Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52012AE1411

Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité — Een actieplan ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's (COM(2011) 870 final)

PB C 351 van 15.11.2012, p. 45–51 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

15.11.2012   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 351/45


Advies van het Europees Economisch en Sociaal Comité over de mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité — Een actieplan ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's

(COM(2011) 870 final)

2012/C 351/10

Rapporteur: mevrouw DARMANIN

Corapporteur: de heer LANNOO

De Commissie heeft op 7 december 2011 besloten om het Europees Economisch en Sociaal Comité overeenkomstig artikel 304 van het VWEU te raadplegen over de

Mededeling van de Commissie aan de Raad, het Europees Parlement, het Comité van de Regio's en het Europees Economisch en Sociaal Comité — Een actieplan ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's

COM(2011) 870 final.

De afdeling Interne markt, Productie en Consumptie, die met de voorbereidende werkzaamheden was belast, heeft haar advies op 30 augustus 2012 goedgekeurd.

Het Comité heeft tijdens zijn op 18 en 19 september 2012 gehouden 483e zitting (vergadering van 19 september) het volgende advies uitgebracht, dat met 174 stemmen vóór, bij 3 onthoudingen, is goedgekeurd.

1.   Conclusies en aanbevelingen

1.1   Het EESC staat achter het EU-actieplan ter verbetering van de toegang tot financiering voor kmo's op een moment dat veel landen in Europa met economisch onzekere vooruitzichten worden geconfronteerd. Volgens het EESC is herstel van Europa's economie slechts mogelijk als het mkb hoog op de agenda van de Europese beleidsmakers staat. Het onderschrijft dus uitdrukkelijk de inspanningen van de Europese instellingen om de veerkracht van het financiële systeem te vergroten zodat dit als instrument van de reële economie kan fungeren.

1.2   Specifieke acties zonder duidelijke inbreng van de lidstaten zijn gedoemd te mislukken. Daarom verzoekt het EESC hen om het actieplan uit te voeren en om alle mogelijke steunmechanismen voor financiering van het mkb aan te boren door zich te richten op de prioriteiten van Europa 2020. De lidstaten zouden bijv. garantiefondsen moeten ontwikkelen en beter gebruik moeten maken van de structuurfondsen voor financiële instrumenten.

1.3   Het EESC erkent dat financiering via leningen het meest gebruikte instrument is en blijft voor de ontwikkeling van het mkb. In dit verband staat het Comité geheel achter regelgevings- en financiële maatregelen voor ruimere schuldfinanciering en garantiemechanismen voor de groei van het mkb.

1.4   Benadrukt zij dat de voorstellen van Basel III in Europa terdege moeten worden uitgevoerd via de aanstaande vierde RKV-richtlijn om negatieve gevolgen voor de financiering van de reële economie te vermijden.

1.5   Het EESC onderschrijft de Commissievoorstellen voor stimulering van durfkapitaal in Europa. Het is essentieel dat de Europese markt voor durfkapitaal nieuwe duidelijke impulsen krijgt om tekortkomingen van de markt en belemmeringen van regelgevende aard op te heffen, zodat de sector weer aantrekkelijk wordt voor particuliere beleggers.

1.6   Het Europese mkb is gevarieerd en heterogeen. Initiatieven ter verbetering van de toegang moeten een volledig aanbod omvatten van diverse en innovatieve maatregelen om daadwerkelijk deze heterogene groep van actoren te bereiken, rekening houdend met hun specifieke kenmerken. Sociale ondernemingen en de vrije beroepen hebben bijvoorbeeld andere rechtsvormen en werkwijzen dan "traditionele" ondernemingen, hetgeen de toegang tot financiering verder bemoeilijkt, omdat deze vormen of modellen niet altijd erkend of begrepen worden door de financiële actoren.

1.7   Hybride kapitaal moet als alternatief voor bankleningen ook gestimuleerd worden. De opkomst van nieuwe financiële actoren verdient steun, evenals die van nieuwe tussenpersonen, die zowel innovatieve financiële oplossingen als bedrijfsadvies verlenen. Crowd funding is in dit verband een goed voorbeeld; ook valt te denken aan participatief bankieren.

1.8   Het EESC benadrukt dat de EIB, in nauwe samenwerking met de Commissie, een centrale rol moet vervullen in de investeringen in het mkb, en zulks aan de hand van een complete reeks algemene en doelgerichte instrumenten. Wat EIB-leningen voor het mkb betreft, worden EIB-tussenpersonen verzocht om, in samenwerking met mkb-organisaties, financiële regelingen bij het mkb beter bekend te maken.

