Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32003L0119

    Richtlijn 2003/119/EG van de Commissie van 5 december 2003 houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde mesosulfuron, propoxycarbazon en zoxamide op te nemen als werkzame stof (Voor de EER relevante tekst)

    PB L 325 van 12.12.2003, p. 41–43 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/06/2011

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2003/119/oj

    32003L0119

    Richtlijn 2003/119/EG van de Commissie van 5 december 2003 houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde mesosulfuron, propoxycarbazon en zoxamide op te nemen als werkzame stof (Voor de EER relevante tekst)

    Publicatieblad Nr. L 325 van 12/12/2003 blz. 0041 - 0043


    Richtlijn 2003/119/EG van de Commissie

    van 5 december 2003

    houdende wijziging van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad teneinde mesosulfuron, propoxycarbazon en zoxamide op te nemen als werkzame stof

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2003/84/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 6, lid 1,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) De Franse autoriteiten hebben op 15 december 2000 overeenkomstig artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van Aventis Cropscience Frankrijk (thans Bayer CropScience) een aanvraag ontvangen voor de opneming van de werkzame stof mesosulfuron (in de vorm van mesosulfuronmethyl) in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Bij Beschikking 2001/287/EEG van de Commissie(3) is bevestigd dat het dossier "volledig" is, dat wil zeggen dat het in beginsel geacht wordt te voldoen aan de voorschriften inzake gegevens en informatie van de bijlagen II en III bij Richtlijn 91/414/EEG.

    (2) Duitsland heeft op 25 januari 2000 op grond van artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG een aanvraag ontvangen van Bayer AG (thans Bayer CropScience) inzake propoxycarbazon (in de vorm van propoxycarbazon-natrium; voormalige naam: MKH 65 61). Deze aanvraag is bij Beschikking 2000/463/EG van de Commissie(4) "volledig" verklaard.

    (3) Het Verenigd Koninkrijk heeft op 2 juni 1999 op grond van artikel 6, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG een aanvraag ontvangen van Rohm and Haas France SA (thans: Dow AgroSciences) inzake zoxamide (voormalige naam: RH-7281). Deze aanvraag is bij Beschikking 2000/540/EG(5) van de Commissie "volledig" verklaard.

    (4) De uitwerking van deze werkzame stoffen op de gezondheid van de mens en het milieueffect ervan zijn overeenkomstig het bepaalde in artikel 6, leden 2 en 4, van Richtlijn 91/414/EEG beoordeeld voor de door de kennisgevers voorgestelde toepassingen. De als rapporteur aangewezen lidstaten hebben op 12 december 2001 bij de Commissie een ontwerp-evaluatieverslag ingediend voor mesosulfuron, op 26 maart 2001 voor propoxycarbazon en op 10 augustus 2001 voor zoxamide.

    (5) Deze ontwerp-beoordelingsverslagen zijn door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid. Het onderzoek is op 3 oktober 2003 afgerond met een onderzoekverslag van de Commissie inzake mesosulfuron, propoxycarbazon en zoxamide.

    (6) Bij het onderzoek van mesosulfuron, propoxycarbazon en zoxamide zijn geen vragen of problemen aan het licht gekomen op grond waarvan het Wetenschappelijk Comité voor planten moest worden geraadpleegd.

    (7) Uit de verschillende analyses is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die de betrokken werkzame stoffen bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), en lid 3, van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, met name voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in de evaluatieverslagen van de Commissie. Mesosulfuron, propoxycarbazon en zoxamide moeten derhalve in bijlage I worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die deze werkzame stoffen bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn.

    (8) De lidstaten moeten na de opneming een redelijke termijn krijgen om de bepalingen van Richtlijn 91/414/EEG uit te voeren ten aanzien van gewasbeschermingsmiddelen die mesosulfuron, propoxycarbazon en zoxamide bevatten, en met name om bestaande voorlopige toelatingen opnieuw te bezien, en om, binnen deze termijn, bestaande voorlopige toelatingen om te zetten in volwaardige toelatingen, dan wel deze te wijzigen of in te trekken overeenkomstig het bepaalde in die richtlijn.

    (9) Richtlijn 91/414/EEG moet derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (10) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

    HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd overeenkomstig de bijlage bij deze richtlijn.

    Artikel 2

    1. De lidstaten dragen zorg voor de vaststelling en bekendmaking, uiterlijk op 30 september 2004, van de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen om aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis.

    Zij passen deze bepalingen toe met ingang van 1 oktober 2004.

    Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar deze richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

    2. De lidstaten delen de Commissie de tekst van de belangrijkste bepalingen van nationaal recht mede die zij op het onder deze richtlijn vallende gebied vaststellen.

    Artikel 3

    1. De lidstaten onderzoeken de toelating voor ieder gewasbeschermingsmiddel dat mesosulfuron, propoxycarbazon of zoxamide bevat, om ervoor te zorgen dat de in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde voorwaarden voor deze werkzame stoffen in acht zijn genomen. Indien nodig en uiterlijk op 30 september 2004 wijzigen zij de toelatingen of trekken zij deze in overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG.

    2. Elk toegelaten gewasbeschermingsmiddel dat mesosulfuron, propoxycarbazon of zoxamide als enige werkzame stof bevat, wordt opnieuw door de lidstaten beoordeeld overeenkomstig de in bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde uniforme beginselen en op basis van een dossier dat voldoet aan de in bijlage III bij die richtlijn vastgestelde eisen. Op basis van die beoordeling bepalen zij of het middel voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, onder b), c), d) en e), van Richtlijn 91/414/EEG. Indien nodig en uiterlijk op 31 augustus 2005 wijzigen zij de toelating voor dergelijke gewasbeschermingsmiddelen of trekken zij deze in.

    3. Elk gewasbeschermingsmiddel dat mesosulfuron, propoxycarbazon of zoxamide bevat samen met één of meer van de in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG opgenomen werkzame stoffen, wordt opnieuw door de lidstaten beoordeeld overeenkomstig de in bijlage VI bij die richtlijn vastgestelde uniforme beginselen en op basis van een dossier dat voldoet aan de in bijlage III bij die richtlijn vastgestelde eisen. Op basis van die beoordeling bepalen zij of het middel voldoet aan de voorwaarden van artikel 4, lid 1, onder b), c), d) en e), van Richtlijn 91/414/EEG. Indien nodig wijzigen zij de toelating voor een dergelijk gewasbeschermingsmiddel of trekken zij deze in, en wel uiterlijk op de datum die voor een dergelijke wijziging of intrekking is vastgesteld in de respectieve richtlijnen waarbij bijlage I werd gewijzigd om de desbetreffende stoffen daaraan toe te voegen. Indien in de respectieve richtlijnen verschillende termijnen zijn vastgesteld, geldt als uiterste datum de laatste daarvan.

    Artikel 4

    Deze richtlijn treedt in werking op 1 april 2004.

    Artikel 5

    Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

    Gedaan te Brussel, 5 december 2003.

    Voor de Commissie

    David Byrne

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

    (2) PB L 247 van 30.9.2003, blz. 20.

    (3) PB L 99 van 10.4.2001, blz. 9.

    (4) PB L 183 van 22.7.2000, blz. 21.

    (5) PB L 230 van 12.9.2000, blz. 14.

    BIJLAGE

    In bijlage I worden aan het einde van de tabel de volgende rijen toegevoegd

    ">RUIMTE VOOR DE TABEL>"

    Top