EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32006R0660

Verordening (EG) nr. 660/2006 van de Commissie van 27 april 2006 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1973/2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen

PB L 116 van 29.4.2006, p. 27–35 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
PB L 312M van 22.11.2008, p. 28–36 (MT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2009

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2006/660/oj

29.4.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 116/27


VERORDENING (EG) Nr. 660/2006 VAN DE COMMISSIE

van 27 april 2006

tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1973/2004 houdende uitvoeringsbepalingen van Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad met betrekking tot de bij de titels IV en IV bis van die verordening ingestelde steunregelingen en het gebruik van braakgelegde grond voor de productie van grondstoffen

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1254/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (1), en met name op artikel 113, lid 2, artikel 145, onder c), d), d bis) en f), en artikel 155,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De lidstaten dienen de Commissie de beschikbare gegevens te verstrekken over de toepassing van de in artikel 93 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde steun voor zetmeelaardappelen en van de in titel IV, hoofdstuk 10 septies, van die verordening bedoelde steun voor telers van suikerbieten en suikerriet. Artikel 3, onder c), van Verordening (EG) nr. 1973/2004 van de Commissie (2) moet dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(2)

Artikel 90 van Verordening (EG) nr. 1782/2003, zoals gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 319/2006, voorziet in de mogelijkheid om steun voor energiegewassen toe te kennen voor oppervlakten waarvan de productie onder een contract tussen de landbouwer en een inzamelaar valt. De in Verordening (EG) nr. 1973/2004 vervatte uitvoeringsbepalingen inzake de steun voor energiegewassen moeten dienovereenkomstig worden aangepast.

(3)

In artikel 33 van Verordening (EG) nr. 1973/2004 is bepaald dat de energieproducten door op zijn hoogst een tweede verwerker moeten worden verkregen. Wat evenwel de regeling inzake het niet op voeding of vervoedering gerichte gebruik van braakgelegde grond betreft, is in artikel 156 van die verordening bepaald dat de niet voor voeding of vervoedering bestemde producten door op zijn hoogst een derde verwerker moeten worden verkregen. De ervaring, nadat de regeling voor energiegewassen gedurende twee jaar is toegepast, wijst uit dat het aanbeveling verdient de twee regelingen gelijk te trekken door ook in het kader van de regeling voor energiegewassen verkrijging door een derde verwerker mogelijk te maken. De artikelen 33, 37 en 38 van Verordening (EG) nr. 1973/2004 moeten daarom dienovereenkomstig worden aangepast.

(4)

Bepaald dient te worden welke van de uitvoeringsbepalingen inzake het geïntegreerde beheers- en controlesysteem die zijn vastgesteld bij Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerde beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (3), moeten worden toegepast ten aanzien van de bij artikel 143 ter bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 vastgestelde regeling inzake een afzonderlijke suikerbetaling.

(5)

Een van de doelstellingen van de bij Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad van 20 februari 2006 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker (4) doorgevoerde hervorming in de sector suiker is, de sector suiker van de Gemeenschap marktgerichter te maken. Daarom is het, ter vergroting van de afzetmogelijkheden voor de producten van die sector, passend om suikerbieten, aardperen en cichoreiwortels in aanmerking te laten komen voor toepassing van de regeling inzake steun voor energiegewassen en toe te staan dat suikerbieten, aardperen en cichoreiwortels voor andere doeleinden dan de productie van suiker worden geteeld op grond die kan worden gebruikt voor de activering van braakleggingstoeslagrechten.

(6)

In artikel 171 quater quaterdecies, lid 5, van Verordening (EG) nr. 1973/2004 is bepaald dat een landbouwer geen aanvraag om een voorschot op de steun voor tabak meer mag indienen zodra hij met de leveringen is begonnen. Die bepaling maakt het telers van vroege tabakssoorten onmogelijk om een voorschotaanvraag in te dienen. Daarom moet die bepaling worden geschrapt.

