Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CN0474

    Zaak C-474/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Vrhovni sud Republike Hrvatske (Kroatië) op 30 september 2020 — I. D. / Z. b. d.d., Z.

    PB C 423 van 7.12.2020, p. 30–30 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    7.12.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 423/30


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Vrhovni sud Republike Hrvatske (Kroatië) op 30 september 2020 — I. D. / Z. b. d.d., Z.

    (Zaak C-474/20)

    (2020/C 423/45)

    Procestaal: Kroatisch

    Verwijzende rechter

    Vrhovni sud Republike Hrvatske

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: I. D.

    Verwerende partij: Z. b. d.d., Z.

    Prejudiciële vragen

    1)

    Moet richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (1) aldus worden uitgelegd dat de bepalingen ervan van toepassing zijn op een kredietovereenkomst die is gesloten vóór de toetreding van de Republiek Kroatië tot de Europese Unie en die betrekking heeft op een krediet dat na deze toetreding is omgezet krachtens een wet die door de Republiek Kroatië is vastgesteld na haar toetreding tot de Europese Unie, en is het Hof derhalve bevoegd om de tweede vraag te beantwoorden?

    Indien de eerste vraag bevestigend wordt beantwoord:

    2)

    Moet artikel 6, lid 1, van richtlijn 93/13/EEG betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling als de in het hoofdgeding aan de orde zijnde bijzondere wet, namelijk de ZID ZPK 2015 (Zakon o konverziji; wet op de omzetting), die enerzijds krachtens een dwingende bepaling de dienstverrichter verplicht om de consument voor te stellen een aanvullende overeenkomst bij de kredietovereenkomst te sluiten op de door deze wet voorgeschreven wijze, waarbij bepaalde contractuele bedingen die op de datum van inwerkingtreding van deze wet (beding betreffende de eenzijdige wijziging van de rentevoet) of later [wisselkoersbeding betreffende het aan de Zwitserse frank (CHF) gekoppelde krediet] bij rechterlijke beslissing nietig zijn verklaard, worden vervangen door geldige contractuele bedingen alsof de partijen bij de overeenkomst van meet af aan waren gebonden door de in de aanvullende overeenkomst vastgestelde bedingen, waardoor de geldigheid van de overeenkomst wordt gewaarborgd, en anderzijds bepaalt dat betalingen die krachtens de oneerlijke bedingen zijn verricht door een consument die vrijwillig heeft ingestemd met de sluiting van de aanvullende overeenkomst, worden gebruikt om te voldoen aan zijn verbintenissen uit hoofde van de bedingen van de geldende aanvullende overeenkomst, namelijk bij wege van een afspraak tot gebruikmaking van eventueel te veel betaalde bedragen of tot terugbetaling daarvan aan de consument indien deze bedragen hoger zijn dan het totaal van de maandelijkse termijnen van het nieuwe aflossingsschema van het krediet, waarbij dit dient te geschieden op de bij die wet vastgestelde wijze?


    (1)  Richtlijn 93/13/EEG van de Raad van 5 april 1993 betreffende oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten (PB 1993, L 95, blz. 29).


    Top