Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012IP0227

    Venezuela: mogelijke terugtrekking uit de Inter-Amerikaanse Comissie voor de rechten van de mens Resolutie van het Europees Parlement van 24 mei 2012 over de mogelijke terugtrekking van Venezuela uit de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten (2012/2653(RSP))

    PB C 264E van 13.9.2013, p. 88–90 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    13.9.2013   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    CE 264/88


    Donderdag 24 mei 2012
    Venezuela: mogelijke terugtrekking uit de Inter-Amerikaanse Comissie voor de rechten van de mens

    P7_TA(2012)0227

    Resolutie van het Europees Parlement van 24 mei 2012 over de mogelijke terugtrekking van Venezuela uit de Inter-Amerikaanse Commissie voor de mensenrechten (2012/2653(RSP))

    2013/C 264 E/14

    Het Europees Parlement,

    gezien zijn vroegere resoluties over Venezuela, in het bijzonder die van 24 mei 2007 over het geval „Radio Caracas Televisión” (1), van 23 oktober 2008 over de politieke onbevoegdverklaringen (2), van 7 mei 2009 over de zaak Manuel Rosales (3), van 11 februari 2010 over Venezuela (4) en van 8 juli 2010 over de zaak Maria Lourdes Afiuni (5),

    gezien de Amerikaanse Verklaring van de rechten en plichten van de mens van 1948, waarbij de start van het Inter-Amerikaanse stelsel van bescherming van de mensenrechten (IAHRS) werd geformaliseerd, en gezien de instelling door de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS) van de Inter-Amerikaanse Commissie voor de rechten van de mens (IACHR) in 1959, waarvan Venezuela sinds 1977 lid is, en de statutaire oprichting van de IACHR in 1979,

    gezien de oprichting van het Inter-Amerikaanse Hof voor de rechten van de mens in 1979, waarvan Venezuela sinds 1981 lid is,

    gezien zijn resoluties van 17 juni 2010 over het EU-beleid ten aanzien van mensenrechtenverdedigers (6) en van 18 april 2012 over het jaarverslag over de mensenrechten in de wereld en het mensenrechtenbeleid van de Europese Unie, waaronder de implicaties voor het strategische mensenrechtenbeleid van de EU (7),

    gezien de bezorgdheid die de woordvoerder van de Hoge Commissaris van de VN voor de mensenrechten, Rupert Colville, op 4 mei 2012 heeft geuit over de mogelijke terugtrekking van Venezuela uit de IACHR,

    gezien de Universele Verklaring van de rechten van de mens van 1948,

    gezien artikel 122, lid 5, en artikel 110, lid 4,van zijn Reglement,

    A.

    overwegende dat de OAS haar eigen regionaal mensenrechtensysteem in het leven heeft geroepen, met een Inter-Amerikaanse Commissie voor de rechten van de mens, die in 1959 werd opgericht, en een Inter-Amerikaans Hof voor de rechten van de mens, dat in 1979 is opgericht en recht spreekt op grond van het Amerikaans Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens, het zogenaamde Pact van San José, dat in 1978 in werking is getreden als aanvulling en correctie op de haperende nationale rechtssystemen;

    B.

    overwegende dat volgens de Amerikaanse Verklaring van de rechten en plichten van de mens de grondrechten van het individu een van de basisbeginselen van de OAS zijn;

    C.

    overwegende dat tot nu toe 24 van de 34 lidstaten van de OAS het Amerikaanse mensenrechtenverdrag hebben geratificeerd;

    D.

    overwegende dat Venezuela partij is bij het Amerikaanse mensenrechtenverdrag, momenteel lid is van de IACHR en onderworpen is aan de jurisdictie van het Inter-Amerikaanse Hof voor de rechten van de mens, dat bevoegd is voor het interpreteren en afdwingen van de verdragsbepalingen; overwegende dat Venezuela deelneemt aan de werkzaamheden van de VN-mensenrechtenraad;

    E.

    overwegende dat President Chávez op 2 mei 2012 de oprichting heeft aangekondigd van een staatscommissie die de mogelijkheid moet onderzoeken om zich terug te trekken uit de IACHR; overwegende dat de Venezolaanse minister van Buitenlandse Zaken op 3 mei 2012 de andere regeringen uit de regio ertoe heeft opgeroepen het voorbeeld van zijn land te volgen;

    F.

    overwegende dat, in de periode 1970-2011, vier besluiten van de IACHR op Venezuela betrekking hadden en dat het Hof tussen 2004 en 2012 uitspraak heeft gedaan in 12 zaken; overwegende dat de OAS bij monde van de IACHR Venezuela meermaals heeft gewaarschuwd wegens schendingen van de vrijheid van meningsuiting, de persoonlijke veiligheid en de straffeloosheid, en de politieke rechten;

    G.

    overwegende dat Venezuela de afgelopen jaren de IACHR en het Hof diverse malen heeft bekritiseerd en er herhaaldelijk mee heeft gedreigd zich eruit terug te trekken met als argument dat de IACHR vooringenomen is en met twee maten meet; overwegende dat Venezuela ernstig aanstalten maakt om uit te treden; overwegende dat Venezuela sinds 2002 alle verzoeken van de IACHR om het land te inspecteren naast zich heeft neergelegd;

    H.

    overwegende dat de inhoud van zijn resoluties, in het bijzonder die betreffende de politieke onbevoegdverklaring van oppositieleiders en de daden van politieke vervolging, zoals de sluiting van Radio Caracas Televisión, bekrachtigd zijn door diverse besluiten en aanbevelingen van de IACHR; overwegende dat, als gevolg van deze negatieve aanbevelingen en het feit dat de Venezolaanse autoriteiten deze hebben genegeerd of niet hebben uitgevoerd, president Chávez de procedure in gang heeft gezet om zijn land terug te trekken uit de hierboven genoemde internationale organisatie;