(7)

Overeenkomstig artikel 71, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 heeft Slovenië besloten de bedrijfstoeslagregeling toe te passen vanaf 2007. In artikel 71, lid 1, derde alinea, van die verordening is echter bepaald dat de overgangsperiode reeds op 31 december 2005 afloopt wat hop betreft. Slovenië zou daardoor verplicht zijn de bedrijfstoeslagregeling nu alleen voor de sector hop ten uitvoer te leggen en alle overige sectoren in 2007 in die regeling te integreren. Om voor Slovenië de overgang naar de bedrijfstoeslagregeling te vergemakkelijken is in artikel 48 bis, lid 11, van Verordening (EG) nr. 795/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende bepalingen voor de uitvoering van de bedrijfstoeslagregeling waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers (5) bepaald dat de vroegere hopregeling in dat land tot en met 31 december 2006 van toepassing blijft, zodat de bedrijfstoeslagregeling er voor alle betrokken sectoren in 2007 ten uitvoer kan worden gelegd. Daarom is het dienstig de bepalingen van Verordening (EG) nr. 1973/2004 gelijk te trekken met die van Verordening (EG) nr. 795/2004 en derhalve te bepalen dat de uitvoeringsbepalingen zoals vervat in Verordening (EG) nr. 609/1999 van de Commissie van 19 maart 1999 houdende nadere bepalingen betreffende de steunverlening aan hoptelers (6), in Slovenië van toepassing zijn tot en met 31 december 2006.

(8)

Overeenkomstig artikel 71, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1973/2004 heeft Spanje een wijziging van bijlage X bij die verordening met het oog op toevoeging van de probleemgebieden in de provincies A Coruña en Lugo van de autonome regio Galicië voorgesteld en heeft dit land de Commissie een gedetailleerde motivering van dat voorstel doen toekomen waaruit blijkt dat in die gebieden wordt voldaan aan de in artikel 113, lid 2, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bepaalde criteria. Gezien deze motivering, moet bijlage X bij Verordening (EG) nr. 1973/2004 worden gewijzigd om die gebieden erin op te nemen.

(9)

In bijlage II bij beschikking C(2004) 1439/3 van de Commissie van 29 april 2004 betreffende de minimumgrootte van het in aanmerking komende areaal per bedrijf, het landbouwareaal in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling en het jaarlijkse totaalbedrag voor het jaar 2004 voor Tsjechië, Estland, Cyprus, Letland, Litouwen, Hongarije, Polen en Slowakije is het in artikel 143 ter, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde landbouwareaal in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling vastgesteld. De betrokken oppervlakte voor Polen is gewijzigd bij beschikking C(2005) 4553 van de Commissie van 25 november 2005. Die oppervlakte moet ook worden aangepast in bijlage XXI bij Verordening (EG) nr. 1973/2004.

(10)

In bijlage XXI bij Verordening (EG) nr. 1973/2004 is het landbouwareaal in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling voor Slowakije vastgesteld op 1 976 000 ha. De correcte oppervlakte die in aanmerking moet worden genomen, bedraagt evenwel 1 955 000 ha zoals vastgesteld in bijlage II bij beschikking C(2004) 1439/3. Deze laatste oppervlakte dient te worden vermeld in bijlage XXI bij Verordening (EG) nr. 1973/2004.

(11)

Na verder onderzoek in Litouwen van de schatting van het in artikel 143 ter, lid 4, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde landbouwareaal in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling is het totale landbouwareaal bij beschikking C(2006) 1691 van de Commissie van 26 april 2006 verhoogd van 2 288 000 ha tot 2 574 000 ha. Bijlage XXI bij Verordening (EG) nr. 1973/2004 moet dienovereenkomstig worden aangepast.

(12)

Op de markt van de Gemeenschap zijn nieuwe tabakssoorten geïntroduceerd die moeten worden opgenomen in bijlage XXV bij Verordening (EG) nr. 1973/2004.

