Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013D0503

2013/503/EU: Uitvoeringsbesluit van de Commissie van 11 oktober 2013 tot erkenning van delen van de Unie als zijnde vrij van varroase bij bijen en tot vaststelling van aanvullende garanties die bij de handel binnen en de invoer naar de EU nodig zijn om hun varroasevrije toestand te kunnen behouden (Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 6599) Voor de EER relevante tekst

PB L 273 van 15.10.2013, p. 38–40 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 20/04/2021; opgeheven door 32021R0620

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2013/503/oj

15.10.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 273/38


UITVOERINGSBESLUIT VAN DE COMMISSIE

van 11 oktober 2013

tot erkenning van delen van de Unie als zijnde vrij van varroase bij bijen en tot vaststelling van aanvullende garanties die bij de handel binnen en de invoer naar de EU nodig zijn om hun varroasevrije toestand te kunnen behouden

(Kennisgeving geschied onder nummer C(2013) 6599)

(Voor de EER relevante tekst)

(2013/503/EU)

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Richtlijn 92/65/EEG van de Raad van 13 juli 1992 tot vaststelling van de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Gemeenschap van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke communautaire regelgeving als bedoeld in bijlage A, onder I, van Richtlijn 90/425/EEG (1) geldt, en met name artikel 15, lid 2,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Richtlijn 92/65/EEG bevat de veterinairrechtelijke voorschriften voor het handelsverkeer en de invoer in de Europese Unie van dieren, sperma, eicellen en embryo’s waarvoor ten aanzien van de veterinairrechtelijke voorschriften geen specifieke wetgevingsbesluiten van de Unie als bedoeld in bijlage F bij die richtlijn gelden.

(2)

Varroase bij bijen is opgenomen in bijlage B bij Richtlijn 92/65/EEG. De ziekte wordt veroorzaakt door ectoparasitische mijten van het geslacht Varroa en is overal ter wereld gemeld.

(3)

Artikel 15 van Richtlijn 92/65/EEG bepaalt dat lidstaten die van oordeel zijn dat heel hun grondgebied of een gedeelte daarvan vrij is van een van de ziekten in bijlage B bij die richtlijn de Commissie in het bezit moeten stellen van de nodige bewijsstukken, op basis waarvan de Commissie een besluit moet vaststellen.

(4)

Varroase breidt zich uit via verkeer van bijenbroed en rechtstreeks contact tussen besmette volwassen bijen. Dit laatste is alleen mogelijk binnen het vliegbereik van de bijen. Bijgevolg zijn gebieden waar het mogelijk is de verplaatsingen van bijenkasten en broed onder controle te hebben en die geografisch geïsoleerd genoeg zijn om de migratie van bijen en hommels van buiten te voorkomen de enige gebieden die als ziektevrij kunnen worden erkend. Voorts moeten de bevoegde autoriteiten aan de hand van de resultaten van langdurig toezicht aantonen dat de regio inderdaad vrij is van varroase en dat, om die ziektevrije status te behouden, het binnenbrengen van levende bijen en broed onder controle wordt gehouden.

(5)

Finland heeft de Commissie verzocht de Ålandseilanden te erkennen als varroasevrij deel van zijn grondgebied. Bij artikel 355, lid 4, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie is bepaald dat de bepalingen van de Verdragen van toepassing zijn op de Ålandseilanden, overeenkomstig de bepalingen van Protocol nr. 2 bij de Akte betreffende de toetredingsvoorwaarden voor de Republiek Oostenrijk, de Republiek Finland en het Koninkrijk Zweden.

(6)

De Ålandseilanden zijn een groep eilanden gelegen tussen de Botnische Golf en de Oostzee; zij zijn daarom geografisch voldoende gescheiden van gebieden die mogelijk met varroase zijn besmet.

(7)

Op de Ålandseilanden geldt voor varroase een meldingsplicht, en verzegeld broed en uitgekomen, volwassen honingbijen mogen niet van het Finse vasteland naar de Ålandseilanden worden verplaatst. Finland houdt al een aantal jaren toezicht op de bijenstand op de eilanden. Op grond daarvan kan Finland nu bevestigen dat de ziekte op de Ålandseilanden niet voorkomt. Dat deel van het Finse grondgebied kan dus worden aangemerkt als vrij van die ziekte.

(8)

Daarom moeten de aanvullende garanties die bij handel vereiste zijn, worden vastgesteld, rekening houdend met de maatregelen die Finland al uit hoofde van zijn nationale wetgeving neemt.

(9)

Om de voorwaarden vast te stellen voor de modelcertificaten voor het verkeer binnen de EU van levende bijen tussen de verschillende delen van het grondgebied van de Unie die vrij zijn van Varroa moet een aanvullende certificering worden vastgesteld in het gezondheidscertificaat in deel 2 van bijlage E bij Richtlijn 92/65/EEG. Bovendien moeten de lokale veterinaire eenheden van de varroasevrije gebieden worden aangeduid met een Traces-code overeenkomstig Beschikking 2009/821/EG van de Commissie (2).

(10)

Het binnenbrengen van levende bijen in de Unie is alleen toegestaan onder de voorwaarden die zijn vastgesteld in Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie (3). In aanvulling op de vereisten van die verordening dient met het oog op de bescherming van de als varroasevrij erkende gebieden een verbod te worden ingesteld op het binnenbrengen van zendingen koninginnen en hun voedsters in de Unie wanneer de aangegeven eindbestemming van de zendingen een varroasevrij gebied is.

