EUR-Lex Aċċess għal-liġi tal-Unjoni Ewropea

Lura għall-paġna ewlenija ta' EUR-Lex

Dan id-dokument hu mislut mis-sit web tal-EUR-Lex

Dokument 52008IP0397

Europees verbintenissenrecht Resolutie van het Europees Parlement van 3 september 2008 over het Gemeenschappelijk referentiekader voor het Europees verbintenissenrecht

PB C 295E van 4.12.2009, p. 31–32 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

4.12.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

CE 295/31


Woensdag, 3 september 2008
Europees verbintenissenrecht

P6_TA(2008)0397

Resolutie van het Europees Parlement van 3 september 2008 over het Gemeenschappelijk referentiekader voor het Europees verbintenissenrecht

2009/C 295 E/09

Het Europees Parlement,

onder verwijzing naar zijn resolutie van 12 december 2007 over het Europees verbintenissenrecht (1),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 7 september 2006 over het Europees verbintenissenrecht (2),

onder verwijzing naar zijn resolutie van 23 maart 2006 over het Europees verbintenissenrecht en de herziening van het acquis: verdere maatregelen (3),

onder verwijzing naar zijn resoluties van 26 mei 1989 (4), 6 mei 1994 (5), 15 november 2001 (6) en 2 september 2003 (7),

gezien het verslag van de Commissie van 25 juli 2007„Tweede voortgangsverslag over het gemeenschappelijk referentiekader (COM(2007)0447)”,

gezien het standpunt van de Raad Justitie en Binnenlandse zaken van 18 april 2008,

gelet op artikel 108, lid 5 van zijn Reglement,

A.

overwegende dat het academisch ontwerp voor een gemeenschappelijk referentiekader (DCFR) (8) eind 2007 aan de Commissie is aangeboden,

B.

overwegende dat het DCFR momenteel wordt geëvalueerd door een netwerk van verschillende groepen van wetenschappers, waaronder de „Association Henri Capitant des Amis de la Culture Juridique Française” en de „Société de législation comparée”, die al „Principes contractuels communs” en „Terminologie contractuelle commune” (9) hebben gepubliceerd,

C.

overwegende dat de Commissie bezig is met een interne selectie om te bepalen welke onderdelen van het DCFR in een toekomstig document, bijvoorbeeld een witboek van de Commissie over een gemeenschappelijke referentiekader (CFR) moeten worden opgenomen,

D.

overwegende dat het DCFR een zuiver academisch document is en dat de eventuele selectie van de onderdelen van dit ontwerp die worden opgenomen in het Commissiedocument een hoog politiek gehalte heeft,

1.

is ingenomen met de presentatie van het DCFR en verwacht dat de eindversie van het academisch DCFR eind december 2008 aan de Commissie wordt aangeboden;

2.

verzoekt de Commissie een duidelijk en transparant plan te presenteren over de wijze waarop de selectie met het oog op het Commissiedocument wordt georganiseerd en gecoördineerd, in het bijzonder met betrekking tot alle betrokken directoraten-generaal (DG);

3.

verzoekt de Commissie ervoor te zorgen dat het DCFR in een zo groot mogelijk aantal relevante talen beschikbaar is om de toegankelijkheid voor alle belanghebbenden zeker te stellen;

4.

verzoekt de Commissie te overwegen het project toe te wijzen aan DG Justitie, vrijheid en veiligheid, met volledige betrokkenheid van alle andere relevante DG's, aangezien het CFR het terrein van consumentenverbintenissen ver overschrijdt, en om de noodzakelijke materiele en personele middelen beschikbaar te stellen;

5.

wijst erop dat het Commissiedocument de basis zal zijn voor het besluit van de Europese Instellingen en alle belanghebbenden over het toekomstige doel van het CFR, de inhoud en de wettelijke gevolgen ervan, die kunnen variëren van een niet-bindend wetgevingsinstrument tot de basis voor een optioneel instrument in het Europees verbintenissenrecht;

6.

meent dat er, ongeacht de toekomstige vorm van het CFR, maatregelen moeten worden genomen om ervoor te zorgen dat het regelmatig wordt bijgewerkt op basis van de veranderingen en nationale ontwikkelingen in het verbintenissenrecht;

7.

wijst erop dat de Commissie bij haar besluitname over de inhoud van het CFR rekening moet houden met de verklaring van de Raad van 18 april 2008 dat het CFR een instrument voor betere wetgeving moet zijn, bestaande uit een reeks niet-bindende richtsnoeren voor gebruik door wetgevers op communautair niveau;

8.

stelt voor dat in dit geval het CFR zo ruim mogelijk moet zijn en dat wellicht in dit stadium geen onderdelen of materiaal hoeft te worden uitgesloten;

9.

benadrukt nogmaals dat de resultaten van de recente workshops over het CFR moeten worden weerspiegeld in elke selectieproces; benadrukt dat verdere raadplegingen breed opgezet moeten zijn en een evenwichtige input van alle belanghebbenden, moeten waarborgen;

10.

stelt voor dat bij gebruik als niet-bindend wetgevinginstrument de relevante onderdelen van het CFR bij elk toekomstig wetgevingsvoorstel of elke mededeling van de Commissie met betrekking tot het verbintenissenrecht moeten worden gevoegd, om te verzekeren dat deze in overweging worden genomen door de communautaire wetgever;

11.

wijst erop dat de Commissie bij haar besluitname over de inhoud van het CFR er rekening mee moet houden dat het CFR wellicht een grotere reikwijdte heeft dan alleen maar een wetgevingsinstrument, en zou kunnen resulteren in een optioneel instrument;

12.

stelt voor dat het CFR, indien de toekomstige rechtsvorm waarschijnlijk die van een optioneel instrument zal zijn, beperkt moet blijven tot die terreinen waarop de communautaire wetgever actief is geweest of in de nabije toekomst waarschijnlijk actief zal zijn, of die nauw verband houden met het verbintenissenrecht; stelt voor dat elk optioneel instrument gebaseerd moet zijn op het DCFR, is van mening dat er in elk geval zorgvuldig op gelet moet worden dat de algemene samenhang van het optionele instrument niet wordt aangetast door het selectieproces;

13.

dringt er nogmaals op aan dat het Parlement volledig geraadpleegd moet worden en betrokken bij de selectie die wordt gemaakt voor het toekomstige Commissiedocument over het CFR;

14.

verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad en de Commissie.


(1)  Aangenomen teksten, P6_TA(2007)0615.

(2)  PB C 305 E van 14.12.2006, blz. 247.

(3)  PB C 292 E van 1.12.2006, blz. 109.

(4)  PB C 158 van 26.6.1989, blz. 400.

(5)  PB C 205 van 25.7.1994, blz. 518.

(6)  PB C 140 E van 13.6.2002, blz. 538.

(7)  PB C 76 E van 25.3.2004, blz. 95.

(8)  Von Bar, Clive, Schulte-Nölke et al. (eds.), Principles, Definitions and Model Rules of European Private Law — Draft Common Frame of Reference (DCFR), 2008.

(9)  B. Fauvarque-Cosson, D. Mazeaud (dir.), collection „Droit privé comparé et européen”, Volumes 6 and 7, 2008.


Fuq