(13)

Verordening (EG) nr. 1973/2004 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd.

(14)

Aangezien de bij deze verordening aangebrachte wijzigingen betrekking hebben op de verkoopseizoenen vanaf 2006, dient deze verordening van toepassing te zijn met ingang van 1 januari 2006. Wat de wijziging van het landbouwareaal in het kader van de regeling inzake een enkele areaalbetaling voor Polen betreft, dient deze verordening evenwel van kracht te zijn met ingang van 2005 omdat zij leidt tot hogere betalingen aan degenen die een aanvraag in het kader van die regeling hebben ingediend.

(15)

De in deze verordening vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Comité van beheer voor rechtstreekse betalingen,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

Verordening (EG) nr. 1973/2004 wordt als volgt gewijzigd:

1)

Artikel 3, onder c), wordt vervangen door:

„c)

uiterlijk op 31 juli van het volgende jaar, in voorkomend geval na aftrek van de verlagingen van de oppervlakte overeenkomstig titel IV, hoofdstuk I, van Verordening (EG) nr. 796/2004, de uiteindelijke gegevens over:

i)

de in de onderhavige alinea, onder a), bedoelde oppervlakten of hoeveelheden waarvoor de steun voor het betrokken jaar daadwerkelijk is betaald;

ii)

wat de in artikel 93 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde steun voor zetmeelaardappelen betreft, de in zetmeelequivalent uitgedrukte hoeveelheden waarvoor de steun voor het betrokken jaar daadwerkelijk is betaald;

iii)

wat de in titel IV, hoofdstuk 10 septies, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde steun voor telers van suikerbieten en suikerriet betreft, de uit op grond van een contract geleverde suikerbieten of geleverd suikerriet verkregen hoeveelheden quotumsuiker waarvoor de steun voor het betrokken jaar daadwerkelijk is betaald.”.

2)

Aan artikel 23 wordt het volgende punt toegevoegd:

„c)

„inzamelaar”: elke ondertekenaar van een contract met een aanvrager zoals bedoeld in artikel 26 van de onderhavige verordening, welke ondertekenaar in artikel 24 van de onderhavige verordening bedoelde grondstoffen die bestemd zijn voor doeleinden zoals bedoeld in artikel 88, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1782/2003, koopt voor eigen rekening.”.

3)

Artikel 24 wordt als volgt gewijzigd:

a)

In lid 1 wordt de eerste alinea vervangen door:

„1.   Elke landbouwgrondstof mag worden geteeld op de oppervlakten die het voorwerp zijn van de in artikel 88 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde steun, op voorwaarde dat de voornaamste eindbestemming ervan bestaat in de productie van de in de tweede alinea van dat artikel bedoelde energieproducten.”.

b)

Lid 3 wordt als volgt gewijzigd:

i)

De eerste alinea wordt vervangen door:

„3.   De aanvrager levert de volledige geoogste hoeveelheid grondstof af aan de inzamelaar of de eerste verwerker, die deze hoeveelheid afneemt en garandeert dat een equivalente hoeveelheid van deze grondstof in de Gemeenschap wordt gebruikt voor de vervaardiging van één of meer van de in artikel 88, tweede alinea, van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde energieproducten.”.

ii)

De derde alinea wordt vervangen door:

„In het in de tweede alinea bedoelde geval of in het geval dat de inzamelaar een equivalente hoeveelheid van de geoogste grondstof verkoopt, stelt de eerste verwerker of de inzamelaar de bevoegde autoriteit waarbij de zekerheid is gesteld, daarvan in kennis. Wanneer die equivalente hoeveelheid wordt gebruikt in een andere lidstaat dan die waarin de grondstof is geoogst, wisselen de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaten de gegevens over die transactie uit.”.

c)

Lid 4 wordt vervangen door:

„4.   In overeenstemming met de nationale bepalingen inzake de contractuele betrekkingen kan de eerste verwerker de inzameling van de grondstof bij de landbouwer die de steun aanvraagt, delegeren aan een derde. De verwerker blijft als enige verantwoordelijk voor wat de in dit hoofdstuk bedoelde verplichtingen betreft.”.

