EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0209

Zaak C-209/17 P: Hogere voorziening ingesteld op 21 april 2017 door NG tegen de beschikking van het Gerecht (Eerste kamer — uitgebreid) van 28 februari 2017 in zaak T-193/16, NG/Europese Raad

PB C 231 van 17.7.2017, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

17.7.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 231/13


Hogere voorziening ingesteld op 21 april 2017 door NG tegen de beschikking van het Gerecht (Eerste kamer — uitgebreid) van 28 februari 2017 in zaak T-193/16, NG/Europese Raad

(Zaak C-209/17 P)

(2017/C 231/17)

Procestaal: Engels

Partijen

Rekwirant: NG (vertegenwoordigers: P. O’Shea, BL, I. Whelan, BL, B. Burns, Solicitor)

Andere partij in de procedure: Europese Raad

Conclusies

de beschikking van het Gerecht van 28 februari 2017 waarbij het Gerecht het beroep heeft verworpen wegens onbevoegdheid van het Gerecht om het te behandelen, nietig te verklaren;

over de vraag die het voorwerp is van de onderhavige voorziening een definitieve beslissing te geven en te verklaren dat het Gerecht zich ten onrechte onbevoegd heeft verklaard, met veroordeling van verweerder in zaak T-193/16 in de kosten van rekwirant in de procedures voor het Gerecht en het Hof van Justitie van de Europese Unie;

de zaak terug te verwijzen naar het Gerecht met de aanwijzing dat het zich bevoegd moet verklaren.

Middelen en voornaamste argumenten

1.

Gebrek aan motivering;

2.

Verzuim om naar behoren te beoordelen of de bestreden overeenkomst in werkelijkheid een besluit van verweerder was;

3.

Verzuim om relevante feitelijke omstandigheden in aanmerking te nemen;

4.

Verzuim om ingediend bewijs in aanmerking te nemen;

5.

Verzuim om materiële aspecten volledig te onderzoeken en te beoordelen;

6.

Verzuim om nader relevant onderzoek te doen;

7.

Verzuim om voldoende gegevens in de beschouwing te betrekken;

8.

Verzuim om de door het Hof in zaak C-294/83 vastgelegde beginselen in aanmerking te nemen.


Top