EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31969L0063

Richtlijn 69/63/EEG van de Raad van 18 februari 1969 houdende wijziging van de Richtlijn van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen

PB L 48 van 26.2.1969, p. 8–12 (DE, FR, IT, NL)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1969(I) blz. 57 - 60

Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1969/63/oj

31969L0063

Richtlijn 69/63/EEG van de Raad van 18 februari 1969 houdende wijziging van de Richtlijn van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen

Publicatieblad Nr. L 048 van 26/02/1969 blz. 0008 - 0012
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1969(I) blz. 0052
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1969(I) blz. 0057
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 03 Deel 4 blz. 0088
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0070
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 03 Deel 3 blz. 0070
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 3 Deel 65 blz. 0006
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 3 Deel 65 blz. 0006


++++

( 1 ) PB nr . C 108 van 19 . 10 . 1968 , blz . 30 .

( 2 ) PB nr . 125 van 11 . 7 . 1966 , blz . 2298/66 .

RICHTLIJN VAN DE RAAD van 18 februari 1969

houdende wijziging van de richtlijn van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen

( 69/63/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 43 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ,

Overwegende dat het dienstig is in enkele bepalingen van de richtlijn van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen ( 2 ) wijzigingen aan te brengen ;

Overwegende dat de overgangsbepalingen dienen te worden aangevuld en dat het gebruik van zaad van generaties die aan het basiszaad voorafgaan , dient te worden toegestaan ;

Overwegende dat het noodzakelijk is in de richtlijn een aantal nieuwe soorten groenvoedergewassen op te nemen en daarvoor minimumvoorwaarden vast te stellen ;

Overwegende dat , indien in een Lid-Staat het zaad van bepaalde gewassen normaliter niet wordt vermeerderd of verhandeld , dient te worden voorzien in de mogelijkheid , deze Lid-Staat volgens de procedure van het Permanent Comité voor teeltmateriaal voor land - , tuin - en bosbouw , vrij te stellen van de toepassing der bepalingen van de richtlijn ten aanzien van de betrokken gewassen ;

Overwegende dat het dienstig is de aanduidingsvoorschriften enigszins te vereenvoudigen en de kleur te wijzigen van het etiket voor handelszaad ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

De richtlijn van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen wordt gewijzigd zoals aangegeven in onderstaande artikelen .

Artikel 2

In de Franse tekst wordt het woord " multiplication " telkens vervangen door het woord " reproduction " .

Artikel 3

1 . Artikel 2 wordt artikel 2 , lid 1 .

2 . Artikel 2 , lid 1 , alinea A , sub b ) , wordt als volgt gelezen :

" b ) Leguminosae Vlinderbloemigen

Hedysarum coronarium L . Esparcette

Lotus corniculatus L . Rolklaver

Lupinus spec . met uitzondering van Lupinus perennis L . Lupinen met uitzondering van overblijvende lupinen

Medicago lupulina L . Hopperupsklaver

Medicago sativa L . Luzerne

Medicago varia Martyn Luzerne

Onobrychis sativa Lam . Steenklaver

Pisum arvense L . Voedererwten

Trifolium alexandrinum L . Alexandrijnse klaver

Trifolium hybridum L . Bastaardklaver

Trifolium incarnatum L . Incarnaatklaver

Trifolium pratense L . Rode klaver

Trifolium repens L . Witte klaver

Trifolium resupinatum L . Perzische klaver

Trigonella foenumgraecum L . Bokshoorn

Vicia spec . met uitzondering van Vicia faba major L . Wikken en veldbonen met uitzondering van waalse bonen en wierbonen . "

3 . In artikel 2 , lid 1 , alinea A , wordt na de tekst sub b ) de volgende nieuwe tekst sub c ) toegevoegd :

" c ) Andere soorten

Brassica napus L . var . napobrassica L . Peterm . Koolrapen

Brassica oleracea L . convar acephala ( DC ) Mergkool

Raphanus sativus L . ssp . oleifera ( DC ) Metzg . Bladrammenas "

4 . Artikel 2 , lid 1 , alinea C , sub a ) , wordt als volgt gelezen :

" a ) dat rechtstreeks afkomstig is van basiszaad , van gecertificeerd zaad , of , op verzoek van de kweker , van zaad van een aan het basiszaad voorafgaande generatie waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat het voldoet aan de in de bijlagen I en II voor basiszaad opgesomde voorwaarden , " .

5 . Aan artikel 2 worden de volgende leden 2 en 3 toegevoegd :

" 2 . In afwijking van lid 1 , alinea C , kunnen de Lid-Staten gedurende een overgangsperiode van ten hoogste vier jaar na de inwerkingtreding van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen die noodzakelijk zijn ten einde zich naar deze richtlijn te voegen , als gecertificeerd zaad goedkeuren , zaad dat rechtstreeks afkomstig is van zaad dat in een Lid-Staat officieel volgens het tot nu toe geldende stelsel werd gecontroleerd en dat dezelfde waarborgen biedt als het zaad dat overeenkomstig de beginselen van deze richtlijn als basiszaad of gecertificeerd zaad is goedgekeurd .

3 . Het recht van de Lid-Staten om voor te schrijven dat zaad van de soort Brassica rapa var . rapa ( L . ) Thell . onderworpen is aan de voorschriften van deze richtlijn wordt niet aangetast . "

Artikel 4

Artikel 3 , lid 1 , wordt als volgt gelezen :

" 1 . De Lid-Staten schrijven voor dat zaad van :

Brassica napus L . var . napobrassica ( L . ) Peterm .

Brassica oleracea L . convar . acephala ( DC )

Dactylis glomerata L .

Festuca arundinacea Schreb .

Festuca pratensis Huds .

Festuca rubra L .

Lolium spec .

Phleum pratense L .

Medicago sativa L .

Medicago varia Martyn

Pisum arvense L .

Raphanus sativus L . ssp . oleifera ( DC ) Metzg .

Trifolium repens L .

en , met ingang van 1 juli 1971 , van Trifolium pratense L .

slechts in de handel mag worden gebracht , indien het officieel is goedgekeurd als " basiszaad " of " gecertificeerd zaad " en voldoet aan de voorwaarden , vervat in bijlage II . "

Artikel 5

In artikel 8 wordt het woord " leveranties " vervangen door het woord " partijen " .

Artikel 6

Artikel 9 , lid 2 , wordt als volgt gelezen :

" 2 . Een , eventueel herhaalde , nieuwe sluiting mag slechts officieel geschieden . In dat geval wordt op het in artikel 10 , lid 1 , voorgeschreven etiket ook melding gemaakt van de laatste nieuwe sluiting , van de datum daarvan en van de dienst die haar heeft verricht . "

Artikel 7

1 . In artikel 10 , lid 1 , sub a ) , tweede zin , wordt het woord " donkergeel " vervangen door het woord " bruin " .

2 . Artikel 10 , lid 1 , sub b ) , wordt als volgt gelezen :

" b ) binnenin een officieel certificaat bevatten in de kleur van het etiket en met de gegevens die in bijlage IV , deel A , sub a ) , punten 3 , 4 en 5 , voor het etiket , en sub b ) , punten 2 , 4 en 5 , voor handelszaad zijn voorgeschreven ; dit certificaat is niet vereist , wanneer deze gegevens onuitwisbaar op de verpakking zijn gedrukt . "

Artikel 8

Artikel 15 wordt als volgt gelezen :

" Artikel 15

1 . De Lid-Staten schrijven voor , dat zaad van groenvoedergewassen , dat rechtstreeks afkomstig is van basiszaad , goedgekeurd in een Lid-Staat en dat in een andere Lid-Staat of in een derde land is geoogst , kan worden goedgekeurd in de Staat waar het basiszaad is gewonnen , indien het op het vermeerderingsperceel werd onderworpen aan een veldkeuring overeenkomstig de in bijlage I gestelde voorwaarden , en indien bij een officieel onderzoek is geconstateerd dat aan de in bijlage II voor gecertificeerd zaad opgesomde voorwaarden is voldaan .

2 . Lid 1 vindt overeenkomstige toepassing voor de goedkeuring van gecertificeerd zaad dat rechtstreeks afkomstig is van zaad van een aan het basiszaad voorafgaande generatie , dat kan voldoen aan de in de bijlagen I en II voor basiszaad opgesomde voorwaarden en waarvan bij een officieel onderzoek is gebleken dat het hieraan voldoet . "

Artikel 9

In artikel 16 , lid 2 , wordt de in de laatste zin voorkomende datum door 1 juli 1970 vervangen .

Artikel 10

In artikel 20 , lid 1 , worden de woorden " van basiszaad en " ingevoegd na het woord " monsters " .

Artikel 11

Het volgende artikel 23 bis wordt toegevoegd :

" Artikel 23 bis

Volgens de procedure van artikel 21 kan een Lid-Staat op zijn verzoek geheel of gedeeltelijk worden vrijgesteld van de toepassing der bepalingen van deze richtlijn ten aanzien van bepaalde soorten waarvan het zaad normaliter niet op zijn grondgebied wordt vermeerderd en verhandeld . "

Artikel 12

1 . In bijlage I wordt het volgende punt 4 bis toegevoegd :

" 4 bis Voor de soorten Brassica moet de minimumafstand tot dicht in de buurt liggende gewassen van andere rassen of groeprassen van dezelfde soort bedragen :

400 m voor basiszaad

200 m voor gecertificeerd zaad .

Deze afstanden behoeven niet in acht genomen te worden wanneer er voldoende bescherming tegen ongewenste vreemdbestuiving aanwezig is . "

2 . In bijlage I , punt 5 , worden de woorden " Bij kruisbestuivende soorten " vervangen door de woorden " Bij de andere kruisbestuivende soorten " .

Artikel 13

1 . Bijlage II , deel I , punt 3 , alinea A , sub b ) , wordt als volgt gelezen :

* * * * Maximum -

* Minimum - * Maximum - * * bestand -

* * * Minimum -

* mechanische * bestanddeel * * deel hard -

* * * kiemkracht

* zuiverheid * onkruidza - * * schalige

" Soorten * * * ( % zuiver

* ( % van het * den ( % van * * zaden

* * * zaad )

* gewicht ) * het gewicht ) * * ( % zuiver

* * * * zaad )

b ) Vlinderbloemigen

Hedysarum coronarium L . * 95 * 0,1 * 75 * 25

Lotus corniculatus L . * 95 * 0,8 * 75 * 40

Lupinus spec . * 97 * 0,2 * 80 * 20

Medicago lupulina L . * 97 * 0,8 * 80 * 20

Medicago sativa L . * 97 * 0,5 * 80 * 40

Medicago varia Martyn * 97 * 0,5 * 80 * 40

Onobrychis sativa L . * 95 * 1,5 * 75 * 20

Pisum arvense L . * 97 * 0,1 * 80 * _

Trifolium alexandrinum L . * 97 * 0,5 * 80 * 20

Trifolium hybridum L . * 97 * 0,5 * 80 * 20

Trifolium incarnatum L . * 97 * 0,5 * 80 * 20

Trifolium pratense L . * 97 * 0,5 * 80 * 20

Trifolium repens var . giganteum * 97 * 0,5 * 80 * 40

Trifolium repens L . * 97 * 0,8 * 80 * 20

Trifolium resupinatum L . * 97 * 0,5 * 80 * 20

Trigonella foenum-graecum L . * 95 * 0,1 * 80 * _

Vicia faba * 97 * 0,1 * 85 * 20

Vicia al . spec . * 97 * 0,5 * 85 * 20 "

2 . In bijlage II , deel I , punt 3 , alinea A , wordt de volgende nieuwe tekst sub c ) toegevoegd :

* * * * Maximum -

* Minimum - * Maximum - * * bestand -

* * * Minimum -

* mechanische * bestanddeel * * deel hard -

* * * kiemkracht

* zuiverheid * onkruidza - * * schalige

" Soorten * * * ( % zuiver

* ( % van het * den ( % van * * zaden

* * * zaad )

* gewicht ) * het gewicht ) * * ( % zuiver

* * * * zaad )

c ) Andere soorten

Brassica soorten * 98 * 0,5 * 80 * _

Raphanus sativus L . ssp . oleifera ( DC )

Metzg . * 95 * 0,5 * 80 * _ "

3 . Bijlage II , deel III , punt 2 , wordt als volgt gelezen :

" 2 . Voor Poa annua L . geldt een percentage van 10 en voor andere Poa-soorten een percentage van 3 aan zaad van andere Poa-soorten niet als onzuiverheid . "

Artikel 14

1 . Bijlage IV , deel A , sub a ) , punten 1 en 2 , wordt als volgt gelezen :

" 1 . " E.E.G.-systeem "

2 . Keuringsdienst en Lid-Staat of desbetreffend kenteken . "

2 . Bijlage IV , deel A , sub b ) , wordt als volgt gelezen :

" b ) Voor handelszaad :

1 . " E.E.G.-systeem "

2 . " Handelszaad ( niet naar het ras goedgekeurd ) "

3 . Keuringsdienst en Lid-Staat of desbetreffend kenteken

4 . Partijnummer

5 . Soort ( 1 )

6 . Teeltgebied

7 . Opgegeven netto - of brutogewicht "

( 1 ) Voor lupinen voorts vermelden of het gaat om bittere of bitterstofarme lupinen .

3 . Etiketten met de vermeldingen die de in bijlage IV , deel A sub a ) , punt 1 , en sub b ) , van de richtlijn van de Raad van 14 juni 1966 betreffende het in de handel brengen van zaaizaad van groenvoedergewassen zijn voorgeschreven , kunnen evenwel uiterlijk tot en met 30 juni 1970 worden gebruikt .

Artikel 15

Uiterlijk 1 juli 1969 doen de Lid-Staten de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen ter uitvoering van deze richtlijn in werking treden . Zij stellen de Commissie daarvan onverwijld in kennis .

Artikel 16

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 18 februari 1969 .

Voor de Raad

De Voorzitter

J . P . BUCHLER

Top