4)

Artikel 26 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Lid 1 wordt vervangen door:

„1.   Ter staving van zijn steunaanvraag legt de aanvrager aan de bevoegde autoriteit waaronder hij ressorteert, een tussen hem en een inzamelaar of een eerste verwerker gesloten contract voor.

De lidstaten kunnen evenwel besluiten dat het contract uitsluitend tussen een aanvrager en een eerste verwerker mag worden gesloten.”.

b)

Lid 3 wordt vervangen door:

„3.   De aanvrager zorgt ervoor dat het contract op een zodanig tijdstip wordt gesloten dat de inzamelaar of de eerste verwerker binnen de in artikel 34, lid 1, bedoelde termijn een afschrift van het contract kan indienen bij de bevoegde autoriteit waaronder de inzamelaar of de eerste verwerker ressorteert.”.

5)

Artikel 29 wordt als volgt gewijzigd:

a)

De eerste alinea wordt vervangen door:

„Onverminderd artikel 27 mag de inzamelaar of de eerste verwerker de beoogde voornaamste eindbestemmingen van de grondstoffen zoals bedoeld in artikel 26, lid 2, onder f), wijzigen nadat de onder het contract vallende grondstoffen aan hem zijn afgeleverd en is voldaan aan de in artikel 31, lid 1, en artikel 34, lid 3, eerste alinea, gestelde voorwaarden.”.

b)

De derde alinea wordt vervangen door:

„De inzamelaar of de eerste verwerker stelt de bevoegde autoriteit waaronder hij ressorteert, hiervan vooraf in kennis zodat de nodige controles kunnen worden verricht.”.

6)

In artikel 31, lid 2, wordt de eerste alinea vervangen door:

„De hoeveelheid die door de aanvrager daadwerkelijk aan de inzamelaar of de eerste verwerker wordt geleverd, moet ten minste overeenkomen met de representatieve opbrengst.”.

7)

In artikel 32 wordt lid 1 als volgt gewijzigd:

a)

De inleidende woorden worden vervangen door:

„1.   De steun kan aan de aanvrager worden betaald voordat de grondstof is verwerkt. De betaling vindt echter slechts plaats indien de in het kader van dit hoofdstuk te leveren hoeveelheid grondstof aan de inzamelaar of de eerste verwerker is geleverd en indien:”.

b)

Punt b) wordt vervangen door:

„b)

overeenkomstig artikel 34, lid 1, een afschrift van het contract is ingediend bij de bevoegde autoriteit waaronder de inzamelaar of de eerste verwerker ressorteert, en aan de in artikel 24, lid 1, gestelde eisen is voldaan;”.

8)

In hoofdstuk 8 wordt de titel van afdeling 6 vervangen door:

9)

Artikel 33 wordt vervangen door:

„Artikel 33

Aantal verwerkers

De energieproducten moeten door op zijn hoogst een derde verwerker worden verkregen.”.

10)

Artikel 34 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Lid 1 wordt vervangen door:

„1.   De inzamelaar of de eerste verwerker dient bij de bevoegde autoriteit waaronder hij ressorteert, een afschrift van het contract in volgens een door de betrokken lidstaat vast te stellen tijdschema en uiterlijk op de uiterste datum waarop in die lidstaat de steunaanvraag in het betrokken jaar moet worden ingediend.