1.9   Het EESC neemt kennis van het voorstel om de volgende generatie financiële instrumenten (EU-schuld- en EU-eigenvermogensinstrument) in het aanstaande Meerjarige Financiële Kader (MFK) te vereenvoudigen en transparanter te maken. Het EESC onderschrijft de voorstellen omdat beide regelingen een groot hefboomeffect zullen hebben.

1.10   Terecht heeft de Commissie besloten de dialoog te verbeteren tussen de diverse partijen om de marktontwikkelingen te volgen en om aanbevelingen te doen voor de verbetering van de toegang tot financiering voor het mkb. Het EESC hoopt dat het regelmatig wordt uitgenodigd voor het "SME Finance Forum" om mee te praten en voorstellen te doen om de financiële problemen van het mkb te verlichten.

1.11   Het Comité meent dat specifieke opleidingen voor ondernemers, zoals programma's over bereidheid tot investeringen, bevorderd moeten worden.

1.12   Verder moeten volgens het EESC de Europese programma's voor financiering van het mkb en die via Europese, nationale of regionale tussenpersonen uitgevoerd worden, beter toegankelijk worden voor het mkb. Transparante, begrijpelijke en samenhangende procedures op elk niveau zijn de sleutel tot hun succes.

2.   Het voorstel van de Commissie

2.1   Het actieplan schetst de belangrijkste belemmeringen voor het bevorderen van de financiering voor het mkb, te weten:

toegang tot leningen;

toegang tot durfkapitaal;

toegang tot kapitaalmarkten.

2.2   Voorts beschrijft het document de maatregelen die tussen 2007 en 2012 zijn genomen om ervoor te zorgen dat financiering het mkb bereikt, nl.:

het Programma voor concurrentievermogen en innovatie (CIP);

de toewijzing door de EIB van leningen aan het mkb;

de fondsen voor het cohesiebeleid.

het instrument voor risicodeling in het KP7.

2.3   De Commissie noemt een aantal maatregelen die de financiering voor het mkb moeten vergemakkelijken. Hieronder valt onder meer het volgende:

regelgevingsmaatregelen;

financiële maatregelen voor verbeterde leningverstrekking en inzet van durfkapitaal in de EU;

maatregelen ter verbetering van het mkb-ondernemingsklimaat.

3.   Algemene opmerkingen

3.1   De Europese Centrale Bank (ECB) publiceert regelmatig, in nauwe samenwerking met de Commissie, de resultaten van de "Enquête naar de toegang tot financiering voor kleine en middelgrote ondernemingen (kmo) in de eurozone" (1). Blijkens de resultaten van het laatste onderzoek is de behoefte van het mkb in de eurozone aan externe financiering tussen oktober 2011 en maart 2012 toegenomen. Tegelijkertijd geven de resultaten aan dat de toegang tot leningen van banken bleef verslechteren, hoewel dit van lidstaat tot lidstaat uiteenliep (2). Per saldo maakten de ondernemingen melding van minder beschikbare bankleningen. Voorts komt uit de enquête naar voren dat iets meer aanvragen voor een lening werden afgewezen. Ondertussen blijft het percentage respondenten dat toegang tot financiering als hun grootste probleem ziet, nagenoeg onveranderd. Met het oog hierop roept het EESC de Commissie op om ervoor te zorgen dat alternatieve toegangen tot financiering ten volle gebruikt kunnen worden.

3.2   Het EESC benadrukt dat elke enquête op de voet gevolgd moet worden om snel te kunnen reageren met specifieke beleidsmaatregelen. Informatie van het SME Finance Forum, in de lidstaten en van mkb-organisaties kan deze follow-up aanvullen. De Commissie zou deze taak moeten uitvoeren, samen met het EESC en maatschappelijke organisaties.

3.3   Het EESC steunt het onderzoek van de Commissie naar de beoordeling van de definitie van kmo's en vraagt met name aandacht voor micro- en kleine ondernemingen. Gezien de variatie en omvang van kmo's (3) (familiebedrijven, vrije beroepen en sociale ondernemingen, om er maar een paar te noemen) herinnert het EESC de Commissie eraan dat voor de financiële steun maatoplossingen geboden zijn. De Commissie wordt daarom verzocht rekening te houden met hun verschillende kenmerken, en vooral aandacht te schenken aan micro-ondernemingen, bij de uitwerking van financiële programma's om hun ontwikkeling te steunen. Elke vorm van discriminatie moet vermeden worden omdat er geen pasklare antwoorden op hun behoeften als geheel zijn.

