EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62014TA0713

Zaak T-713/14: Arrest van het Gerecht van 13 december 2016 — IPSO/ECB („ECB — Personeel van de ECB — Uitzendkrachten — Beperking van de maximale duur van de prestatie van één en dezelfde uitzendkracht — Beroep tot nietigverklaring — Handeling waartegen kan worden opgekomen — Rechtstreekse en individuele geraaktheid — Procesbelang — Beroepstermijn — Ontvankelijkheid — Achterwege blijven van informatie en raadpleging van de verzoekende vakbondsorganisatie — Niet-contractuele aansprakelijkheid”)

PB C 46 van 13.2.2017, p. 19–19 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

13.2.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 46/19


Arrest van het Gerecht van 13 december 2016 — IPSO/ECB

(Zaak T-713/14) (1)

((„ECB - Personeel van de ECB - Uitzendkrachten - Beperking van de maximale duur van de prestatie van één en dezelfde uitzendkracht - Beroep tot nietigverklaring - Handeling waartegen kan worden opgekomen - Rechtstreekse en individuele geraaktheid - Procesbelang - Beroepstermijn - Ontvankelijkheid - Achterwege blijven van informatie en raadpleging van de verzoekende vakbondsorganisatie - Niet-contractuele aansprakelijkheid”))

(2017/C 046/21)

Procestaal: Frans

Partijen

Verzoekende partij: International and European Public Services Organisation (IPSO) (Frankfurt am Main, Duitsland) (vertegenwoordiger: L. Levi, advocaat)

Verwerende partij: Europese Centrale Bank (vertegenwoordigers: aanvankelijk B. Ehlers, I. Köpfer en M. López Torres, vervolgens B. Ehlers, P. Pfeifhofer en F. Malfrère, gemachtigden, bijgestaan door B. Wägenbaur, advocaat)

Voorwerp

Verzoek op grond van artikel 263 VWEU tot nietigverklaring van een handeling van de directie van de ECB van 20 mei 2014 waarbij de maximale duur gedurende welke de ECB gebruik kan maken van de prestaties van één en dezelfde uitzendkracht voor administratieve en secretariële taken, is beperkt tot twee jaar en, in de tweede plaats, een verzoek op grond van artikel 268 VWEU tot vergoeding van de geleden immateriële schade

Dictum

1)

Het besluit van de directie van de Europese Centrale Bank (ECB) van 20 mei 2014 waarbij de maximale duur gedurende welke de ECB gebruik kan maken van de prestaties van één en dezelfde uitzendkracht voor administratieve en secretariële taken, is beperkt tot twee jaar, wordt nietig verklaard.

2)

Het beroep wordt verworpen voor het overige.

3)

De BCE wordt, behalve in haar eigen kosten, verwezen in drie vierde van de kosten van de International and European Public Services Organisation in the Federal Republic of Germany (IPSO). IPSO zal een vierde van haar eigen kosten dragen.


(1)  PB C 431 van 1.12.2014.


Top