This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62010CN0029
Case C-29/10: Reference for a preliminary ruling from the Cour d’appel (Luxembourg) lodged on 18 January 2010 — Heiko Koelzsch v État du Grand-Duché de Luxembourg
Zaak C-29/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Cour d’appel (Luxemburg) op 18 januari 2010 — Heiko Koelzsch/Groothertogdom Luxemburg
Zaak C-29/10: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Cour d’appel (Luxemburg) op 18 januari 2010 — Heiko Koelzsch/Groothertogdom Luxemburg
PB C 80 van 27.3.2010, p. 16–17
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
27.3.2010 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 80/16 |
Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Cour d’appel (Luxemburg) op 18 januari 2010 — Heiko Koelzsch/Groothertogdom Luxemburg
(Zaak C-29/10)
2010/C 80/30
Procestaal: Frans
Verwijzende rechter
Cour d’appel
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: Heiko Koelzsch
Verwerende partij: Groothertogdom Luxemburg
Prejudiciële vraag
Dient de collisieregel van artikel 6, lid 2, sub a, van het verdrag van Rome van 19 juni 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst (1), die stelt dat de arbeidsovereenkomst beheerst wordt door het recht van het land waar de werknemer ter uitvoering van de overeenkomst gewoonlijk zijn arbeid verricht, aldus te worden uitgelegd dat indien de werknemer zijn arbeid in verschillende landen verricht, maar systematisch naar één van deze landen terugkeert, dit land dient te worden beschouwd als het land waar de werknemer gewoonlijk zijn arbeid verricht?
(1) Verdrag van Rome van 1980 inzake het recht dat van toepassing is op verbintenissen uit overeenkomst ter ondertekening opengesteld te Rome op 19 juni 1980 (PB 1980, L 266, blz. 1).