4.   Bijzondere opmerkingen over de regelgevingsmaatregelen

4.1   Verordening durfkapitaal

4.1.1

Het EESC steunt de invoering van een geharmoniseerde regeling voor grensoverschrijdende transacties door durfkapitaalfondsen. Het voorstel verdient steun omdat het waarschijnlijk tekortkomingen van de markt opheft door de invoering van een Europees paspoort waarmee durfkapitaalfondsen in de gehele EU hun producten kunnen aanbieden en kapitaal kunnen ophalen. Het EESC heeft in een eerder advies (4) een aantal opmerkingen gemaakt over durfkapitaal en het verzoekt de Commissie hiermee rekening te houden.

4.1.2

Het EESC staat geheel achter het onderzoek dat de Commissie in 2012 zal uitvoeren naar de relatie tussen prudentiële regelgeving en de durfkapitaalinvesteringen door banken en verzekeringsmaatschappijen. Onderzocht moet worden of deze instrumenten tot een oligopolie van grote internationale banken leiden en of ze op middellange of lange termijn gewijzigd moeten worden.

4.1.3

Daar de meeste kmo's kleine ondernemingen zijn (minder dan 10 werknemers), verzoekt het EESC de Commissie met name naar fondsen voor micro-ondernemingen te kijken. Deze fondsen investeren in ondernemingen die niet aantrekkelijk genoeg zijn voor de traditionele durfkapitaalinvesteerders, maar te groot of te riskant om kapitaal aan te trekken van de gebruikelijke bronnen voor financiering. Zulke fondsen verstevigen de kapitaalbasis van een onderneming en ontwikkelen de bedrijfsvaardigheden van de ondernemer aan de hand van coachingmethoden gedurende de gehele investeringsduur (5). De lidstaten wordt verzocht instrumenten voor te stellen zoals specifieke belastingmaatregelen die de ontwikkeling van zulke fondsen kunnen bevorderen om de financiële leemten op te vullen.

4.2   Fiscale hervormingen

4.2.1

De Commissievoorstellen voor fiscale hervormingen voor grensoverschrijdende investeringen met durfkapitaal zijn welkom. Het Comité roept de Commissie en de lidstaten op om tegelijk duidelijke maatregelen voor te stellen om belastingontwijking en -ontduiking te voorkomen.

4.2.2

Afgezien van fiscale belemmeringen voor grensoverschrijdende transacties zou de Commissie er ook voor moeten zorgen dat lidstaten fiscale hervormingen voor financieringsregelingen voor het mkb in eigen land stimuleren.

4.2.3

Goede praktijken uit bepaalde lidstaten moeten onder de loep genomen worden en in de gehele EU onder het mkb verspreid worden (6). In diverse landen zijn al maatregelen met fiscale prikkels ingevoerd. Te denken valt aan België/Vlaanderen, waar een paar jaar geleden de winwinlening werd geïntroduceerd: personen kunnen geld lenen aan kmo's en in ruil daarvoor belastingvermindering krijgen. Een ander goed voorbeeld is het Nederlandse systeem, dat bekend staat als de Tante Agaath-lening (7).

4.2.4

Belastingvrijstellingen, zoals de Franse ISF-PME-wet (8) die toekent, kunnen ook snelgroeiende kmo's daadwerkelijk voordeel bieden. Het EESC is voorstander van zulke regelingen zolang de omvang van de vrijstelling redelijk is en niet nadelig uitpakt voor bijdragen aan andere, even belangrijke sectoren.

4.3   Regels inzake staatssteun

4.3.1

Het EESC staat achter het voorstel "modernisering van de staatssteun", dat de huidige regels inzake staatssteun voor het mkb wil vereenvoudigen. Het stelt vast dat de Commissie de algemene groepsvrijstellingsverordening zal herzien, evenals een aantal regels inzake staatssteun en risicokapitaal om de doelstellingen van Europa 2020 te verwezenlijken. Het EESC dringt erop aan deze regels te verbeteren, te vereenvoudigen en te verduidelijken. Het Comité roept de Commissie op om ervoor te zorgen dat staatssteun uitsluitend gebruikt wordt om marktfalen aan te pakken.

