EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62021CA0020

Zaak C-20/21: Arrest van het Hof (Negende kamer) van 3 februari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Frankfurt am Main — Duitsland) — JW, HD, XS/LOT Polish Airlines (Prejudiciële verwijzing – Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken – Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken – Verordening (EU) nr. 1215/2012 – Artikel 7, punt 1, onder b), tweede streepje – Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst – Begrip “plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt” – Overeenkomst tot levering van diensten – Luchtvervoer – Eén enkele bevestigde boeking voor een vlucht die werd uitgevoerd in meerdere vluchtsegmenten door twee verschillende luchtvaartmaatschappijen – Verordening (EG) nr. 261/2004 – Gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan passagiers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten – Artikel 7 – Recht op compensatie – Vertraging tijdens het eerste vluchtsegment – Vordering tot compensatie tegen de met dit eerste vluchtsegment belaste luchtvaartmaatschappij bij de rechter van de plaats van aankomst ervan)

PB C 128 van 21.3.2022, p. 4–4 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
PB C 128 van 21.3.2022, p. 2–2 (GA)

21.3.2022   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 128/4


Arrest van het Hof (Negende kamer) van 3 februari 2022 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Landgericht Frankfurt am Main — Duitsland) — JW, HD, XS/LOT Polish Airlines

(Zaak C-20/21) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Justitiële samenwerking in burgerlijke zaken - Rechterlijke bevoegdheid en tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken - Verordening (EU) nr. 1215/2012 - Artikel 7, punt 1, onder b), tweede streepje - Bijzondere bevoegdheid ten aanzien van verbintenissen uit overeenkomst - Begrip “plaats van uitvoering van de verbintenis die aan de eis ten grondslag ligt” - Overeenkomst tot levering van diensten - Luchtvervoer - Eén enkele bevestigde boeking voor een vlucht die werd uitgevoerd in meerdere vluchtsegmenten door twee verschillende luchtvaartmaatschappijen - Verordening (EG) nr. 261/2004 - Gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan passagiers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten - Artikel 7 - Recht op compensatie - Vertraging tijdens het eerste vluchtsegment - Vordering tot compensatie tegen de met dit eerste vluchtsegment belaste luchtvaartmaatschappij bij de rechter van de plaats van aankomst ervan)

(2022/C 128/04)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Landgericht Frankfurt am Main

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partijen: JW, HD, XS

Verwerende partij: LOT Polish Airlines

Dictum

Artikel 7, punt 1, onder b), tweede streepje, van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken, moet aldus worden uitgelegd dat wanneer — in het geval van een vlucht waarvoor één enkele, voor de gehele reis bevestigde boeking is gemaakt en die is opgesplitst in twee of meer vluchtsegmenten die door verschillende luchtvaartmaatschappijen worden verzorgd — een op grond van verordening (EG) nr. 261/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 11 februari 2004 tot vaststelling van gemeenschappelijke regels inzake compensatie en bijstand aan luchtreizigers bij instapweigering en annulering of langdurige vertraging van vluchten en tot intrekking van verordening (EEG) nr. 295/91 ingestelde vordering tot compensatie alleen is gebaseerd op een door een laat vertrek veroorzaakte vertraging tijdens het eerste vluchtsegment en is gericht tegen de met dit eerste vluchtsegment belaste luchtvaartmaatschappij, de plaats van aankomst van deze eerste vlucht niet kan worden aangemerkt als “plaats van uitvoering” in de zin van die bepaling.


(1)  PB C 98 van 22.3.2021.


Top