EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016CN0616

Zaak C-616/16: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 28 november 2016 — Presidenza del Consiglio dei Ministri e.a./Nello Grassi e.a.

PB C 63 van 27.2.2017, p. 15–16 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

27.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 63/15


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte suprema di cassazione (Italië) op 28 november 2016 — Presidenza del Consiglio dei Ministri e.a./Nello Grassi e.a.

(Zaak C-616/16)

(2017/C 063/22)

Procestaal: Italiaans

Verwijzende rechter

Corte suprema di cassazione

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: Presidenza del Consiglio dei Ministri, Gianni Pantuso, Angelo Tralongo, Maria Michela D’Alessandro

Verwerende partijen en incidentele verzoekers: Nello Grassi, Carmela Amato, Università degli Studi di Palermo, Presidenza del Consiglio dei Ministri, Ministero della Salute, Ministero dell’Istruzione, dell’Università e della Ricerca

Prejudiciële vragen

1)

Moet richtlijn 82/76/EEG (1) (waarbij de richtlijnen 75/362/EEG (2) en 75/363/EEG (3) zijn gewijzigd) aldus worden uitgelegd dat ook die opleidingen tot medisch specialist, zowel voltijds als deeltijds, binnen de werkingssfeer ervan vallen die al waren begonnen op en zijn voortgezet na 31 december 1982, de termijn die de lidstaten in artikel 16 van richtlijn 82/76/EEG was gesteld om de maatregelen te treffen die nodig waren om aan die richtlijn te voldoen?

Indien de vraag onder a) bevestigend wordt beantwoord:

2)

Moet de bijlage die bij artikel 13 van richtlijn 82/76/EEG (waarbij de richtlijnen 75/362/EEG en 75/363/EEG zijn gewijzigd) aan de coördinatierichtlijn 75/363/EEG is gehecht, aldus worden uitgelegd dat het ontstaan van een verplichting van adequate beloning voor medisch specialisten in opleiding die hun opleiding al vóór 31 december 1982 waren begonnen, ervan afhangt of is voldaan aan de verplichting van reorganisatie, althans toetsing van de verenigbaarheid ervan met de bepalingen van deze richtlijnen?

3)

Is er een verplichting ontstaan om medici die een opleiding tot specialist hebben gevolgd die op 1 januari 1983 al was begonnen maar op die datum nog niet was afgerond, een adequate vergoeding te betalen voor de gehele duur van de opleiding of enkel voor het tijdvak na 31 december 1982, en eventueel onder welke voorwaarden?


(1)  Richtlijn 82/76/EEG van de Raad van 26 januari 1982 tot wijziging van richtlijn 75/362/EEG inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s, certificaten en andere titels van de arts, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten, alsmede van richtlijn 75/363/EEG inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van de arts (PB L 43, blz. 21).

(2)  Richtlijn 75/362/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de onderlinge erkenning van de diploma’s certificaten en andere titels van de arts, tevens houdende maatregelen tot vergemakkelijking van de daadwerkelijke uitoefening van het recht van vestiging en vrij verrichten van diensten (PB L 167, blz. 1).

(3)  Richtlijn 75/363/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de coördinatie van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen betreffende de werkzaamheden van de arts(PB L 167, blz. 14).


Top