EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006D0440

2006/440/EG: Beschikking van de Raad van 1 juni 2006 houdende wijziging van bijlage 12 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 14 a bij het Gemeenschappelijk Handboek met betrekking tot de legesrechten ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van visumaanvragen

PB L 175 van 29.6.2006, p. 77–80 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 294M van 25.10.2006, p. 314–317 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2006/440/oj

29.6.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 175/77


BESCHIKKING VAN DE RAAD

van 1 juni 2006

houdende wijziging van bijlage 12 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 14 a bij het Gemeenschappelijk Handboek met betrekking tot de legesrechten ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van visumaanvragen

(2006/440/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op Verordening (EG) nr. 789/2001 van de Raad van 24 april 2001 tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures voor de behandeling van visumaanvragen (1),

Gelet op Verordening (EG) nr. 790/2001 van de Raad van 24 april 2001 tot verlening van uitvoeringsbevoegdheden aan de Raad met betrekking tot bepaalde gedetailleerde voorschriften en praktische procedures inzake de uitvoering van de controle en de bewaking aan de grenzen (2),

Gezien het initiatief van de Franse Republiek,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Bij Beschikking 2002/44/EG van de Raad van 20 december 2001 tot wijziging van deel VII van en bijlage 12 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies, alsmede van bijlage 14 a bij het Gemeenschappelijk Handboek (3) is vastgesteld dat de legesrechten die worden geheven bij een visumaanvraag moeten overeenkomen met de administratieve kosten. Derhalve moeten de Gemeenschappelijke Visuminstructies en het Gemeenschappelijk Handboek worden gewijzigd.

(2)

Bij Beschikking 2003/454/EG van de Raad van 13 juni 2003 houdende wijziging van bijlage 12 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies en van bijlage 14 a bij het Gemeenschappelijk Handboek (4) zijn de legesrechten ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van visumaanvragen vastgesteld op 35 EUR.

(3)

In overweging 2 van Beschikking 2003/454/EG is bepaald dat het gevraagde bedrag regelmatig dient te worden herzien.

(4)

Het bedrag van 35 EUR dekt niet langer de huidige kosten van de behandeling van een visumaanvraag. Bovendien dient rekening te worden gehouden met de gevolgen van de invoering van het Europese Visuminformatiesysteem (VIS) en met de opneming van biometrische gegevens voor de toepassing van dit systeem bij de behandeling van visumaanvragen.

(5)

Het huidige bedrag van 35 EUR dient derhalve te worden aangepast ter dekking van de extra kosten van de behandeling van visumaanvragen die verband houden met de invoering van biometrische gegevens en van het VIS.

(6)

Volgens Verordening (EG) nr. …/2006 van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van regels inzake klein grensverkeer aan de landbuitengrenzen van de lidstaten en tot wijziging van de bepalingen van de Schengenuitvoeringsovereenkomst (5) mag de vergunning voor klein grensverkeer kosteloos worden afgegeven.

(7)

Aanbeveling 2005/761/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot vergemakkelijking van de afgifte door de lidstaten van eenvormige visa voor kort verblijf aan onderzoekers die onderdaan zijn van een derde land en die zich met het oog op wetenschappelijk onderzoek verplaatsen in de Gemeenschap (6) strekt tot aanmoediging van legesvrije visumafgifte aan onderzoekers.

(8)

In aanvulling op de in artikel 2 van de onderhavige beschikking bedoelde uitzonderingen kunnen, met inachtneming van het algemene Gemeenschapsbeleid inzake visumfaciliteringsovereenkomsten, tussen de Europese Gemeenschap en derde landen overeenkomsten worden gesloten om de onderdanen van deze derde landen geheel of gedeeltelijk van de betaling van legesrechten vrij te stellen.

(9)

De lidstaten dienen optimaal gebruik te maken van de mogelijkheden die het Schengenacquis biedt om overeenkomstig de algemene doelstellingen van het EU-beleid de privécontacten tussen hun onderdanen en de inwoners van de naburige landen te bevorderen.

(10)

Overeenkomstig de artikelen 1 en 2 van het Protocol betreffende de positie van Denemarken, dat is gehecht aan het Verdrag betreffende de Europese Unie en het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, neemt Denemarken niet deel aan de vaststelling van deze beschikking en is het niet gebonden door of onderworpen aan de toepassing ervan. Aangezien met deze beschikking wordt beoogd voort te bouwen op het Schengenacquis krachtens de bepalingen van titel IV van het derde deel van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, beslist Denemarken op grond van artikel 5 van genoemd protocol binnen een termijn van zes maanden nadat de Raad deze beschikking heeft vastgesteld, of het deze in zijn nationale wetgeving zal omzetten.

(11)

Wat IJsland en Noorwegen betreft, vormt deze beschikking een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis als bedoeld in de door de Raad van de Europese Unie, de Republiek IJsland en het Koninkrijk Noorwegen gesloten overeenkomst inzake de wijze waarop deze twee staten worden betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis (7), die vallen onder artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG van de Raad van 17 mei 1999 inzake bepaalde toepassingsbepalingen van die overeenkomst (8).

(12)

Wat Zwitserland betreft, houdt deze beschikking een ontwikkeling in van de bepalingen van het Schengenacquis in de zin van de Overeenkomst tussen de Europese Unie, de Europese Gemeenschap en de Zwitserse Bondsstaat inzake de wijze waarop Zwitserland wordt betrokken bij de uitvoering, de toepassing en de ontwikkeling van het Schengenacquis; het gaat hierbij om de bepalingen die vallen onder het gebied waaraan wordt gerefereerd in artikel 1, punt A, van Besluit 1999/437/EG, juncto artikel 4, lid 1, van de Besluiten van de Raad van 25 oktober 2004 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie respectievelijk de Europese Gemeenschap, en de voorlopige toepassing van enkele bepalingen van die overeenkomst.

(13)

Deze beschikking vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan het Verenigd Koninkrijk niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2000/365/EG van de Raad van 29 mei 2000 betreffende het verzoek van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland te mogen deelnemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (9); het Verenigd Koninkrijk neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze beschikking en is hieraan niet gebonden, noch onderworpen aan de toepassing ervan.

(14)

Deze beschikking vormt een ontwikkeling van de bepalingen van het Schengenacquis waaraan Ierland niet deelneemt, overeenkomstig Besluit 2002/192/EG van de Raad van 28 februari 2002 betreffende het verzoek van Ierland deel te mogen nemen aan enkele van de bepalingen van het Schengenacquis (10); Ierland neemt derhalve niet deel aan de vaststelling van deze beschikking en is hieraan niet gebonden noch onderworpen aan de toepassing ervan.

(15)

Deze beschikking is een rechtshandeling die voortbouwt op het Schengenacquis of daaraan is verbonden als bedoeld in artikel 3, lid 2, van de Toetredingsakte van 2003,

HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING VASTGESTELD:

Artikel 1

De tabel in bijlage 12 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies en de tabel in bijlage 14 a bij het Gemeenschappelijk Handboek worden vervangen door de volgende tabel:

„Legesrechten ter dekking van de administratieve kosten van de behandeling van de visumaanvraag:

Soort visum

Legesrechten (in EUR)

Luchthaventransitvisum (Categorie A)

60

Transitvisum (Categorie B)

60

Visum voor kort verblijf (1 tot 90 dagen) (Categorie C)

60

Visum met territoriaal beperkte geldigheid (Categorieën B en C)

60

Aan de grens afgegeven visum (Categorieën B en C)

60

kan gratis worden afgegeven

Collectief visum (Categorieën A, B en C)

60 + 1 per persoon

Nationaal visum voor lang verblijf (Categorie D)

tarief wordt door de lidstaten vastgesteld; kan gratis worden afgegeven

Nationaal visum voor lang verblijf dat tegelijkertijd geldig is als visum voor kort verblijf (Categorieën D en C)

tarief wordt door de lidstaten vastgesteld; kan gratis worden afgegeven”.

Artikel 2

In bijlage 12 bij de Gemeenschappelijke Visuminstructies en bijlage 14 a bij het Gemeenschappelijk Handboek wordt punt II van het hoofdstuk „Beginselen” vervangen door:

„II.1.

In individuele gevallen kan, met inachtneming van de onderscheiden nationale rechtsbepalingen, gehele of gedeeltelijke ontheffing van legesrechten worden verleend, indien hiermee culturele, met de buitenlandse of ontwikkelingspolitiek verband houdende of andere doeleinden van wezenlijk openbaar belang worden gediend, dan wel op humanitaire gronden.

II.2.

Van betaling van legesrechten zijn vrijgesteld visumaanvragers die tot een van de volgende categorieën behoren:

kinderen jonger dan zes jaar;

scholieren, studenten, al dan niet op postdoctoraal niveau, en hen begeleidende leraren die zich verplaatsen voor studie of opleiding, en

onderzoekers uit derde landen die zich binnen de Gemeenschap verplaatsen voor het verrichten van wetenschappelijk onderzoek in de zin van Aanbeveling 2005/761/EG van het Europees Parlement en de Raad van 28 september 2005 tot vergemakkelijking van de afgifte van eenvormige visa voor een verblijf van korte duur aan onderzoekers die onderdaan zijn van een derde land en die zich met het oog op wetenschappelijk onderzoek verplaatsen in de Gemeenschap (11).

