EUR-Lex Access to European Union law
This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CA0131
Case C-131/19 P: Judgment of the Court (Eighth Chamber) of 25 June 2020 — European Commission v CX (Appeal — Civil Service — Disciplinary proceedings — Rights of the defence — Right to be heard — Annex IX to the Staff Regulations of Officials of the European Union — Article 4 — Opportunity for the official who cannot be heard to comment in writing or to be represented — Article 22 — Hearing of the official by the Appointing Authority prior to the adoption of the disciplinary penalty — Alleged inability of the official to be heard and to make written submissions or to be represented — Assessment of medical evidence — Failure of the General Court of the European Union to reply to arguments raised at first instance)
Zaak C-131/19 P: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 25 juni 2020 — Europese Commissie / CX (Hogere voorziening – Openbare dienst – Tuchtprocedure – Rechten van de verdediging – Recht om te worden gehoord – Bijlage IX bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie – Artikel 4 – Mogelijkheid voor de ambtenaar die niet kan worden gehoord, om zijn opmerkingen schriftelijk in te dienen of zich te laten vertegenwoordigen – Artikel 22 – Horen van de ambtenaar door het tot aanstelling bevoegd gezag vóór de vaststelling van de tuchtmaatregel – Aangevoerd onvermogen van de ambtenaar om te worden gehoord en om schriftelijke opmerkingen te maken of zich te laten vertegenwoordigen – Beoordeling van het medisch bewijs – Ontbreken van antwoord van het Gerecht van de Europese Unie op de in eerste aanleg aangevoerde argumenten)
Zaak C-131/19 P: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 25 juni 2020 — Europese Commissie / CX (Hogere voorziening – Openbare dienst – Tuchtprocedure – Rechten van de verdediging – Recht om te worden gehoord – Bijlage IX bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie – Artikel 4 – Mogelijkheid voor de ambtenaar die niet kan worden gehoord, om zijn opmerkingen schriftelijk in te dienen of zich te laten vertegenwoordigen – Artikel 22 – Horen van de ambtenaar door het tot aanstelling bevoegd gezag vóór de vaststelling van de tuchtmaatregel – Aangevoerd onvermogen van de ambtenaar om te worden gehoord en om schriftelijke opmerkingen te maken of zich te laten vertegenwoordigen – Beoordeling van het medisch bewijs – Ontbreken van antwoord van het Gerecht van de Europese Unie op de in eerste aanleg aangevoerde argumenten)
PB C 279 van 24.8.2020, p. 10–10
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
24.8.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 279/10 |
Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 25 juni 2020 — Europese Commissie / CX
(Zaak C-131/19 P) (1)
(Hogere voorziening - Openbare dienst - Tuchtprocedure - Rechten van de verdediging - Recht om te worden gehoord - Bijlage IX bij het Statuut van de ambtenaren van de Europese Unie - Artikel 4 - Mogelijkheid voor de ambtenaar die niet kan worden gehoord, om zijn opmerkingen schriftelijk in te dienen of zich te laten vertegenwoordigen - Artikel 22 - Horen van de ambtenaar door het tot aanstelling bevoegd gezag vóór de vaststelling van de tuchtmaatregel - Aangevoerd onvermogen van de ambtenaar om te worden gehoord en om schriftelijke opmerkingen te maken of zich te laten vertegenwoordigen - Beoordeling van het medisch bewijs - Ontbreken van antwoord van het Gerecht van de Europese Unie op de in eerste aanleg aangevoerde argumenten)
(2020/C 279/13)
Procestaal: Frans
Partijen
Rekwirante: Europese Commissie (vertegenwoordigers: G. Berscheid, T. S. Bohr en C. Ehrbar, gemachtigden)
Andere partij in de procedure: CX (vertegenwoordiger: É. Boigelot, advocaat)
Dictum
1) |
Het arrest van het Gerecht van de Europese Unie van 13 december 2018, CX/Commissie (T-743/16 RENV, niet gepubliceerd, EU:T:2018:937), wordt vernietigd. |
2) |
De zaak wordt terugverwezen naar het Gerecht van de Europese Unie. |
3) |
De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |