Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62022CN0621

Zaak C-621/22: Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de rechtbank Amsterdam (Nederland) op 29 september 2022 — Koninklijke Nederlandse Lawn Tennisbond tegen Autoriteit Persoonsgegevens

PB C 7 van 9.1.2023, p. 15–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

9.1.2023   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 7/15


Verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de rechtbank Amsterdam (Nederland) op 29 september 2022 — Koninklijke Nederlandse Lawn Tennisbond tegen Autoriteit Persoonsgegevens

(Zaak C-621/22)

(2023/C 7/18)

Procestaal: Nederlands

Verwijzende rechter

Rechtbank Amsterdam

Partijen in het hoofdgeding

Verzoeker: Koninklijke Nederlandse Lawn Tennisbond

Verweerder: Autoriteit Persoonsgegevens

Prejudiciële vragen

1)

Hoe dient de rechtbank de term ‘gerechtvaardigd belang’ uit te leggen?

2)

Dient die term te worden uitgelegd zoals verweerder dat uitlegt? Zijn dat uitsluitend tot de wet behorende, wet zijnd, in een wet vastgestelde belangen?

Of;

3)

Kan elk belang een gerechtvaardigd belang zijn, mits dat belang niet in strijd is met de wet? Meer specifiek gesteld: is een zuiver commercieel belang en het belang zoals hier aan orde, het verstrekken van persoonsgegevens tegen betaling zonder toestemming van de betreffende persoon, onder omstandigheden aan te merken als een gerechtvaardigd belang? Zo ja, welke omstandigheden bepalen of een zuiver commercieel belang een gerechtvaardigd belang is?


Top