II.3.

Een gehele of gedeeltelijke ontheffing van legesrechten ten behoeve van onderdanen van een derde land kan eveneens voortvloeien uit een overeenkomst die, met inachtneming van het algemene Gemeenschapsbeleid inzake visumfaciliteringsovereenkomsten, tussen de Europese Gemeenschap en het betrokken derde land is gesloten, met het oog op een soepelere afgifte van visa.

II.4.

Tot 1 januari 2008 geldt deze beschikking niet voor de betaling van legesrechten voor visa die worden aangevraagd door onderdanen van derde landen ten aanzien waarvan de Raad de Commissie voor 1 januari 2007 een onderhandelingsmandaat voor een visumfaciliteringsovereenkomst heeft verstrekt.

Artikel 3

Deze beschikking is van toepassing met ingang van 1 januari 2007.

De lidstaten mogen deze beschikking eerder dan 1 januari 2007 doch niet eerder dan 1 oktober 2006 toepassen, mits zij het secretariaat-generaal van de Raad in kennis stellen van de datum waarop zij tot toepassing in staat zijn.

Artikel 4

Deze beschikking is gericht tot de lidstaten, overeenkomstig het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Gedaan te Luxemburg, 1 juni 2006.

Voor de Raad

De voorzitster

L. PROKOP


(1)  PB L 116 van 26.4.2001, blz. 2.

(2)  PB L 116 van 26.4.2001, blz. 5.

(3)  PB L 20 van 23.1.2002, blz. 5.

(4)  PB L 152 van 20.6.2003, blz. 82.

(5)  Nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad.

(6)  PB L 289 van 3.11.2005, blz. 23.

(7)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 36.

(8)  PB L 176 van 10.7.1999, blz. 31.

(9)  PB L 131 van 1.6.2000, blz. 43.

(10)  PB L 64 van 7.3.2002, blz. 20.

(11)  PB L 289 van 3.11.2005, blz. 23.”.


VERKLARING VAN DE RAAD EN DE COMMISSIE

De Raad en de Commissie merken op dat facilitering van de visumverlening, dat is het vereenvoudigen van de procedures voor het verstrekken van visa aan de inwoners van derde landen die onder de visumplicht vallen, verdere kansen kan bieden om de contacten tussen de EU en de naburige landen te bevorderen, onder andere door bepaalde categorieën onderdanen van derde landen geheel of gedeeltelijk ontheffing van legesrechten te verlenen.

De Raad en de Commissie wijzen er eveneens op dat de gemeenschappelijke aanpak van de visumfacilitering de mogelijkheid creëert om, aan de hand van een individuele beoordeling van de betrokken landen, met derde landen onderhandelingen over de facilitering van de visumverlening te openen, rekening houdend met het geheel van de betrekkingen tussen de Europese Unie en de kandidaat-lidstaten, de landen met een Europees perspectief, de landen die onder het Europese Nabuurschapsbeleid vallen en de strategische partnerlanden.

De Raad en de Commissie bevestigen hun steun voor de totstandkoming van visumfaciliteringsovereenkomsten met derde landen met inachtneming van de procedures en overwegingen in de gemeenschappelijke aanpak van visumfacilitering, en benadrukken daarbij dat parallel hieraan overnameovereenkomsten tot stand moeten komen, die gelijktijdig met eerstgenoemde overeenkomsten in werking dienen te treden.

De Raad en de Commissie achten het gewenst dat de lidstaten in het kader van de bevordering van privécontacten met de naburige landen overeenkomstig de algemene doelstellingen van het EU-beleid, gebruikmaken van de mogelijkheden die door het Schengenacquis worden geboden, met name wanneer dergelijke privécontacten kunnen bijdragen tot versterking van de civiele maatschappij en tot de democratisering in deze landen. De Raad en de Commissie verzoeken ook de uitwerking van de nieuwe maatregelen ten aanzien van deze doelstellingen bestendig te volgen.


VERKLARING VAN DE RAAD

De Raad verzoekt de Commissie om, volgens de procedures en overwegingen als vastgesteld in de gemeenschappelijke aanpak van visumfacilitering, aan de hand van een individuele beoordeling van de betrokken landen en rekening houdend met punt II.3 van de Beginselen als vastgesteld in de onderhavige beschikking, aanbevelingen in te dienen voor onderhandelingsmandaten voor visumfaciliterings- en overnameovereenkomsten, en daarbij aan te vangen met de landen met een Europees perspectief als bedoeld in de conclusies van de Europese Raden van juni 2003 en juni 2005.


Top