4.4   Beter zichtbare kmo-markten en beursgenoteerde kmo's

4.4.1

Het EESC is verheugd dat de MIFID-richtlijn voorstelt homogene groeimarkten voor het mkb te ontwikkelen en ze aantrekkelijker te maken voor beleggers door het keurmerk kmo-groeimarkt. Het EESC stelt echter voor (9) om specifieke bepalingen en maatregelen vast te leggen die een efficiënte en effectieve uitvoering waarborgen.

4.5   Rapportageverplichtingen voor beursgenoteerde mkb's

4.5.1

De Commissie en de lidstaten worden verzocht de boekhoudregels en rapportageverplichtingen voor beursgenoteerde mkb in Europa te beperken. Het Comité is verheugd dat de Commissie met een voorstel voor een richtlijn komt ter vereenvoudiging en verbetering van de jaarrekeningenrichtlijnen, en tegelijk met een voorstel dat de transparantierichtlijn herziet. Het EESC herinnert de Commissie eraan niet voorbij te gaan aan zijn twee in 2012 (10) uitgebrachte adviezen en ziet maar al te goed in dat kmo middelen voor investeringen moeten kunnen vrijmaken om verder te groeien.

4.6   De toekomstige uitvoering van Basel III en de gevolgen ervan voor de financiering van het mkb

4.6.1

De EU moet de toon aan blijven geven in de uitvoering van de internationaal afgesproken hervormingen van de financiële regelgeving. Het EESC merkt echter op dat de diverse kapitaalvereisten, die voor de uitvoering van Basel III in de EU in werking treden en die thans besproken worden (RKV IV/VKV) voor het mkb diverse problemen kunnen veroorzaken (11).

4.6.2

Het EESC steunt de inspanningen van de Europese instellingen om de veerkracht te vergroten van het financiële systeem om in de toekomst crises te vermijden. Maar meer regulering van de financiële markten mag niet ten koste gaan van de financiering van de kleine en middelgrote ondernemingen. Het EESC staat geheel achter het Karas-verslag, dat het Europees Parlement in mei 2012 heeft goedgekeurd en dat een stap in de juiste richting is, op weg naar een zinvolle en werkbare uitvoering in de EU van de "Basel-III-regels" voor kapitaalvereisten.

4.6.3

Het EESC neemt er kennis van dat de Commissie de Europese Bankenautoriteit (EBA) zal raadplegen binnen 24 maanden na de inwerkingtreding van de nieuwe richtlijn (richtlijn kapitaalvereisten, (RKV IV)) en dat de EBA verslag zal uitbrengen over lenen aan het mkb en natuurlijke personen. Het Comité verzoekt de Commissie volledig betrokken te worden bij de herbeoordeling van het risicogewicht door advies uit te brengen over het verslag dat naar de Raad en het Europees Parlement zal worden gestuurd.

4.7   Richtlijn betalingsachterstand

4.7.1

De Commissie plant de invoering van deze richtlijn voor 16 maart 2013. Het EESC dringt bij de lidstaten aan op actie zodat het mkb sneller van het systeem kan profiteren. Het is ook van groot belang dat de Commissie toeziet op tijdige invoering van deze richtlijn in alle lidstaten. Bovendien moet de Commissie op de voet volgen hoe de lidstaten artikel 4, lid 5, invoeren, dat hun de mogelijkheid biedt om de verificatieprocedure tot ruim 30 dagen te verlengen, tenzij er sprake is van kennelijke onbillijkheid jegens de schuldeiser. De Commissie moet er nauw op toezien dat lidstaten dit artikel niet aangrijpen om betalingen kunstmatig te vertragen, vooral omdat vertragingen in betalingen door de overheid grote gevolgen hebben voor het beheer van cashflow en liquiditeit door mkb's.

4.7.2

Om het goede voorbeeld te geven roept het EESC de Europese instellingen op om hun leveranciers tijdig te betalen en onnodige administratieve en financiële lasten voor hen te vermijden.

4.8   Europese sociaalondernemerschapsfondsen

4.8.1

Het EESC verwelkomt het Commissievoorstel voor een verordening voor Europese sociaalondernemerschapsfondsen en wijst de Commissie erop dat verbeterde toegang tot het juiste kapitaal voor sociale ondernemingen hoog op de agenda dient te staan. Het EESC bracht zijn advies hierover (12) begin 2012 uit. De sociale gevolgen en impact voor de samenleving van investeringsmaatschappijen zijn zaken die in kaart moeten worden gebracht en waarvan verslag moet worden gedaan. Het EESC beveelt een gezamenlijk onderzoek op EU-niveau aan om criteria en indicatoren uit te werken voor de aanpak van zulke onderwerpen. Dergelijke fondsen zijn slechts één van de vele broodnodige financiële instrumenten die nog moeten worden uitgewerkt.

