EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52009XC0207(01)

Mededeling van de Commissie betreffende de beoordelingscriteria voor staatssteun van de mededeling van de Commissie over bepaalde juridische aspecten in verband met cinematografische en andere audiovisuele werken (mededeling inzake de filmsector) van 26 september 2001 (Voor de EER relevante tekst)

PB C 31 van 7.2.2009, p. 1–1 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

7.2.2009   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 31/1


Mededeling van de Commissie betreffende de beoordelingscriteria voor staatssteun van de mededeling van de Commissie over bepaalde juridische aspecten in verband met cinematografische en andere audiovisuele werken (mededeling inzake de filmsector) van 26 september 2001

(Voor de EER relevante tekst)

(2009/C 31/01)

Zoals was aangekondigd in haar mededelingen van 2004 (1) en 2007 (2), waarbij de geldigheid van de beoordelingscriteria voor staatssteun van de mededeling inzake de filmsector van 2001 (3) werd verlengd, heeft de Commissie een uitgebreide studie verricht naar de economische en culturele impact van de verplichtingen inzake territorialisering van de uitgaven die door bepaalde steunregelingen voor film worden opgelegd. Met de studie werd op 24 augustus 2006 een begin gemaakt (4) en op 6 juli 2007 vond een werkbijeenkomst met de betrokken partijen in Brussel plaats. De resultaten van de studie werden op 22 mei 2008 gepubliceerd (5).

Het eindverslag van de studie bevatte geen definitieve conclusies ten aanzien van de economische of culturele impact van de verplichtingen inzake territorialisering van de uitgaven die in bepaalde steunregelingen voor de filmsector zijn vastgelegd. De resultaten onderstrepen dan ook de noodzaak van nader beraad alvorens een wijziging van de in de mededeling inzake de filmsector van 2001 vervatte, thans geldende beoordelingscriteria voor staatssteun op het punt van de verplichtingen inzake territorialisering van de uitgaven kan worden voorgesteld die in overeenstemming is met de grondbeginselen van het Verdrag.

Naar het oordeel van de Commissie kunnen de huidige beoordelingscriteria voor staatssteun voorlopig worden gehandhaafd met het oog op het bevorderen van culturele creaties, en waarborgen zij dat door de aan de filmsector en audiovisuele productie verleende steun de mededingingsvoorwaarden en de voorwaarden inzake het handelsverkeer niet zodanig worden veranderd dat het gemeenschappelijk belang wordt geschaad. Sedert de mededeling inzake de filmsector van 2001 hebben zich echter verscheidene nieuwe ontwikkelingen voorgedaan waardoor te zijner tijd een verdere uitwerking van deze criteria nodig zal zijn.

Die ontwikkelingen omvatten het verlenen van steun aan andere aspecten dan film- en tv-productie (zoals filmdistributie en digitale projectie), meer filmsteunregelingen op regionaal niveau alsook de concurrentie tussen een aantal lidstaten die staatssteun gebruiken om buitenlandse investeringen van grote filmproductiemaatschappijen, hoofdzakelijk uit de VS, aan te trekken. Dit zijn complexe kwesties en de uitwerking van passende criteria zal slechts in overleg met de lidstaten en de nationale en regionale organisaties voor steun aan de filmproductie kunnen plaatsvinden.

De Commissie heeft dan ook besloten de thans geldende criteria te blijven toepassen totdat nieuwe regels inzake staatssteun aan cinematografische en andere audiovisuele werken van kracht worden, althans uiterlijk tot 31 december 2012.


(1)  PB C 123 van 30.4.2004, blz. 1.

(2)  PB C 134 van 16.6.2007, blz. 5.

(3)  PB C 43 van 16.2.2002, blz. 6.

(4)  PB S 173 van 12.9.2006, referentie 2006/S 173-183834.

(5)  http://ec.europa.eu/avpolicy/info_centre/library/studies/index_en.htm#finalised


Top