(11)

De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Comité voor de voedselketen en de diergezondheid,

HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

Artikel 1

De lidstaten of gebieden daarvan die zijn opgenomen in de derde kolom van de tabel in de bijlage zijn erkend als varroasevrij.

Artikel 2

1.   De in de bijlage vermelde lidstaten moeten ervoor zorgen dat in de gebieden die zijn vermeld in de derde kolom van de tabel in de bijlage, aan de volgende voorwaarden is voldaan:

a)

voor varroase geldt volgens de wetgeving van de lidstaat een meldingsplicht;

b)

er worden regelmatige controles uitgevoerd om de afwezigheid van ectoparasitische mijten van het geslacht Varroa te bevestigen.

2.   De in de bijlage vermelde lidstaten brengen de Commissie uiterlijk op 31 mei van elk jaar op de hoogte van de resultaten van de controles, als bedoeld in lid 1, onder b).

3.   De in de bijlage vermelde lidstaten brengen de Commissie en de overige lidstaten onverwijld ervan op de hoogte wanneer ectoparasitische mijten van het geslacht Varroa worden aangetroffen in de gebieden die zijn vermeld in de derde kolom van de tabel in de bijlage.

Artikel 3

1.   Het is verboden zendingen van de goederen die in de vijfde kolom van de tabel in de bijlage worden genoemd binnen te brengen in de gebieden die in derde kolom van die tabel worden genoemd.

2.   In afwijking van het eerste lid is het toegestaan zendingen van de goederen die in de vijfde kolom van de tabel in de bijlage worden genoemd binnen te brengen in de gebieden die in derde kolom van die tabel worden genoemd, wanneer aan de volgende voorwaarden wordt voldaan:

a)

de goederen komen uit een andere lidstaat die of een ander gebied daarvan dat als varroasevrij wordt erkend op grond van artikel 15, lid 2, van Richtlijn 92/65/EEG;

b)

de zendingen gaan vergezeld van een gezondheidscertificaat, opgesteld overeenkomstig het gezondheidscertificaat in deel 2 van bijlage E bij Richtlijn 92/65/EEG, waarbij de volgende gegevens in deel II.2 worden toegevoegd:

„goederen in de vijfde kolom van de tabel in de bijlage bij Uitvoeringsbesluit 2013/503/EU van de Commissie die afkomstig zijn uit lidstaten of delen daarvan die op grond van artikel 15, lid 2, van Richtlijn 92/65/EEG als varroasevrij worden erkend en waar gedurende de laatste 30 dagen geen enkel geval van varroase is geconstateerd.”;

c)

alle voorzorgsmaatregelen zijn genomen om te voorkomen dat de zendingen tijdens het vervoer met varroase besmet raken.

Artikel 4

1.   De lidstaten mogen niet toestaan dat zendingen bijen en hommels bedoeld in artikel 7, lid 3, onder a), van Verordening (EU) nr. 206/2010 in de Unie worden binnengebracht als hun eindbestemming, zoals aangegeven in vakken I.9 en I.10 of I.12 van het gezondheidscertificaat waarvan de zendingen vergezeld gaan, een gebied is dat vermeld wordt in de derde kolom van de tabel in de bijlage.

2.   In afwijking van lid 1 en behoudens gezondheidseisen met betrekking tot invoer die zijn vastgesteld bij Verordening (EU) nr. 206/2010, mogen de lidstaten toestaan dat de in lid 1 bedoelde zendingen in de Unie worden binnengebracht op voorwaarde dat de uiteindelijke bestemming wordt gewijzigd in een ander, niet in de derde kolom van de tabel in de bijlage genoemd gebied.

Artikel 5

Dit besluit is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 11 oktober 2013.

Voor de Commissie

Tonio BORG

Lid van de Commissie


(1)  PB L 268 van 14.9.1992, blz. 54.

(2)  Beschikking 2009/821/EG van de Commissie van 28 september 2009 tot opstelling van een lijst van erkende grensinspectieposten, tot vaststelling van bepaalde voorschriften voor door veterinaire deskundigen van de Commissie uitgevoerde inspecties en tot vaststelling van de veterinaire eenheden in Traces (PB L 296 van 12.11.2009, blz. 1).

(3)  Verordening (EU) nr. 206/2010 van de Commissie van 12 maart 2010 tot vaststelling van lijsten van derde landen en gebieden, of delen daarvan, waaruit bepaalde dieren en vers vlees in de Europese Unie mogen worden binnengebracht, en van de voorschriften inzake veterinaire certificering (PB L 73 van 20.3.2010, blz. 1).


BIJLAGE

Als varroasevrij erkende lidstaten of gebieden daarvan

1

2

3

4

5

ISO-code

Lidstaat

Gebied dat als varroasevrij wordt erkend

Traces-code

Lokale veterinaire eenheid

Producten waarvan de invoer in het gebied in de derde kolom is verboden

FI

Finland

Ålandseilanden

FI00300 AHVENANMAAN VALTIONVIRASTO

Verzegeld broed en uitgekomen, volwassen honingbijen


Top