Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52014AE4603

    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA 2 ) in Europa — Interoperabiliteit als middel om de overheidssector te moderniseren (COM(2014) 367 final — 2014/0185 (COD))

    PB C 12 van 15.1.2015, p. 99–104 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    15.1.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 12/99


    Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over het voorstel voor een besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2) in Europa — Interoperabiliteit als middel om de overheidssector te moderniseren

    (COM(2014) 367 final — 2014/0185 (COD))

    (2015/C 012/16)

    Afdelingsrapporteur:

    Stuart Etherington

    Het Europees Parlement en de Raad hebben op respectievelijk 3 juli en 17 juli 2014, overeenkomstig art. 172 en 304 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU), besloten om het Europees Economisch en Sociaal Comité te raadplegen over het

    Voorstel voor een Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor overheidsdiensten, bedrijven en burgers (ISA2) in Europa — Interoperabiliteit als middel om de overheidssector te moderniseren

    COM(2014) 367 final — 2014/0185 (COD).

    De afdeling Vervoer, Energie, Infrastructuur en Informatiemaatschappij, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 1 oktober 2014 goedgekeurd.

    Het Comité heeft tijdens zijn op 15 en 16 oktober 2014 gehouden 502e zitting (vergadering van 15 oktober) het volgende advies uitgebracht, dat met 151 stemmen vóór, bij 5 onthoudingen, is goedgekeurd.

    1.   Conclusies en aanbevelingen

    1.1   Conclusies

    1.1.1

    Het EESC is ingenomen met het voorstel voor een nieuw programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor overheidsdiensten, bedrijven en burgers in Europa („ISA2”). Het voorstel is goed beargumenteerd en kan bijdragen aan de verwezenlijking van de Digitale Agenda voor Europa door ervoor te zorgen dat overheidsdiensten gegevens effectief en doeltreffend kunnen uitwisselen op basis van gemeenschappelijke normen en instrumenten.

    1.1.2

    Hoewel het ISA2 -programma in de eerste plaats is bedoeld voor overheidsdiensten, ziet het EESC ook mogelijke voordelen voor het maatschappelijk middenveld, die hopelijk ten volle benut zullen kunnen worden.

    1.1.3

    Dit neemt niet weg dat het EESC twee belangrijke kanttekeningen wil maken. Het zou de werking van het ISA2 -programma ten goede komen, als aan deze bezwaren gehoor wordt gegeven.

    1.1.4

    Ten eerste dringt het tot steeds meer burgers door dat overheidsdiensten persoonlijke gegevens en gegevens van meer algemene aard verzamelen en gebruiken, en maken zij zich in toenemende mate zorgen hierover. Zij realiseren zich tevens dat een grotere interoperabiliteit gevolgen kan hebben voor de manier waarop die gegevens worden verzameld en gebruikt. In het voorstel wordt noch vanuit het oogpunt van de burger noch vanuit het oogpunt van een succesvolle omzetting van het ISA2 -programma aandacht besteed aan genoemde risico's en bezwaren. Het EESC wil ook verwijzen naar een van de adviezen die het eerder heeft uitgebracht over gegevensbescherming en naar het standpunt van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en benadrukt dat er betere beveiligingsmaatregelen moeten komen voor de burger (1) (zie de brief van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over de voorgestelde algemene verordening gegevensbescherming: https://secure.edps.europa.eu/EDPSWEB/webdav/site/mySite/shared/Documents/Consultation/Comments/2014/14-02-14_letter_Council_reform_package_EN.pdf).

    1.1.5

    Ten tweede kan het ISA2 -programma, met name door de activiteiten in het kader van zijn rol als „oplossingsincubator” de huidige markt voor interoperabiliteitsoplossingen verstoren.

    1.2   Aanbevelingen

    1.2.1

    Het EESC is ingenomen met het ISA2-programma voor interoperabiliteitsoplossingen en steunt het desbetreffende Commissievoorstel.

    1.2.2

    Het beveelt aan om in het ISA2-programma voort te borduren op het bestaande ISA-programma en andere programma's die bijdragen tot de omzetting van de Digitale Agenda voor Europa.

    1.2.3

    Het EESC wenst op de hoogte te worden gehouden over de vooruitgang die met het ISA2-programma wordt geboekt.

