This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62014CN0444
Case C-444/14: Request for a preliminary ruling from the Bundesverwaltungsgericht (Germany) lodged on 25 September 2014 — Amira Osso v Region Hannover
Zaak C-444/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 25 september 2014 — Amira Osso/Region Hannover
Zaak C-444/14: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 25 september 2014 — Amira Osso/Region Hannover
PB C 439 van 8.12.2014, p. 22–22
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
8.12.2014 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 439/22 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht (Duitsland) op 25 september 2014 — Amira Osso/Region Hannover
(Zaak C-444/14)
(2014/C 439/29)
Procestaal: Duits
Verwijzende rechter
Bundesverwaltungsgericht
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Amira Osso
Verwerende partij: Region Hannover
In tegenwoordigheid van: Der Vertreter des Bundesinteresses beim Bundesverwaltungsgericht
Prejudiciële vragen
1) |
Moet de verplichting voor een vreemdeling om zijn woonplaats te vestigen binnen een bepaald geografisch gebied (gemeente, district, regio) van een lidstaat worden beschouwd als een beperking van het vrije verkeer van personen in de zin van artikel 33 van richtlijn 2011/95/EU (1), indien de vreemdeling zich voor het overige vrij op het grondgebied van de lidstaat mag verplaatsen en daar vrij mag verblijven? |
2) |
Is een woonplaatsverplichting voor personen met een subsidiaire beschermingsstatus verenigbaar met artikel 33 en/of artikel 29 van richtlijn 2011/95/EU, indien deze verplichting berust op het streven naar een billijke spreiding van de socialeuitkeringslasten over de verschillende bevoegde instanties binnen het grondgebied? |
3) |
Is een woonplaatsverplichting voor personen met een subsidiaire beschermingsstatus verenigbaar met artikel 33 en/of artikel 29 van richtlijn 2011/95/EU, indien hieraan redenen van migratie- of integratiebeleid ten grondslag liggen, bijvoorbeeld het voorkomen van het ontstaan van sociale brandhaarden door de massale vestiging van vreemdelingen in bepaalde gemeenten of districten? Volstaan in zoverre abstracte migratie- of integratiepolitieke redenen of moeten dergelijke redenen concreet worden vastgesteld? |
(1) Richtlijn 2011/95/EU van het Europees Parlement en de Raad van 13 december 2011 inzake normen voor de erkenning van onderdanen van derde landen of staatlozen als personen die internationale bescherming genieten, voor een uniforme status voor vluchtelingen of voor personen die in aanmerking komen voor subsidiaire bescherming, en voor de inhoud van de verleende bescherming (PB L 337, blz. 9).