Questo documento è un estratto del sito web EUR-Lex.
Documento 62013CN0150
Case C-150/13: Request for a preliminary ruling from the Raad van State (Netherlands) lodged on 25 March 2013 — C v Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
Zaak C-150/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 25 maart 2013 — C, andere partij: Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
Zaak C-150/13: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 25 maart 2013 — C, andere partij: Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
PB C 171 van 15.6.2013, pagg. 17–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
15.6.2013 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 171/17 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Raad van State (Nederland) op 25 maart 2013 — C, andere partij: Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
(Zaak C-150/13)
2013/C 171/34
Procestaal: Nederlands
Verwijzende rechter
Raad van State
Partijen in het hoofdgeding
Verzoeker: C
Andere partij: Staatssecretaris van Veiligheid en Justitie
Prejudiciële vraag
Welke grenzen stellen artikel 4 van de richtlijn 2004/83/EG (1) van de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 inzake minimumnormen voor de erkenning van onderdanen van derde landen en staatlozen als vluchteling of als persoon die anderszins internationale bescherming behoeft, en de inhoud van de verleende bescherming, en het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, in het bijzonder de artikelen 3 en 7 daarvan, aan de wijze van beoordelen van de geloofwaardigheid van een gestelde seksuele gerichtheid en verschillen die grenzen van de grenzen die gelden voor de beoordeling van de geloofwaardigheid van de andere gronden van vervolging en, zo ja, in welk opzicht?
(1) PB L 304, blz. 12.