Access to European Union law
<a href="https://eur-lex.europa.eu/content/help/eurlex-content/experimental-features.html" target="_blank">More about the experimental features corner</a>
Choose the experimental features you want to try
EUR-Lex
Access to European Union law

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

You are here
Use quotation marks to search for an "exact phrase". Append an asterisk (*) to a search term to find variations of it (transp*, 32019R*). Use a question mark (?) instead of a single character in your search term to find variations of it (ca?e finds case, cane, care).
Search tips
Need more search options? Use the Advanced search

Document 62020TN0338

    Zaak T-338/20: Beroep ingesteld op 27 mei 2020 — KI / eu-LISA

    PB C 279 van 24.8.2020, p. 42–42 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.8.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 279/42

    Beroep ingesteld op 27 mei 2020 — KI / eu-LISA

    (Zaak T-338/20)

    (2020/C 279/55)

    Procestaal: Engels

    Partijen

    Verzoekende partij: KI (vertegenwoordigers: L. Levi en M. Vandenbussche, advocaten)

    Verwerende partij: Europees Agentschap voor het operationeel beheer van grootschalige IT-systemen op het gebied van vrijheid, veiligheid en recht

    Conclusies

    De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

    —

    het besluit van 15 juli 2019 om verzoeker over te plaatsen naar een andere functie nietig te verklaren;

    —

    voor zover nodig, het besluit van 17 februari 2020 tot afwijzing van haar klacht nietig te verklaren;

    —

    vergoeding te gelasten van haar op 10 000 EUR geraamde immateriële schade, en

    —

    de verwerende partij te verwijzen in alle kosten.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij vier middelen aan.

    1.

    Eerste middel, ontleend aan onrechtmatigheid van het besluit van de uitvoerend directeur van 25 juni 2019, zoals bevestigd en uitgevoerd bij het besluit van de uitvoerend directeur van 29 augustus 2019, voor zover het in strijd is met de vereisten van een eerlijke en transparante vergelijking van de verdiensten, met het non-discriminatiebeginsel, met artikel 41 van het Handvest en met het dienstbelang.

    2.

    Tweede middel, ontleend aan het feit dat het besluit tot overplaatsing kennelijk is strijd is met het dienstbelang en met het beginsel van gelijkwaardigheid van functies.

    3.

    Derde middel, ontleend aan schending van het recht om te worden gehoord, niet-nakoming van de motiveringsplicht en schending van artikel 41 van het Handvest.

    4.

    Vierde middel, ontleend aan niet-nakoming van de zorgplicht, schending van artikel 31, lid 2, van het Handvest, van artikel 1 sexies van het Statuut, van richtlijn 2003/88/EG betreffende een aantal aspecten van de organisatie van de arbeidstijd en van het non-discriminatiebeginsel.
    Top