This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62018CB0090
Case C-90/18: Order of the Court (Ninth Chamber) of 6 September 2018 (Request for a preliminary ruling from the Visoki upravni sud — Croatia) — Hrvatska banka za obnovu i razvitak (HBOR) v Povjerenik za informiranje Republike Hrvatske (Reference for a preliminary ruling — Article 53(2) and Article 94 of the Rules of Procedure of the Court — Lack of sufficient information concerning the factual and regulatory context of the dispute in the main proceedings and the reasons justifying the need for a reply to the questions referred — Manifest inadmissibility)
Zaak C-90/18: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 6 september 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Visoki upravni sud — Kroatië) — Hrvatska banka za obnovu i razvitak (HBOR)/Povjerenik za informiranje Republike Hrvatske (Prejudiciële verwijzing — Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Onvoldoende precisering van de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding en van de redenen waarom een antwoord op de prejudiciële vragen noodzakelijk is — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
Zaak C-90/18: Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 6 september 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Visoki upravni sud — Kroatië) — Hrvatska banka za obnovu i razvitak (HBOR)/Povjerenik za informiranje Republike Hrvatske (Prejudiciële verwijzing — Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Onvoldoende precisering van de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding en van de redenen waarom een antwoord op de prejudiciële vragen noodzakelijk is — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
PB C 399 van 5.11.2018, p. 15–16
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
5.11.2018 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 399/15 |
Beschikking van het Hof (Negende kamer) van 6 september 2018 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Visoki upravni sud — Kroatië) — Hrvatska banka za obnovu i razvitak (HBOR)/Povjerenik za informiranje Republike Hrvatske
(Zaak C-90/18) (1)
((Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, en artikel 94 van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Onvoldoende precisering van de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding en van de redenen waarom een antwoord op de prejudiciële vragen noodzakelijk is - Kennelijke niet-ontvankelijkheid))
(2018/C 399/21)
Procestaal: Kroatisch
Verwijzende rechter
Visoki upravni sud
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Hrvatska banka za obnovu i razvitak (HBOR)
Verwerende partij: Povjerenik za informiranje Republike Hrvatske
in tegenwoordigheid van: Hrvoje Šimić
Dictum
Het verzoek om een prejudiciële beslissing, ingediend door de Visoki upravni sud (hoogste bestuursrechter, Kroatië) bij beslissing van 1 februari 2018, is kennelijk niet-ontvankelijk.