Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014CN0590

Zaak C-590/14 P: Hogere voorziening ingesteld op 18 december 2014 door Dimosia Epicheirisi Ilektrismou AE (DEI) tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 8 oktober 2014 in zaak T-542/11, Alouminion/Commissie

PB C 65 van 23.2.2015, p. 26–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 65/26


Hogere voorziening ingesteld op 18 december 2014 door Dimosia Epicheirisi Ilektrismou AE (DEI) tegen het arrest van het Gerecht (Vierde kamer) van 8 oktober 2014 in zaak T-542/11, Alouminion/Commissie

(Zaak C-590/14 P)

(2015/C 065/36)

Procestaal: Grieks

Partijen

Rekwirante: Dimosia Epicheirisi Ilektrismou AE (DEI) (vertegenwoordigers: E. Bourtzalas, E. Salakà, Ch. Synodinos, Ch. Tagaras en A. Oikonomou, dikigori)

Andere partijen in de procedure: Alouminion AE, Europese Commissie

Conclusies

de hogere voorziening toewijzen;

het bestreden arrest vernietigen;

verweerster verwijzen in alle kosten die op het geding in eerste aanleg en op de onderhavige hogere voorziening zijn gevallen.

Middelen en voornaamste argumenten

Rekwirante betoogt dat het bestreden arrest om de volgende redenen dient te worden vernietigd:

1.

Onjuiste rechtsopvatting bij de uitlegging van artikel 108, lid 3, VWEU en van artikel 1, sub b en c, van verordening nr. 659/99, voor zover is geoordeeld dat verlenging van steun niet ipso facto nieuwe steun vormt, maar dat voor de kwalificatie als nieuwe steun is vereist dat de bestaande steun in de kern wordt gewijzigd.

2.

Onjuiste rechtsopvatting, kennelijk onjuiste beoordeling en onjuiste opvatting van de feiten waar is geoordeeld dat toepassing van het preferentiële tarief gedurende de betrokken periode verlenging van bestaande steun vormt.

3.

Kennelijk onjuiste opvatting van het recht en van de feiten en kennelijk onjuiste beoordeling waar is geoordeeld dat de rechtsgrondslag en de contractuele grondslag van de steun niet zijn gewijzigd.

4.

Niet-nakoming van de motiveringsplicht voor zover in het bestreden arrest niet is uiteengezet of de voorwaarden om steun als nieuwe steun aan te merken cumulatief zijn of een tussenkomst van de wetgever is vereist om steun als nieuwe steun te kunnen aanmerken.

5.

Niet-nakoming door het Gerecht van eerste aanleg van de op hem rustende verplichting om te antwoorden op alle voor hem aangevoerde relevante argumenten en niet-nakoming van de motiveringsplicht.


Top