Indien de aanvrager en de inzamelaar of de eerste verwerker vóór de in artikel 27 bedoelde datum in een bepaald jaar het contract wijzigen of opzeggen, dient de inzamelaar of de eerste verwerker uiterlijk op die datum een afschrift van het gewijzigde of opgezegde contract in bij de bevoegde autoriteit waaronder hij ressorteert.”.

b)

Lid 3 wordt vervangen door:

„3.   De inzamelaar of de eerste verwerker die de door de aanvrager geleverde grondstof heeft ontvangen, stelt de bevoegde autoriteit waaronder hij ressorteert, van de ontvangen hoeveelheid grondstof in kennis met vermelding van de soort, van de naam en het adres van de contractsluitende partij die hem de grondstof heeft geleverd, van de plaats van aflevering en van de referentie van het betrokken contract, zulks binnen een door de lidstaten vast te stellen zodanige termijn dat de steun binnen de in artikel 28 van Verordening (EG) nr. 1782/2003 genoemde periode kan worden betaald.

Indien de lidstaat van de inzamelaar of de eerste verwerker een andere is dan die waar de grondstof is geteeld, stelt de bevoegde autoriteit van de inzamelaar of de eerste verwerker de bevoegde autoriteit van de aanvrager binnen 40 werkdagen te rekenen vanaf de ontvangst van de in de eerste alinea bedoelde mededeling, in kennis van de totale hoeveelheid geleverde grondstof.”.

11)

Artikel 35 wordt als volgt gewijzigd:

a)

De titel wordt vervangen door:

„Artikel 35

Inzamelaar of eerste verwerker”.

b)

De leden 1 en 2 worden vervangen door:

„1.   De inzamelaar of de eerste verwerker stelt het gehele bedrag van de in lid 2 bedoelde zekerheid bij de bevoegde autoriteit waaronder hij ressorteert, uiterlijk op de uiterste datum voor de indiening van de betalingsaanvraag in het betrokken jaar in de betrokken lidstaat.

2.   De zekerheid wordt voor elke grondstof berekend op basis van een bedrag van 60 EUR per hectare, vermenigvuldigd met de som van alle oppervlakten waarvoor door de betrokken inzamelaar of eerste verwerker een contract is ondertekend en die worden gebruikt voor de productie van de betrokken grondstof.”.

c)

Lid 4 wordt vervangen door:

„4.   De zekerheid wordt voor elke grondstof verhoudingsgewijs vrijgegeven voorzover de bevoegde autoriteit waaronder de inzamelaar of de eerste verwerker ressorteert, het bewijs heeft ontvangen dat de betrokken hoeveelheid grondstof met inachtneming van de in artikel 26, lid 2, onder f), bedoelde bestemmingen is verwerkt, waarbij zo nodig rekening wordt gehouden met elke overeenkomstig artikel 29 aangebrachte wijziging.”.

d)

Het volgende lid wordt toegevoegd:

„5.   Onverminderd lid 4 geldt dat, indien de zekerheid door de inzamelaar is gesteld, deze wordt vrijgegeven zodra de betrokken grondstof aan de eerste verwerker is geleverd, mits de bevoegde autoriteit van de inzamelaar het bewijs heeft ontvangen dat de eerste verwerker een gelijkwaardige zekerheid heeft gesteld bij zijn bevoegde autoriteit.”.

12)

In artikel 36, lid 2, worden de inleidende woorden vervangen door:

„2.   De volgende verplichtingen van de inzamelaar of de eerste verwerker vormen ondergeschikte eisen in de zin van artikel 20 van Verordening (EEG) nr. 2220/85:”.

13)

In artikel 37 wordt de eerste alinea vervangen door:

„Indien de eerste of tweede verwerker tussenproducten die het voorwerp van een contract zoals bedoeld in artikel 26 vormen, verkoopt of weggeeft aan een in een andere lidstaat gevestigde tweede of derde verwerker, gaat het product vergezeld van een overeenkomstig Verordening (EEG) nr. 2454/93 afgegeven controle-exemplaar T5.

Indien de inzamelaar onder een contract vallende grondstoffen verkoopt of weggeeft aan een in een andere lidstaat gevestigde eerste verwerker, is het bepaalde in de eerste alinea van toepassing.”.

