Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CA0047

Zaak C-47/18: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 18 september 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Wien - Oostenrijk) – Skarb Państwa Rzeczpospolitej Polskiej – Generalny Dyrektor Dróg Krajowych i Autostrad/Stephan Riel, handelend als curator van Alpine Bau GmbH (Prejudiciële verwijzing – Verordening (EU) nr. 1215/2012 – Rechterlijke bevoegdheid in burgerlijke en handelszaken – Werkingssfeer – Artikel 1, lid 2, onder b) – Faillissement, akkoorden en andere soortgelijke procedures – Uitgesloten – Rechtsvordering tot vaststelling van het bestaan van een vordering met het oog op de registratie ervan in het kader van een insolventieprocedure – Toepassing van verordening (EG) nr. 1346/2000 – Artikel 41 – Inhoud van de indiening van een vordering – Hoofdinsolventieprocedure en secundaire insolventieprocedure – Aanhangigheid en samenhang – Toepassing naar analogie van artikel 29, lid 1, van verordening nr. 1215/2012 – Ontoelaatbaarheid)

PB C 399 van 25.11.2019, p. 9–9 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

25.11.2019   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 399/9


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 18 september 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Oberlandesgericht Wien - Oostenrijk) – Skarb Państwa Rzeczpospolitej Polskiej – Generalny Dyrektor Dróg Krajowych i Autostrad/Stephan Riel, handelend als curator van Alpine Bau GmbH

(Zaak C-47/18) (1)

(Prejudiciële verwijzing - Verordening (EU) nr. 1215/2012 - Rechterlijke bevoegdheid in burgerlijke en handelszaken - Werkingssfeer - Artikel 1, lid 2, onder b) - Faillissement, akkoorden en andere soortgelijke procedures - Uitgesloten - Rechtsvordering tot vaststelling van het bestaan van een vordering met het oog op de registratie ervan in het kader van een insolventieprocedure - Toepassing van verordening (EG) nr. 1346/2000 - Artikel 41 - Inhoud van de indiening van een vordering - Hoofdinsolventieprocedure en secundaire insolventieprocedure - Aanhangigheid en samenhang - Toepassing naar analogie van artikel 29, lid 1, van verordening nr. 1215/2012 - Ontoelaatbaarheid)

(2019/C 399/09)

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Oberlandesgericht Wien

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Skarb Państwa Rzeczpospolitej Polskiej – Generalny Dyrektor Dróg Krajowych i Autostrad

Verwerende partij: Stephan Riel, handelend als curator van Alpine Bau GmbH

Dictum

1)

Artikel 1, lid 2, onder b), van verordening (EU) nr. 1215/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2012 betreffende de rechterlijke bevoegdheid, de erkenning en de tenuitvoerlegging van beslissingen in burgerlijke en handelszaken moet aldus worden uitgelegd dat een rechtsvordering tot vaststelling van het bestaan van vorderingen met het oog op de registratie ervan in het kader van een insolventieprocedure, zoals de rechtsvordering die in het hoofdgeding aan de orde is, uitgesloten is van de werkingssfeer van die verordening.

2)

Artikel 29, lid 1, van verordening nr. 1215/2012 moet aldus worden uitgelegd dat het niet van toepassing is, ook niet naar analogie, op een rechtsvordering als die welke in het hoofdgeding aan de orde is, die uitgesloten is van de werkingssfeer van die verordening maar binnen de werkingssfeer van verordening (EG) nr. 1346/2000 van de Raad van 29 mei 2000 betreffende insolventieprocedures valt.

3)

Artikel 41 van verordening nr. 1346/2000 moet aldus worden uitgelegd dat een schuldeiser in het kader van een insolventieprocedure een vordering kan indienen zonder formeel opgave te doen van de datum van ontstaan van deze vordering, wanneer het recht van de lidstaat op het grondgebied waarvan deze procedure is geopend, niet voorziet in de verplichting om opgave te doen van deze datum en die datum zonder veel moeite kan worden afgeleid uit de in dit artikel 41 bedoelde bewijsstukken, wat moet worden beoordeeld door de bevoegde autoriteit die verantwoordelijk is voor de verificatie van de vorderingen.


(1)  PB C 142 van 23.4.2018.


Top