    1.2.4

    Een heikel punt is het vertrouwen van de burger in overheidsdiensten en hun vermogen om diens persoonlijke gegevens goed te beheren en de persoonlijke levenssfeer te beschermen. In het voorstel wordt het vertrouwen van de burger niet als risicofactor genoemd noch wordt nader ingegaan op andere risico's of nadelen voor de interoperabiliteit. Ook moeten eventuele kanttekeningen van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming bij de verwerking van persoonlijke gegevens in meer dan één lidstaat in acht worden genomen. Deze zouden veel meer concrete aandacht moeten krijgen in het ISA2-programma en de activiteiten die in het kader daarvan op touw worden gezet.

    1.2.5

    De kosten en de baten en de vermoedelijke sociale voordelen van het programma zouden in een hecht doortimmerde publiekssamenvatting op een rijtje moeten worden gezet.

    1.2.6

    Ook zouden meer praktijkvoorbeelden moeten worden aangehaald om het praktische nut van interoperabiliteit tussen nationale overheidsdiensten voor de burger aan te tonen.

    1.2.7

    Verder zou het EESC graag zien dat maatschappelijke organisaties beter worden voorgelicht over de werkzaamheden in het kader van het ISA2-programma, aangezien zij eveneens hun voordeel kunnen doen met interoperabiliteitsoplossingen en kunnen bijdragen aan de omzetting van het programma.

    1.2.8

    De werkzaamheden die in het kader van de functie van het programma als „oplossingsincubator” en „oplossingsbrug” worden uitgevoerd, kunnen de markt verstoren. Derhalve:

    moet de Commissie zich ervan vergewissen dat deze activiteiten niet leiden tot marktvervalsing en een kleiner marktaanbod van ICT-interoperabiliteitsoplossingen;

    dient de keuze voor nieuwe oplossingen en oplossingen voor ondersteuning op langere termijn tot duurzaamheid is bereikt, te worden gebaseerd op uitvoerige test- en evaluatieprocedures waarin de belanghebbenden vertrouwen kunnen hebben;

    moet het programma, indien het risico op marktvervalsing legitiem blijkt te zijn, in het kader van zijn functie van „oplossingsincubator” gericht worden op de ontwikkeling en invoering van normen en „utility libraries” in plaats van op het verstrekken van pasklare oplossingen.

    1.2.9

    De beperking tot niet-commerciële doeleinden kan een nadelige invloed hebben op de werking van het ISA2-programma. Als maatschappelijke organisaties de activiteiten van het ISA2-programma niet voor commerciële doeleinden kunnen benutten, zullen zij minder snel geneigd zijn om mee te doen.

    1.2.10

    Vanwege het meertaligheidsaspect moeten alle IT-oplossingen verenigbaar zijn met de universele tekenset UCS (Unicode, ISO/IEC 10646), zoals aanbevolen in het eindrapport van de Groep op hoog niveau voor meertaligheid (2007). Mocht er, nu of in de toekomst, een wettelijke verplichting voor interoperabiliteit op Europees niveau komen, dan zal uit beheerbaarheidsoverwegingen een subset van universele tekens moeten worden vastgesteld.

    2.   Inleiding

    2.1

    Men is het er in brede kring over eens dat gegevens de dienstverlening aan burgers en de openbare, particuliere en maatschappelijke organisaties die deze diensten aanbieden wezenlijk kunnen veranderen. Gegevens kunnen onderzoek en ontwikkeling stimuleren en het productiviteits- en innovatiepeil verhogen. Niet voor niets gelden gegevens als een nieuwe natuurlijke hulpbron. Zie bijv. het artikel „Why big data is the new natural resource”.

    2.2

    Er worden steeds meer gegevens aangemaakt en verzameld over alle onderdelen van ons leven, van administratieve procedures zoals bij het invullen van onlinebelastingformulieren tot het passief verzamelen van gezondheidsgegevens via een smartwatch. Door gebruik te maken van zgn. „big data”, bijv. gegevens over de gebruikers van openbare vervoerssystemen, kunnen het ontwerp en de planning van openbare diensten fundamenteel worden veranderd. Beleidsinitiatieven en overheidsdiensten worden in toenemende mate bepaald door de digitale capaciteit. Neem een actueel voorbeeld uit Groot-Brittannië: de motorvoertuigenbelasting. Het vervangen van het papieren bewijs van inschrijving van een voertuig door een elektronisch systeem valt of staat met de interoperabiliteit van de gegevensbanken van verzekeringen, het motorvoertuigenregister en de autokeuringsdienst (zie voor een definitie van interoperabiliteit „Interoperability: What is it and why should I want it?”). Het betalen van motorvoertuigenbelasting wordt er gemakkelijker door én meer mensen zijn in orde met de belastingen. Wij leven in een digitale samenleving met steeds betere mogelijkheden tot geïntegreerde elektronische dienstverlening. De EU heeft een aantal programma's gelanceerd en een overkoepelende „Digitale agenda voor Europa” opgesteld die de totstandkoming van een digitale economie en samenleving moeten helpen verwezenlijken (kijk op Digital Agenda for Europe).