14)

De tekst van artikel 38 wordt als volgt gewijzigd:

a)

De inleidende woorden worden vervangen door:

„Indien het controle-exemplaar T5 buiten de wil en het toedoen van de inzamelaar of de eerste verwerker niet bij het kantoor van vertrek van de met de controle belaste instantie van de lidstaat waar de inzamelaar of de eerste verwerker is gevestigd, terugkeert twee maanden na het verstrijken van de in artikel 36, lid 1, onder a), bepaalde termijn voor de verwerking van de grondstof, kunnen de volgende documenten als bewijzen ter vervanging van het controle-exemplaar T5 worden aanvaard:”.

b)

De punten b) en c) worden vervangen door:

„b)

verklaringen van de tweede en de derde verwerker waarin de eindverwerking van de grondstof tot energieproducten zoals bedoeld in artikel 88 van Verordening (EG) nr. 1782/2003, wordt bevestigd;

c)

door de tweede en de derde verwerker voor conform gewaarmerkte fotokopieën van de boekhoudbescheiden die bewijzen dat de verwerking is gebeurd.”.

15)

Artikel 39 wordt als volgt gewijzigd:

a)

Lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

i)

De eerste alinea wordt vervangen door:

„De bevoegde autoriteit van de lidstaat bepaalt de door de inzamelaar of de verwerker bij te houden registers en de bij die registratie in acht te nemen frequentie, die ten minste maandelijks moet zijn.”.

ii)

In de tweede alinea worden de inleidende woorden vervangen door:

„In het geval van een verwerker bevatten deze registers ten minste de volgende gegevens:”.

iii)

De volgende alinea wordt toegevoegd:

„In het geval van een inzamelaar bevatten deze registers ten minste de volgende gegevens:

a)

de hoeveelheden van alle met het oog op verwerking in het kader van deze regeling gekochte en verkochte grondstoffen;

b)

de naam en het adres van de eerste verwerker.”.

b)

Lid 2 wordt vervangen door:

„2.   De bevoegde autoriteit waaronder de inzamelaar of de eerste verwerker ressorteert, controleert of het ingediende contract aan de in artikel 24, lid 1, gestelde voorwaarden voldoet. Indien deze voorwaarden niet zijn vervuld, wordt de bevoegde autoriteit waaronder de aanvrager ressorteert, hiervan in kennis gesteld.”.

16)

In artikel 40 wordt lid 1 vervangen door:

„1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarin de inzamelaars zijn gevestigd, verrichten controles bij ten minste 25 % van de op hun grondgebied gevestigde inzamelaars, welke 25 % wordt geselecteerd door middel van een risicoanalyse. Deze controles omvatten fysieke controles en een onderzoek van de handelsdocumenten om zich te vergewissen van de samenhang tussen de aankopen van grondstoffen en de desbetreffende leveringen.

1bis.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten waarin de verwerkingen plaatsvinden, verrichten bij ten minste 25 % van de op hun grondgebied gevestigde verwerkers, welke 25 % wordt geselecteerd door middel van een risicoanalyse, controles op de naleving van artikel 24, lid 1. Deze controles betreffen ten minste de volgende elementen:

a)

een vergelijking van de som van de waarden van alle energieproducten met de som van de waarden van alle bij dezelfde verwerking verkregen andere producten die voor andere gebruiksdoeleinden zijn bestemd;

b)

een analyse van het productiesysteem van de verwerker, die fysieke controles en een onderzoek van de handelsdocumenten omvat, om zich, wat de verwerker betreft, te vergewissen van de samenhang tussen de leveringen van grondstoffen en de eind-, neven- en bijproducten.

