Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62013CA0087

Zaak C-87/13: Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 18 december 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Staatssecretaris van Financiën/X (Prejudiciële verwijzing — Vrijheid van vestiging — Belastingwetgeving — Inkomstenbelasting — Niet-ingezeten belastingplichtige — Aftrekbaarheid van de kosten van een historisch monument dat door de eigenaar ervan wordt bewoond — Niet-aftrekbaarheid ten aanzien van een monument enkel op de grond dat dit niet is geregistreerd in de staat van belastingheffing, terwijl het wél is geregistreerd in de staat van de woonplaats)

PB C 65 van 23.2.2015, p. 3–3 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

23.2.2015   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 65/3


Arrest van het Hof (Tweede kamer) van 18 december 2014 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden) — Staatssecretaris van Financiën/X

(Zaak C-87/13) (1)

((Prejudiciële verwijzing - Vrijheid van vestiging - Belastingwetgeving - Inkomstenbelasting - Niet-ingezeten belastingplichtige - Aftrekbaarheid van de kosten van een historisch monument dat door de eigenaar ervan wordt bewoond - Niet-aftrekbaarheid ten aanzien van een monument enkel op de grond dat dit niet is geregistreerd in de staat van belastingheffing, terwijl het wél is geregistreerd in de staat van de woonplaats))

(2015/C 065/04)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Hoge Raad der Nederlanden

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Staatssecretaris van Financiën

Verwerende partij: X

Dictum

Artikel 49 VWEU moet aldus worden uitgelegd dat het zich niet verzet tegen een wettelijke regeling van een lidstaat die, teneinde het nationaal cultuurhistorisch erfgoed te beschermen, de aftrek van de kosten van monumentenpanden enkel mogelijk maakt voor eigenaren van monumenten die op zijn grondgebied zijn gelegen, voor zover deze mogelijkheid openstaat voor eigenaren van monumenten die, ondanks het feit dat zij op het grondgebied van een andere lidstaat zijn gelegen, verband kunnen houden met het cultuurhistorisch erfgoed van eerstbedoelde lidstaat.


(1)  PB C 141 van 18.5.2013.


Top