    2.3

    Om de voordelen van de digitale samenleving, met name elektronische overheidsdiensten, ook echt te benutten moeten wij ervoor zorgen dat gegevens toegankelijker worden en gemakkelijker hergebruikt kunnen worden doordat houders van auteursrechten onbeperkte toestemming geven voor het hergebruik van gegevens (open data; klik voor een definitie op „What is open data?”). Waar gegevens beschikbaar zijn, kunnen wij interoperabiliteitsnormen vaststellen, d.w.z. dat wij ervoor zorgen dat gegevens gemakkelijker kunnen worden uitgewisseld en hergebruikt. Dit kan heel simpel betekenen dat gegevens machinaal leesbaar worden gemaakt (in plaats van versleuteld te zijn in een bepaald format zoals PDF) of dat er gemeenschappelijke formats worden vastgesteld voor het indienen en verzamelen van gegevens (bijv. iXBRL voor bedrijfsrapporten, zie http://en.wikipedia.org/wiki/XBRL). In verband met de doeleinden van dit document zij er hier ook op gewezen dat een groot deel van de door overheidsdiensten verzamelde gegevens van persoonlijke aard zijn en de privésfeer betreffen (zie diagram). Dit is belangrijk want de vraag hoe er met persoonlijke gegevens wordt omgegaan heeft invloed op het maatschappelijk draagvlak voor interoperabiliteit en de omzetting ervan in de praktijk.

    Afbeelding 1: Big data, Open data en Persoonlijke data

    Image

    2.4

    Volgens de Commissie vormt met name de interoperabiliteit tussen landen een elektronische barrière die ervoor zorgt dat burgers niet efficiënter gebruik kunnen maken van overheidsdiensten, zoals de gezondheidszorg die steeds meer op data en ICT-capaciteit steunt. Ook wordt gesteld dat het gebrek aan interoperabiliteit de tenuitvoerlegging van beleidsmaatregelen voor heel Europa in de weg staat. Omgekeerd hangen beleidsinitiatieven voor de interne markt af van de interoperabiliteit van nationale ondernemingsregisters. Kortom, interoperabiliteit is van essentieel belang voor een modern, geïntegreerd Europa.

    3.   Het voorgestelde programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor overheidsdiensten, bedrijven en burgers in Europa (ISA2)

    3.1

    Sinds 1995 implementeert de Commissie programma's ter bevordering van de interoperabiliteit, in het kader waarvan o.m. een strategie en een raamwerk voor interoperabiliteit zijn ontwikkeld (zie de mededeling van de Commissie over interoperabele Europese overheidsdiensten (COM(2010) 744) voor een uitstekend overzicht). Volgens de Commissie heeft het bevorderen van de interoperabiliteit zijn vruchten afgeworpen: interoperabiliteit is een doorslaggevende factor geweest voor het verwezenlijken van „efficiënte en effectieve elektronische grens- en sectoroverschrijdende interactie tussen […] overheidsdiensten […], waardoor elektronische diensten kunnen worden geleverd ter ondersteuning van de tenuitvoerlegging van communautaire beleidsmaatregelen en activiteiten” (citaat uit het Besluit van het Europees Parlement en de Raad tot vaststelling van een programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor overheidsdiensten, bedrijven en burgers in Europa (ISA2), p.3).

    3.2

    Het huidige programma inzake interoperabiliteitsoplossingen voor overheidsdiensten in Europa (ISA) loopt op 31 december 2015 af. Er moet echter nog heel veel gebeuren: een standaard digitale procedure is in veel sectoren nog ver te zoeken. De kans is groot dat overheidsdiensten de voordelen van interoperabiliteit niet zullen kunnen benutten als de noodzaak tot interoperabiliteit niet wordt opgenomen in en ondersteund wordt door nieuwe wetgevingsvoorstellen.