Voor de in de eerste alinea, onder b), bedoelde controle baseert de bevoegde autoriteit zich vooral op de technische verwerkingscoëfficiënten voor de betrokken grondstoffen. Indien in de communautaire regelgeving dergelijke coëfficiënten met betrekking tot de uitvoer zijn opgenomen, worden die coëfficiënten gebruikt. Bij ontstentenis daarvan worden eventuele andere in de communautaire regelgeving voorkomende coëfficiënten gebruikt. In alle overige gevallen wordt de controle met name gebaseerd op de coëfficiënten die door de betrokken verwerkende industrie algemeen worden aanvaard.”.

17)

Het volgende hoofdstuk wordt ingevoegd na artikel 142:

„HOOFDSTUK 15 bis

AFZONDERLIJKE SUIKERBETALING

Artikel 142 bis

Toepassing van Verordening (EG) nr. 796/2004

Ten aanzien van de in artikel 143 ter bis van Verordening (EG) nr. 1782/2003 bedoelde afzonderlijke suikerbetaling zijn de artikelen 5, 10, 18 tot en met 22, 65, 66, 67, 70, 71 bis, 72 en 73 van Verordening (EG) nr. 796/2004 van toepassing.”.

18)

In artikel 143 wordt lid 2 vervangen door:

„2.   De teelt van suikerbieten, aardperen of cichoreiwortels op braakgelegde grond is toegestaan op voorwaarde dat:

a)

de suikerbieten niet worden gebruikt voor de productie van suiker zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 314/2002 van de Commissie (7), ook niet in de vorm van een tussen-, neven- of bijproduct;

b)

de cichoreiwortels en de aardperen niet worden onderworpen aan hydrolyse zoals gedefinieerd in Verordening (EG) nr. 314/2002, niet in ongewijzigde staat en evenmin in de vorm van een tussenproduct zoals inuline, een nevenproduct zoals oligofructose of een eventueel bijproduct.

19)

In artikel 171 quater quaterdecies, lid 5, wordt de laatste zin geschrapt.

20)

Aan artikel 172, lid 3, wordt de volgende zin toegevoegd:

„In Slovenië blijft zij ook van toepassing voor de aanvragen voor betalingen voor de oogst 2006 wat Verordening (EEG) nr. 1696/71 betreft en tot en met 31 december 2006 wat Verordening (EG) nr. 1098/98 van de Raad (8) betreft.

21)

Bijlage IX wordt als volgt gewijzigd:

a)

De alinea betreffende regel 23 wordt geschrapt.

b)

In de tabel wordt regel 23 geschrapt.

22)

In bijlage X wordt punt 3 vervangen door:

„3)

Spanje: de autonome regio’s Andalusië, Aragón, Balearen, Castilië-La-Mancha, Castilië-León, Catalonië, Extremadura, Galicië (met uitzondering van de in de provincies A Coruña en Lugo gelegen gebieden die niet als probleemgebied in de zin van Verordening (EG) nr. 1257/1999 worden aangemerkt), Madrid, Murcia, La Rioja, Comunidad Valenciana en Canarische Eilanden (9), en alle buiten deze regio’s gelegen bergstreken in de zin van artikel 18 van Verordening (EG) nr. 1257/1999.

23)

Bijlage XXI wordt als volgt gewijzigd:

a)

Het getal voor Litouwen wordt vervangen door „2 574”.

b)

Het getal voor Polen wordt vervangen door „14 337”.

c)

Het getal voor Slowakije wordt vervangen door „1 955”.

24)

In bijlage XXIII wordt het laatste streepje vervangen door:

„—

alle producten die worden genoemd in Verordening (EG) nr. 318/2006 van de Raad (10), op voorwaarde dat zij niet zijn verkregen uit suikerbieten die op braakgelegde grond zijn geteeld, en dat zij geen producten bevatten die zijn afgeleid van suikerbieten die op braakgelegde grond zijn geteeld.

25)

Bijlage XXV wordt vervangen door de tekst in de bijlage bij de onderhavige verordening.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing voor de steunaanvragen betreffende de verkoopseizoenen die ingaan op of na 1 januari 2006. Artikel 1, punt 23, onder b) en c), is evenwel van toepassing voor de steunaanvragen betreffende de verkoopseizoenen die ingaan op of na 1 januari 2005.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 27 april 2006.

