Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018TN0127

    Zaak T-127/18: Beroep ingesteld op 28 februari 2018 — Cortina et FLA Europe/Commissie

    PB C 142 van 23.4.2018, p. 66–66 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    23.4.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 142/66


    Beroep ingesteld op 28 februari 2018 — Cortina et FLA Europe/Commissie

    (Zaak T-127/18)

    (2018/C 142/84)

    Procestaal: Nederlands

    Partijen

    Verzoekende partijen: Cortina (Oudenaarde, België) en FLA Europe (Oudenaarde) (vertegenwoordigers: S. De Knop, B. Natens en A. Willems, advocaten)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    De verzoekende partijen verzoeken het Gerecht:

    het verzoekschrift ontvankelijk te verklaren;

    uitvoeringsverordening (EU) 2017/2232 van de Commissie van 4 december 2017 betreffende het opnieuw instellen van een definitief antidumpingrecht en tot definitieve inning van het voorlopige recht op bepaald schoeisel met bovendeel van leder, van oorsprong uit de Volksrepubliek China en Vietnam en geproduceerd door bepaalde producenten-exporteurs in de Volksrepubliek China en Vietnam, ter uitvoering van het arrest van het Hof van Justitie in de gevoegde zaken C-659/13 en C-34/14 nietig te verklaren; en

    de Commissie in de kosten te verwijzen.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel, ontleend aan een schending van artikel 5, leden 1 en 2, VEU wegens het gebrek aan rechtsgrondslag van de bestreden verordening, en subsidiair een schending van institutioneel evenwicht van artikel 13, lid 2, VEU.

    2.

    Tweede middel, ontleend aan een schending van artikel 266 VWEU door het verzuim maatregelen te treffen die nodig zijn om het arrest van 4 februari 2016, C & J Clark International (C-659/13 en C-34/14, EU:C:2016:74) uit te voeren.

    3.

    Derde middel, ontleend aan een schending van artikel 5, leden 1 en 4, VEU door een handeling vast te stellen die verder gaat dan hetgeen nodig is om het doel ervan te bereiken.


    Top