    3.3

    Het nieuwe ISA2-programma (http://ec.europa.eu/isa/isa2/index_en.htm) heeft als doel:

    het interoperabiliteitslandschap in kaart te brengen;

    interoperabiliteitsoplossingen te bevorderen en te ondersteunen;

    de ICT-implicaties van nieuwe wetgeving te evalueren en te ondersteunen met het oog op bevordering van de interoperabiliteit;

    de uitwisseling en het hergebruik van gegevens over grenzen en sectoren heen aan te moedigen, met name in de betrekkingen tussen overheidsdiensten in Europa en in de betrekkingen tussen overheidsdiensten, burgers en maatschappelijke organisaties.

    3.4

    Er zijn uitvoerige raadplegingen geweest over het nieuwe ISA2-programma. Volgens de geraadpleegde partijen moet het ISA-programma in eerste instantie een programma voor overheidsdiensten blijven. Voor de meesten gaat het er vooral om dat er minder dubbel werk wordt gedaan en dat het programma nauw aansluit bij andere EU-programma's.

    3.5

    Bij de uitwerking van het nu voorgestelde programma is rekening gehouden met de evaluaties van voorgaande programma's. Onderhavig programma wil vooral interoperabiliteitsoplossingen voor overheidsdiensten aanbieden.

    3.6

    Voorgesteld wordt om voor de tenuitvoerlegging van het ISA2-programma een bedrag van 131 miljoen euro vrij te maken voor de periode 2014-2020.

    3.7

    Er wordt voor gewaarschuwd dat zonder ISA2-programma de interoperabiliteit niet voldoende bevorderd zal worden, waardoor normen en systemen versnipperd zullen raken en onnodig dubbel werk zal worden gedaan om nieuwe oplossingen of systemen uit te werken. Dit zal leiden tot efficiëntieverlies, omdat de interactie tussen overheidsdiensten minder vlot zal verlopen.

    4.   Algemene opmerkingen

    4.1

    Voortzetting van de inspanningen om interoperabiliteit en de investeringen daarin te bevorderen is noodzakelijk en wenselijk. Als de EU werk wil maken van haar Digitale Agenda voor Europa, kan zij niet om een tweede ISA-programma heen. Om misverstanden te vermijden is het belangrijk dat de belanghebbende partijen voorgelicht worden over de manier waarop de verschillende programma's met elkaar samenhangen (zie bijv. „What is the difference between the Digital Agenda, ISA, the eGovernment action plan, the EIS and the EIF?”. In dit document wordt het verband tussen het ISA-programma en de Digitale Agenda voor Europa toegelicht.

    4.2

    Afgaande op de ervaringen in Groot-Brittannië kunnen we in ieder geval stellen dat de medewerkers van overheidsdiensten nog wel wat steun en advies kunnen gebruiken voor de toegang tot en het hergebruik van gegevens (zie „Guest Blog: How to make open data more open? Close the gaps”. Ook technische vaardigheden maken daar deel van uit. Het ISA2-programma kan deze helpen verstrekken.

    4.3

    Aangezien steeds meer overheidsdiensten standaard elektronisch worden aangeboden, is het belangrijk dat de overheidsmiddelen voor ICT-oplossingen zo efficiënt mogelijk worden ingezet. Daartoe moeten de middelen zo vroeg mogelijk worden begroot en, waar mogelijk, moeten oplossingen worden uitgewisseld en hergebruikt om maximaal rendement te halen uit de ingezette overheidsmiddelen. Het ISA2-programma kan daartoe een welkome bijdrage leveren.

    4.4

    Hoewel het programma in eerste instantie bedoeld is voor overheidsdiensten, kunnen ook maatschappelijke organisaties hun voordeel doen met de activiteiten om de interoperabiliteit te bevorderen. Maatschappelijke organisaties richten zich steeds meer op coproductie. Sommige van de meest innovatieve ontwikkelingen in het maatschappelijk middenveld bevinden zich op het snijvlak van coproductie en technologische oplossingen voor overheidsdiensten, zoals in de gezondheidszorg en de sociale zekerheid. Dit opkomende digitale landschap zal zeker bijdragen tot de Europese interoperabiliteitsreferentie-architectuur (EIRA).

