Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62020CN0248

    Zaak C-248/20: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Högsta förvaltningsdomstol (Zweden) op 9 juni 2020 — Skatteverk / Skellefteå Industrihus Aktiebolag

    PB C 279 van 24.8.2020, p. 34–34 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    24.8.2020   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 279/34


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Högsta förvaltningsdomstol (Zweden) op 9 juni 2020 — Skatteverk / Skellefteå Industrihus Aktiebolag

    (Zaak C-248/20)

    (2020/C 279/45)

    Procestaal: Zweeds

    Verwijzende rechter

    Högsta förvaltningsdomstol

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Skatteverk

    Verwerende partij: Skellefteå Industrihus Aktiebolag

    Prejudiciële vraag

    Is het verenigbaar met de btw-richtlijn (1), met name de artikelen 137, 168, 184 tot en met 187, 189 en 192, dat een vastgoedeigenaar die heeft gekozen voor belastingheffing over de oprichting van een gebouw en die de voorbelasting over verwervingen voor het bouwproject heeft afgetrokken, onmiddellijk alle voorbelasting moet terugbetalen met rente, op grond dat niet langer een btw-plicht op hem rust doordat het bouwproject is stopgezet voordat het gebouw is voltooid, en daardoor geen verhuur tot stand is gekomen?


    (1)  Richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB 2006, L 347, blz. 1).


    Top