EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52011AP0533

Vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen ***III Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 1 december 2011 over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PE-CONS 00056/2011 – C7-0376/2011 – 2009/0059(COD))
BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

PB C 165E van 11.6.2013, p. 107–109 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

11.6.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 165/107


Donderdag 1 december 2011
Vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen ***III

P7_TA(2011)0533

Wetgevingsresolutie van het Europees Parlement van 1 december 2011 over de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst van de verordening van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Verordening (EG) nr. 1934/2006 van de Raad tot vaststelling van een financieringsinstrument voor de samenwerking met geïndustrialiseerde landen en andere landen en gebieden met een hoog inkomen (PE-CONS 00056/2011 – C7-0376/2011 – 2009/0059(COD))

2013/C 165 E/22

(Gewone wetgevingsprocedure: derde lezing)

Het Europees Parlement,

gezien de door het bemiddelingscomité goedgekeurde gemeenschappelijke ontwerptekst en de daarop betrekking hebbende verklaringen van het Europees Parlement, de Raad en de Commissie (PE-CONS 00056/2011 – C7-0376/2011),

gezien zijn in eerste lezing geformuleerde standpunt (1) inzake het voorstel van de Commissie aan het Europees Parlement en de Raad (COM(2009)0197),

gezien zijn in tweede lezing geformuleerde standpunt (2) inzake het standpunt van de Raad in eerste lezing (3),

gezien het advies van de Commissie over de amendementen van het Parlement op het standpunt van de Raad in eerste lezing (COM(2011)0167),

gezien het standpunt van de Raad in tweede lezing,

gezien artikel 294, lid 13, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

gezien artikel 69 van zijn Reglement,

gezien het verslag van zijn delegatie in het bemiddelingscomité (A7-0401/2011),

1.

hecht zijn goedkeuring aan de gemeenschappelijke ontwerptekst;

2.

bevestigt de gemeenschappelijke verklaring van het Europees Parlement en de Raad die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd;

3.

neemt kennis van de verklaring van de Commissie die als bijlage bij onderhavige resolutie is gevoegd;

4.

verzoekt zijn Voorzitter het besluit samen met de voorzitter van de Raad overeenkomstig artikel 297, lid 1, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie te ondertekenen;

5.

verzoekt zijn secretaris-generaal het besluit te ondertekenen nadat is nagegaan of alle procedures naar behoren zijn uitgevoerd, en met de secretaris-generaal van de Raad zorg te dragen voor publicatie ervan, samen met de daarop betrekking hebbende verklaringen van het Parlement, de Raad en de Commissie, in het Publicatieblad van de Europese Unie;

6.

verzoekt zijn Voorzitter deze wetgevingsresolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.


(1)  Aangenomen teksten van 21.10.2010, P7_TA(2010)0381.

(2)  Aangenomen teksten van 3.2.2011, P7_TA(2011)0033.

(3)  PB C 7 E van 12.1.2011, blz. 1.


Donderdag 1 december 2011
BIJLAGE BIJ DE WETGEVINGSRESOLUTIE

Verklaring van het Europees Parlement en de Raad betreffende het gebruik van gedelegeerde handelingen in het toekomstig meerjarig financieel kader (MFK) 2014-2020

Het Europees Parlement en de Raad nemen nota van de mededeling van de Commissie "Een begroting voor Europa 2020" (COM(2011)0500  (1) ), met name wat het voorgestelde gebruik van gedelegeerde handelingen in de toekomstige externe financieringsinstrumenten betreft, en zijn in afwachting van wetgevingsvoorstellen, die grondig zullen worden bestudeerd.

Verklaring van de Commissie ad artikel 16

De verordening heeft betrekking op de financiering van een aantal specifieke buiten de werkingssfeer van de officiële ontwikkelingshulp (ODA) vallende activiteiten in landen die worden bestreken door het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (IOS) (Verordening (EG) nr. 1905/2006). De verordening is als eenmalige oplossing voor deze kwestie bedoeld.

De Commissie bevestigt opnieuw dat de uitbanning van armoede, met inbegrip van de verwezenlijking van de millenniumdoelstellingen voor ontwikkeling, de hoofddoelstelling van haar ontwikkelingssamenwerking is en een prioriteit blijft.

Zij herinnert eraan dat het in artikel 16 vastgestelde financieel referentiebedrag voor de landen van bijlage II zal worden besteed met gebruikmaking van de daarvoor bedoelde begrotingslijnen die voor andere activiteiten dan officiële ontwikkelingshulp zijn bestemd.

Voorts bevestigt de Commissie dat zij voornemens is het financieel referentiebedrag dat in artikel 38 van het instrument voor ontwikkelingssamenwerking (Verordening (EG) nr. 1905/2006) is vastgesteld voor de periode 2007-2013, alsook de bepalingen in diezelfde verordening betreffende het voldoen aan de criteria voor ODA, in acht te nemen. Zij wijst erop dat dit referentiebedrag op basis van de huidige financiële programmering in 2013 zal worden overschreden.

In dit verband is de Commissie voornemens ontwerp-begrotingen op te stellen waarmee wordt gezorgd voor progressie in de ontwikkelingshulp voor Azië en Latijns-Amerika uit hoofde van IOS-Verordening (EG) nr. 1905/2006 gedurende de periode tot 2013, zodat de thans uit hoofde van het IOS en de EU-begroting geprogrammeerde ODA-bedragen in het algemeen niet aangetast worden.


(1)  In haar mededeling Een begroting voor Europa 2020 (COM (2011)0500) verklaart de Commissie het volgende: "Bovendien zal in de toekomstige basisbesluiten voor de verschillende instrumenten worden voorgesteld om zoveel mogelijk gebruik te maken van gedelegeerde handelingen met het oog op een flexibeler beheer van de beleidsvormen tijdens de financieringsperiode, met inachtneming van de prerogatieven van de beide wetgevende takken." alsmede "Er wordt ook geoordeeld dat de democratische controle van de externe steun moet worden verbeterd. Dit kan worden bereikt door gebruikmaking van gedelegeerde besluiten overeenkomstig artikel 290 van het Verdrag voor bepaalde aspecten van de programma's, waarbij niet alleen de medewetgevers op gelijke voet worden geplaatst, maar ook grotere flexibiliteit in de programmering verzekerd is. Voor het EOF wordt voorgesteld de controle op één lijn te brengen met het DCI, zonder de specificiteit van het instrument uit het oog te verliezen.".


Top