    4.5

    Het vertrouwen van de burger in overheidsdiensten en hun vermogen om zijn persoonlijke gegevens goed te beheren en zijn persoonlijke levenssfeer te beschermen, is een punt dat aandacht verdient. In het voorstel wordt het publieke vertrouwen niet als risicofactor genoemd noch wordt ingegaan op andere risico's of nadelen die afbreuk kunnen doen aan de interoperabiliteit.

    5.   Specifieke opmerkingen m.b.t. het voorgestelde programma

    5.1

    Het EESC stelt met tevredenheid vast dat bij de uitwerking van het ISA2-programma rekening is gehouden met de standpunten van de belanghebbende partijen en lering is getrokken uit voorgaande programma's. Ook is het ingenomen met het feit dat het programma voortbouwt op bestaande activiteiten en niet gekozen is voor een geheel nieuwe aanpak.

    5.2

    Het is een goede zaak dat de nadruk wordt gelegd op het bevorderen van de interoperabiliteit en op het verstrekken van meer praktische steun en advies. Gezien de grootschalige ICT-problemen waarmee de Britse overheidsdiensten al jaren kampen is het vooral toe te juichen dat groot belang wordt gehecht aan het inplannen van beoordelingen van de ICT-impact van wetgevingsvoorstellen in een vroeg stadium.

    5.3

    Het voorstel zou nog aan kracht winnen als meer praktijkvoorbeelden zouden worden aangehaald om de burger het praktische nut van interoperabiliteit tussen lidstaten aan te tonen. Belanghebbende partijen zouden nu bijna de indruk krijgen dat het voorstel alleen tot voordeel strekt van medewerkers van overheidsdiensten die geïnteresseerd zijn in grensoverschrijdende harmonisatie en niet van de burgers die een beroep doen op de gebruikelijke overheidsdiensten. De kosten en de baten en de vermoedelijke sociale voordelen van het programma zouden in een hecht doortimmerde publiekssamenvatting (de publiekssamenvatting van 2010 kunt u vinden op http://ec.europa.eu/isa/documents/isa_20101216_citizens_summary_en.pdf) op een rijtje moeten worden gezet.

    5.4

    Hierboven is al opgemerkt dat degenen die hebben deelgenomen aan de raadpleging tijdens de uitwerkingsfase van het ISA2-programma van mening waren dat het programma zich vooral op de overheidsdiensten moest blijven richten. Het EESC heeft erop gewezen dat interoperabiliteit ook een goede zaak is voor het maatschappelijk middenveld. De belanghebbende partijen van het maatschappelijk middenveld waren wellicht onvoldoende op de hoogte van de raadpleging, waardoor de aandacht in het ISA2-programma bij de overheidsdiensten is komen te liggen. Om een optimaal rendement te halen uit de ingezette programmamiddelen zou het goed zijn om de aandacht in het ISA2-programma meer op het maatschappelijk middenveld te richten.

    5.5

    In het kader van het ISA2-programma zullen interoperabiliteitsoplossingen worden ontwikkeld en gecreëerd (de zgn. incubatorfunctie). Tevens is het de bedoeling dat het programma als „oplossingsbrug” gaat functioneren om duurzame ICT-oplossingen te waarborgen. De keuze voor nieuwe oplossingen en oplossingen voor ondersteuning op langere termijn tot duurzaamheid is bereikt, dient te worden gebaseerd op uitvoerige test- en evaluatieprocedures waarin de belanghebbenden vertrouwen kunnen hebben.

    5.6

    De werkzaamheden in het kader van de functie die het programma heeft als resp. „oplossingsincubator” en „oplossingsbrug” kunnen eventueel de markt verstoren. De Commissie moet zich ervan vergewissen dat deze activiteiten niet leiden tot marktvervalsing en een kleiner marktaanbod van ICT-interoperabiliteitsoplossingen.

    5.7

    Indien het risico op marktvervalsing legitiem blijkt te zijn, moet het programma zich in het kader van zijn functie van „oplossingsincubator” richten op de ontwikkeling en invoering van normen en „utility libraries” in plaats van op het verstrekken van pasklare oplossingen. Dit leidt tot minder marktverstoringen, terwijl normen toch nog gemakkelijk verspreid kunnen worden.