    I.

    overwegende dat zowel de president van het Hooggerechtshof als de procureur-generaal van de Bolivariaanse Republiek Venezuela het voorstel van president Chávez om zijn land uit de IACHR terug te trekken, hebben bekrachtigd, wat ondubbelzinnig aantoont dat de overheidsinstanties, in het bijzonder de rechterlijke macht, geheel onderworpen zijn aan de politieke beslissingen van het staatshoofd;

    J.

    overwegende dat de IACHR, een hoogst eerbiedwaardig orgaan met een positieve impact in de regio, een cruciale rol heeft gespeeld om de vele slachtoffers van schendingen van de mensenrechten recht te laten geschieden en bovendien een sleutelrol heeft vervuld in de overgang van de dictatuur die voordien vele landen in de regio in haar greep hield, naar een democratisch bestel;

    K.

    overwegende dat de IACHR, een autonoom panel bestaande uit zeven onafhankelijke leden die in hun persoonlijke hoedanigheid optreden en niet een bepaald land vertegenwoordigen, zaken aanhangig maakt bij het Inter-Amerikaanse Hof, de OAS-lidstaten verzoekt voorzorgsmaatregelen te nemen om onherstelbare beschadiging van de mensenrechten in ernstige en dringende gevallen te voorkomen en individuele klachten inzake schendingen van de mensenrechten in ontvangst neemt, bestudeert en onderzoekt;

    L.

    overwegende dat de regionale mensenrechtenorganisaties een uiterst belangrijke rol vervullen in het bevorderen en beschermen van mensenrechtenregelingen en de universele mensenrechtennormen en -verdragen versterken, een rol die herhaaldelijk is erkend door de Algemene Vergadering van de VN en de Raad voor de mensenrechten daarvan, alsook door ngo's en mensenrechtenactivisten;

    M.

    overwegende dat, volgens artikel 1 van zijn statuut, het Inter-Amerikaanse Hof een autonome gerechtelijke instantie is, met als doel het Amerikaanse verdrag toe te passen en te interpreteren; overwegende dat zijn arresten bindend zijn voor alle partijen die het verdrag hebben ondertekend;

    1.

    spreekt zijn bezorgdheid uit over de aankondiging dat Venezuela een staatscommissie aan het oprichten is om de mogelijkheden te onderzoeken om uit te treden uit de Inter-Amerikaanse Commissie voor de rechten van de mens en roept de Venezolaanse autoriteiten ertoe op dit voornemen te heroverwegen;

    2.

    vreest dat uittreding van Venezuela uit het Inter-Amerikaanse stelsel ertoe kan leiden dat het land geïsoleerd geraakt en dat de mensenrechtensituatie er nog op achteruit gaat;

    3.

    moedigt de regeringen van Venezuela en alle andere staten van de regio ertoe aan de besluiten en aanbevelingen van de IACHR om samen te werken met de regionale en internationale mensenrechtenorganisaties te erkennen en te implementeren, en dringt erop aan dat zij geen besluiten nemen die de bescherming van de mensenrechten kunnen afzwakken;

    4.

    verwelkomt al de inspanningen van de IACHR, in het bijzonder op het vlak van de vrijheid van meningsuiting, de rechten van de inheemse volkeren, het voorkomen van foltering, de sociale rechten en de rechten van de vrouw en het bevorderen van het bewustzijn van de mensenrechten onder de bevolking van de regio, en spoort de IACHR ertoe aan te blijven ijveren voor volstrekte naleving van de mensenrechten;

    5.

    zegt zijn steun toe aan de regionale mensenrechtenorganen, als integrerend deel van het internationale mensenrechtensysteem, en verzoekt de EU-instellingen hun steun aan het Inter-Amerikaanse Hof voor de rechten van de mens, de IACHR en het Verdrag op te voeren;

    6.

    dringt er bij de landen die nog niet zijn toegetreden tot het Inter-Amerikaanse mensenrechtenstelsel op aan dit zo spoedig mogelijk te doen en er ten volle aan deel te nemen, wat het internationale gezag van het stelsel ten goede zal komen;

    7.

    dringt er bij de regering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela op aan de internationale en regionale verdragen en handvesten die het land heeft ondertekend, na te leven; herinnert eraan dat volgens de Venezolaanse grondwet alle ondertekende internationale verdragen bindend zijn;

    8.

    betreurt de besluiten van de Venezolaanse wetgevende en rechterlijke instanties om hun steun toe te zeggen aan de poging van de president om het land uit de IACHR terug te trekken, wat op een ondubbelzinnige manier aantoont dat het beginsel van de scheiding der machten in dat land met voeten wordt getreden en dat de wetgevende en rechterlijke instanties onderworpen zijn aan de politieke beslissingen van de president;

    9.

    verzoekt zijn Voorzitter deze resolutie te doen toekomen aan de Raad, de Commissie, de hoge vertegenwoordiger van de Unie voor buitenlandse zaken en veiligheidsbeleid, de regeringen en parlementen van de lidstaten, de secretaris-generaal van de Organisatie van Amerikaanse Staten (OAS), de Parlementaire Vergadering van EuroLat en de regering van de Bolivariaanse Republiek Venezuela.


    (1)  PB C 102 E van 24.4.2008, blz. 484.

    (2)  PB C 15 E van 21.1.2010, blz. 85.

    (3)  PB C 212 E van 5.8.2010, blz. 113.

    (4)  PB C 341 E van 16.12.2010, blz. 69.

    (5)  PB C 351 E van 2.12.2011, blz. 130.

    (6)  PB C 236 E van 12.8.2011, blz. 69.

    (7)  Aangenomen teksten, P7_TA(2012)0126.


    Top