Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0613

    Zaak C-613/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte dei Conti (Italië) op 24 oktober 2017 — Federazione Italiana Sport Equestri (FISE) / Istituto Nazionale di Statistica — ISTAT

    PB C 22 van 22.1.2018, p. 23–24 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    22.1.2018   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 22/23


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Corte dei Conti (Italië) op 24 oktober 2017 — Federazione Italiana Sport Equestri (FISE) / Istituto Nazionale di Statistica — ISTAT

    (Zaak C-613/17)

    (2018/C 022/35)

    Procestaal: Italiaans

    Verwijzende rechter

    Corte dei Conti

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Federazione Italiana Sport Equestri (FISE)

    Verwerende partij: Istituto Nazionale di Statistica — ISTAT

    Prejudiciële vragen

    1)

    Moet het begrip „algemene door de overheid vastgestelde regels die van toepassing zijn op alle instellingen die dezelfde activiteit uitoefenen” als bedoeld in punt 20.15 van verordening (EU) nr. 549/2013 (1) (zogeheten „ESR 2010”) ruim worden opgevat opdat ook beleidsbepalende bevoegdheden van sportieve aard („soft law”) en wettelijk vastgelegde erkenningsbevoegdheden voor de verkrijging van rechtspersoonlijkheid en om werkzaam te kunnen zijn in de sportsector daarbij moeten worden inbegrepen, welke beide bevoegdheden in het algemeen betrekking hebben op alle nationale sportfederaties in Italië?

    2)

    Moet de algemene indicator van zeggenschap als bedoeld in punt 20.15 van verordening (EU) nr. 549/2013 („de bevoegdheid om het algemene beleid of programma van een institutionele eenheid te bepalen”) in materiële zin worden opgevat als het vermogen om de beheersactiviteiten van een instelling zonder winstoogmerk te sturen, binden en beïnvloeden, of kan zij in atechnische zin worden geacht ook bevoegdheden van extern toezicht te omvatten die verschillen van de onder a), b), c), d) en e) van punt 20.15 gedefinieerde specifieke indicatoren van zeggenschap (zoals de bevoegdheid om de jaarrekening goed te keuren, accountants te benoemen, de statuten en bepaalde soorten reglementen goed te keuren, het sportbeleid te bepalen of sportprestaties te erkennen)?

    3)

    Kan op grond van de punten 20.15, 4.125 en 4.126 van verordening (EU) nr. 549/2013, in samenhang gelezen, bij de beoordeling of er sprake is van zeggenschap van een overheid, rekening worden gehouden met lidmaatschapsgelden, door te specificeren of een hoog bedrag aan lidmaatschapsgelden, samen met de overige eigen inkomsten, in het licht van de specifieke omstandigheden van de concrete situatie, kan wijzen op een aanzienlijke mate van zelfbeschikking van de instelling zonder winstoogmerk?


    (1)  Verordening (EU) nr. 549/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 21 mei 2013 betreffende het Europees systeem van nationale en regionale rekeningen in de Europese Unie (Voor de EER relevante tekst) (PB 2013, L 174, blz. 1).


    Top