    5.8

    Volgens artikel 13 mogen de door het ISA2-programma ontwikkelde of gebruikte interoperabiliteitsoplossingen ook voor niet-commerciële doeleinden worden benut in het kader van niet-EU-initiatieven. De beperking tot niet-commerciële doeleinden kan een negatieve invloed hebben op de werking van het ISA2 -programma. Als maatschappelijke organisaties de activiteiten van het ISA2-programma niet voor commerciële doeleinden kunnen benutten, zullen zij minder snel geneigd zijn mee te doen aan het programma.

    5.9

    De publieke opinie ten aanzien van 's lands digitale capaciteit kan een bedreiging vormen voor het succes van interoperabiliteitsvoorstellen. Naarmate burgers zich meer bewust worden van de reikwijdte, aard en macht van een „big-brother-staat”, zullen zij sterker aandringen op beveiligingsmaatregelen (zie het artikel „Defining the surveillance state”.) Hoewel burgers een steeds grotere bezorgdheid aan de dag leggen m.b.t. hun recht op privacy en de ethische gevolgen van aan elkaar gekoppelde en gedeelde gegevens, wordt in het voorstel vrijwel geen aandacht besteed aan de vraag of er wel een maatschappelijk draagvlak is voor de koppeling van gegevens of interoperabiliteit. Ook de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming plaatst kanttekeningen bij de verwerking van persoonlijke gegevens in meer dan één lidstaat, hetgeen door interoperabiliteit gemakkelijker wordt. Het EESC verwijst tevens naar een van zijn eerdere adviezen over gegevensbescherming en naar het standpunt van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming en benadrukt dat er betere beveiligingsmaatregelen moeten komen voor de burger (2) (zie de brief van de Europese Toezichthouder voor gegevensbescherming over de voorgestelde algemene verordening gegevensbescherming:

    https://secure.edps.europa.eu/EDPSWEB/webdav/site/mySite/shared/Documents/Consultation/Comments/2014/14-02-14_letter_Council_reform_package_EN.pdf).

    5.10

    Het voorstel zou aan kracht winnen als ook op deze bezwaren wordt ingegaan en naar oplossingen wordt gezocht. Het programma zou bovendien een stevigere basis krijgen als er meer expliciet gesproken zou worden van samenwerking met maatschappelijke organisaties en instellingen voor hoger onderwijs om beter te kunnen ingaan op de zorgen van de burgers en om strengere ethische beveiligingsmaatregelen te kunnen nemen ter waarborging van de reputatie van en het publieke vertrouwen in de overheidsdiensten.

    5.11

    De laatste bijzondere opmerking is van technische aard. De universele tekenset (Universal Character Set — UCS) is met het oog op de meertaligheid van geschreven teksten van cruciaal belang. De Groep op hoog niveau voor meertaligheid, opgericht door Europees commissaris voor onderwijs Ján Figeľ in het najaar van 2006 heeft ter gelegenheid van de Europese Dag van de talen in 2007 zijn eindrapport gepubliceerd („EC High Level Group on Multilingualism: Final Report (2007)”), waarin o.m. de volgende aanbeveling is opgenomen: „...de gegevensbanken voor intern documentbeheer en de interfaces voor software-applicaties of hardware-uitrusting zijn gebaseerd op Unicode om het alfabet in alle talen te kunnen weergeven. De Groep roept de overheden in de lidstaten en de aanbieders van webmail die dat nog niet hebben gedaan, op om over te stappen op Unicode, zodat er een einde gemaakt kan worden aan discriminatie van EU-burgers op grond van nationaliteit of taal. Om het geheel beheerbaar te houden moet er een subset van het UCS worden vastgesteld. Deze kan bestaan uit een selectie van tekens uit het Latijnse schrift of uit het Latijnse, Griekse en Cyrillische schrift (het UCS omvat meer dan 90.000 tekens).”

    5.12

    Vanwege het meertaligheidsaspect moeten alle IT-oplossingen verenigbaar zijn met de universele tekenset UCS (Unicode, ISO/IEC 10646), zoals aanbevolen in het eindrapport van de Groep op hoog niveau voor meertaligheid (2007). Mocht er, nu of in de toekomst, een wettelijke verplichting voor interoperabiliteit op Europees niveau, komen, dan is het om beheerbaarheidsoverwegingen raadzaam dat er een subset van universele tekens wordt vastgesteld.

    Brussel, 15 oktober 2014

    De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

    Henri MALOSSE


    (1)  PB C 229, 31.7.2012, blz. 90-97.

    (2)  PB C 229, 31.7.2012, blz. 90-97.


    Top