a)

voor de hoeveelheid waarvoor de aanvrager de uit de overeenkomstig artikel 6 van de onderhavige verordening afgegeven certificaten voortvloeiende verplichting tot uitvoer is nagekomen in de zin van artikel 31, onder b), en artikel 32, lid 1, onder b), i), van Verordening (EG) nr. 1291/2000; en

b)

voor de hoeveelheid isoglucose waarvoor de aanvrager ten genoegen van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat waar het uitvoercertificaat is afgegeven, het bewijs heeft geleverd dat de douaneformaliteiten voor invoer zijn vervuld in de zin van artikel 16 van Verordening (EG) nr. 800/1999 van de Commissie (9).

4.   De in lid 3 bedoelde bewijzen worden ingediend binnen twaalf maanden na de datum waarop de aangifte ten uitvoer wordt aanvaard.

Artikel 5

Mededeling van de lidstaten

1.   De lidstaten stellen de Commissie uiterlijk op de eerste werkdag van elke week in kennis van de hoeveelheden isoglucose waarvoor in de voorgaande week uitvoercertificaataanvragen zijn ingediend.

De aangevraagde hoeveelheden worden uitgesplitst naar GN-code (met acht cijfers). Indien geen uitvoercertificaataanvragen zijn ingediend, stellen de lidstaten de Commissie daarvan eveneens in kennis.

Dit lid is slechts van toepassing op lidstaten waarvoor voor het verkoopseizoen 2007/2008 een isoglucosequotum is vastgesteld in bijlage III en/of punt II van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

2.   De Commissie boekt elke week de hoeveelheden waarvoor uitvoercertificaataanvragen zijn ingediend.

Artikel 6

Afgifte en geldigheid van certificaten

1.   De certificaten worden afgegeven op de derde werkdag volgende op de in artikel 5, lid 1, bedoelde kennisgeving, in voorkomend geval rekening houdend met het door de Commissie overeenkomstig artikel 8 vastgestelde aanvaardingspercentage.

2.   De lidstaten stellen de Commissie op de eerste werkdag van elke week in kennis van de hoeveelheden isoglucose waarvoor in de voorgaande week uitvoercertificaten zijn afgegeven.

3.   Uitvoercertificaten die zijn afgegeven met inachtneming van de in artikel 1, lid 1, bedoelde kwantitatieve grens, zijn geldig tot het einde van de derde maand volgende op die van afgifte, maar uiterlijk tot en met 30 september 2008.

4.   De lidstaten boeken de hoeveelheden isoglucose die daadwerkelijk zijn uitgevoerd op grond van de uitvoercertificaten.

5.   De lidstaten stellen de Commissie vóór het einde van elke maand in kennis van de hoeveelheden isoglucose die daadwerkelijk zijn uitgevoerd in de voorgaande maand.

6.   De leden 2, 4 en 5 van dit artikel zijn slechts van toepassing op lidstaten waarvoor voor het verkoopseizoen 2007/2008 een isoglucosequotum is vastgesteld in bijlage III en/of punt II van bijlage IV bij Verordening (EG) nr. 318/2006.

Artikel 7

Wijze van mededeling

De in artikel 5, lid 1, en artikel 6, leden 2 en 5, bedoelde mededelingen gebeuren langs elektronische weg met gebruikmaking van daartoe door de Commissie aan de lidstaten verstrekte formulieren.

Artikel 8

Schorsing van de afgifte van uitvoercertificaten

Wanneer de hoeveelheden waarvoor uitvoercertificaten zijn aangevraagd, de in artikel 1, lid 1, van de onderhavige verordening voor de betrokken periode vastgestelde kwantitatieve grens overschrijden, is het bepaalde in artikel 9 van Verordening (EG) nr. 951/2006 van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9

Controles

De lidstaten nemen alle vereiste maatregelen om passende controles in te stellen die de inachtneming moeten garanderen van de specifieke bepalingen inzake terugkerende goederen die zijn vastgesteld in titel VI, hoofdstuk 2, van Verordening (EEG) nr. 2913/92 en in deel III, titel I, van Verordening (EEG) nr. 2454/93, en moeten voorkomen dat preferentiële overeenkomsten met derde landen worden omzeild.

Artikel 10

Inwerkingtreding en toepassing

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 21 december 2007.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1260/2007 (PB L 283 van 27.10.2007, blz. 1).

(2)  PB L 196 van 28.7.2007, blz. 26.

(3)  PB L 242 van 15.9.2007, blz. 8.

(4)  PB L 302 van 19.10.1992, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1791/2006 (PB L 363 van 20.12.2006, blz. 1).

(5)  PB L 253 van 11.10.1993, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 214/2007 (PB L 62 van 1.3.2007, blz. 6).

(6)  PB L 178 van 1.7.2006, blz. 24. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2031/2006 (PB L 414 van 30.12.2006, blz. 43).

(7)  PB L 152 van 24.6.2000, blz. 1.

(8)  PB L 176 van 30.6.2006, blz. 22.

(9)  PB L 102 van 17.4.1999, blz. 11.


Top