This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62013CN0164
Case C-164/13: Request for a preliminary ruling from the Hoge Raad der Nederlanden (Netherlands) lodged on 2 April 2013 — Turbo.com Mobile Phone’s BV v Staatssecretaris van Financiën
Zaak C-164/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 2 april 2013 — Turbu.com Mobile Phone’s BV, andere partij: Staatssecretaris van Financiën
Zaak C-164/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 2 april 2013 — Turbu.com Mobile Phone’s BV, andere partij: Staatssecretaris van Financiën
PB C 171 van 15.6.2013, p. 19–19
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 171/19 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Hoge Raad der Nederlanden (Nederland) op 2 april 2013 — Turbu.com Mobile Phone’s BV, andere partij: Staatssecretaris van Financiën
(Zaak C-164/13)
2013/C 171/38
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Hoge Raad der Nederlanden
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekster: Turbu.com Mobile Phone’s BV
Andere partij: Staatssecretaris van Financiën
Prejudiciële vraag
Dienen de nationale autoriteiten en rechterlijke instanties op grond van het recht van de Europese Unie het recht op aftrek te weigeren wanneer op basis van objectieve gegevens vaststaat dat met betrekking tot de desbetreffende goederen sprake is van btw-fraude en de belastingplichtige wist of had moeten weten dat hij daaraan deelnam, indien de nationale wet niet erin voorziet onder die omstandigheden het recht op aftrek te weigeren?