Voor de Commissie

Mariann FISCHER BOEL

Lid van de Commissie


(1)  PB L 270 van 21.10.2003, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 319/2006 (PB L 58 van 28.2.2006, blz. 32).

(2)  PB L 345 van 20.11.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 263/2006 (PB L 46 van 16.2.2006, blz. 24).

(3)  PB L 141 van 30.4.2004, blz. 18. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr 659/2006 (Zie bladzijde 20 van dit Publicatieblad).

(4)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.

(5)  PB L 141 van 30.4.2004, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr 658/2006 (Zie bladzijde 14 van dit Publicatieblad).

(6)  PB L 75 van 20.3.1999, blz. 20.

(7)  PB L 50 van 21.2.2002, blz. 40.”.

(8)  PB L 157 van 30.5.1998, blz. 7.”.

(9)  De Franse overzeese departementen, Madeira, de Canarische Eilanden en de eilanden in de Egeïsche Zee worden geacht niet in deze bijlage te zijn opgenomen in het geval dat de betrokken lidstaat de facultatieve uitsluiting zoals bedoeld in artikel 70, lid 1, onder b), van Verordening (EG) nr. 1782/2003 toepast.”.

(10)  PB L 58 van 28.2.2006, blz. 1.”.


BIJLAGE

„BIJLAGE XXV

INDELING VAN DE TABAKSSOORTEN IN GROEPEN

zoals bedoeld in artikel 171 quater bis

I.   FLUE CURED TABAK

 

Virginia

 

Virginia D en hybriden daarvan

 

Bright

 

Wiślica

 

Virginia SCR IUN

 

Wiktoria

 

Wiecha

 

Wika

 

Wala

 

Wisła

 

Wilia

 

Waleria

 

Watra

 

Wanda

 

Weneda

 

Wenus

 

DH 16

 

DH 17

 

Winta

 

Weronika

II.   LIGHT AIR CURED TABAK

 

Burley

 

Badischer Burley en hybriden daarvan

 

Maryland

 

Bursan

 

Bachus

 

Bożek

 

Boruta

 

Tennessee 90

 

Baca

 

Bocheński

 

Bonus

 

NC 3

 

Tennessee 86

 

Tennessee 97

 

Bazyl

 

Bms 3

III.   DARK AIR CURED TABAK

 

Badischer Geudertheimer, Pereg, Korso

 

Paraguay en hybriden daarvan

 

Dragon Vert en hybriden daarvan

 

Philippin

 

Petit Grammont (Flobecq)

 

Semois

 

Appelterre

 

Nijkerk

 

Misionero en hybriden daarvan

 

Rio Grande en hybriden daarvan

 

Forchheimer Havanna IIc

 

Nostrano del Brenta

 

Resistente 142

 

Goyano

 

Hybriden van Geudertheimer

 

Beneventano

 

Brasile Selvaggio en vergelijkbare soorten

 

Fermented Burley

 

Havanna

 

Prezydent

 

Mieszko

 

Milenium

 

Małopolanin

 

Makar

 

Mega

IV.   FIRE CURED TABAK

 

Kentucky en hybriden daarvan

 

Moro di Cori

 

Salento

 

Kosmos

V.   SUN CURED TABAK

 

Xanthi-Yaka

 

Perustitza

 

Samsun

 

Erzegovina en vergelijkbare soorten

 

Myrodata Smyrnis, Trapezous en Phi I

 

Andere dan klassieke Kaba Koulak

 

Tsebelia

 

Mavra

VI.   BASMAS

VII.   KATERINI EN VERGELIJKBARE SOORTEN

VIII.   KLASSIEKE KABA KOULAK

 

Elassona

 

Myrodata Agrinion

 

Zichnomyrodata”


Top