Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62016TN0916

    Zaak T-916/16: Beroep ingesteld op 28 december 2016 — Winkler/Commissie

    PB C 46 van 13.2.2017, p. 28–29 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.2.2017   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 46/28


    Beroep ingesteld op 28 december 2016 — Winkler/Commissie

    (Zaak T-916/16)

    (2017/C 046/33)

    Procestaal: Duits

    Partijen

    Verzoekende partij: Bernd Winkler (Grange, Ierland) (vertegenwoordiger: A. Kässens, advocaat)

    Verwerende partij: Europese Commissie

    Conclusies

    De verzoekende partij verzoekt het Gerecht:

    het door de verwerende partij op de klacht genomen besluit van 30 september 2016 nietig te verklaren en de verwerende partij te verplichten, een besluit te nemen over de berekening van de waarde van het kapitaal op het tijdstip waarop verzoekers aanvraag op 14 september 2011 werd ingeschreven;

    subsidiair, de verwerende partij veroordelen tot betaling van een vergoeding van 19 920,39 EUR, te betalen op de pensioenrekening van de verzoekende partij.

    Middelen en voornaamste argumenten

    Ter ondersteuning van haar beroep voert de verzoekende partij drie middelen aan.

    1.

    Eerste middel: schending van de beginselen van een redelijke procesduur, van rechtszekerheid en van een eerlijk proces alsmede schending van de informatieplicht en van de verplichting tot het horen van partijen

    Verzoeker stelt dat de verwerende partij door de vertraagde behandeling van zijn verzoek alle beginselen heeft geschonden van een overeenkomstig de regels te voeren administratieve procedure. Evenmin is hij vóór de vaststelling van de bezwarende maatregel gehoord.

    2.

    Tweede middel: schending van het beginsel van gelijke behandeling, van het verbod van discriminatie en van evenredigheid

    In het kader van dit middel stelt verzoeker dat soortgelijke aanvragen van andere collega’s die niet ouder zijn dan hij, veel sneller zijn behandeld zonder dat er sprake was van een objectieve reden die deze ongelijke behandeling rechtvaardigt.

    3.

    Derde middel: schending van het vertrouwensbeginsel

    Verzoeker betwist ten slotte de aftrek van rente van de berekende waarde van zijn kapitaal voor het tijdvak tussen de indiening van zijn aanvraag en de uiteindelijke overdracht van het kapitaalbedrag, waarop hij van tevoren niet is gewezen.


    Top