4.8.2.

Het EESC roept lidstaten verder op om de verschillende vormen van sociale ondernemingen meer te erkennen. Met ruimere erkenning zouden aan deze ondernemingen toegekende leningen als minder riskant worden beschouwd en zouden de ondernemingen op dit gebied niet langer benadeeld worden in vergelijking met traditionele bedrijven.

5.   Specifieke opmerkingen over de financiële maatregelen van de EU voor het mkb

5.1.   Het Comité beseft terdege dat veel kmo's, met name de kleinere, voor externe financiering hoofdzakelijk afhankelijk zullen blijven van krediet.

5.2   Het EESC is ingenomen met de ononderbroken inzet van mkb-leningen van de EIB als één van de belangrijkste leenvormen in de EU voor het mkb, en beseft de financiële voordelen doordat het mkb zijn kosten voor deze via mediairs verstrekte leningen kan verlagen. Het EESC verzoekt de EIB hiermee door te gaan en om regelmatig te rapporteren over de bereikte resultaten. Om de verwachte resultaten te bereiken, wordt de intermediaire banken verzocht hun communicatie op te voeren en deze leningen onder het mkb meer bekendheid te verlenen, in nauwe samenwerking met mkb-organisaties.

5.3   Evenzeer moet de opkomst van nieuwe vormen van intermediairs ondersteund worden, die vaak beter aansluiten bij de heterogeniteit van het mkb. Ervaringen van coöperatieve en sociale banken zijn waardevol, aangezien zij maatoplossingen bieden voor financiële steun, vaak in combinatie met andere ondersteunende diensten.

5.4   Het EESC verzoekt de Commissie de risicodelingsvoorzieningen voor equity en quasi-equity-investeringen uit te breiden, in nauwe samenwerking met de EIB-groep, en om de uitgifte van bedrijfsobligaties te steunen. Wat de quasi-equitymarkt betreft, roept het EESC de Commissie en de EIB-groep met name op om te bezien hoe mezzaninefinanciering kan worden verbeterd en om nieuwe mezzanineproducten te bestuderen, zoals een garantie voor mezzanineleningen.

5.5   Het EESC zou graag zien dat de Commissie verdergaat met de promotie van de financiële regelingen van de EU bij mkb-organsiaties om te bereiken dat deze instrumenten bekender en sneller gebruikt worden, met name in lidstaten waar een achterstand heerst. Aangezien doeltreffende financiering van het mkb beschouwd kan worden als één van de belangrijkste instrumenten van het "Groeipact", dient het onderwerp in de nationale hervormingsplannen uitgebreid aan de orde te komen.

5.6   Volgens het Comité moet bijzondere aandacht uitgaan naar steun voor het mkb via equity- en schuldinstrumenten, zoals die van het programma voor het concurrentievermogen van ondernemingen en het mkb (COSME) en het Horizon 2020-programma. Het EESC is voorstander van verhoging van het maximumbedrag van de leninggarantiefaciliteit (LGF) in COSME (150 000 euro), zoals het al had bepleit in een eerder advies over het programma voor concurrentievermogen (13).

5.7   Het EESC meent dat er behoefte is aan verordeningen voor cohesiebeleid die voorzien in een vlotte en efficiënte uitvoering van de mkb-programma's, omdat het huidige kader tekortschiet. Het EESC betreurt het dat de financiële verordeningen van de EU thans te uitgebreid of te ingewikkeld zijn, en dus problemen veroorzaken voor nationale tussenpersonen die met de uitvoering ervan belast zijn. Er is duidelijk behoefte aan beter toezicht op de toepassing van financiële instrumenten binnen het Cohesiebeleid (14).

5.8   Het is ook van belang over te schakelen van projectfinanciering naar duurzamere financieringsinstrumenten om afhankelijkheid van overheidsfinanciering te vermijden. De Commissie zou een en ander moeten begeleiden met goede praktijken voor het combineren en benutten van financiële instrumenten uit verschillende bronnen tijdens alle fasen van de mkb-levenscyclus.

5.9   Het EESC neemt kennis van het voorstel om de toegang tot financiering op de lange termijn voor het mkb te vergemakkelijken met nieuwe financiële instrumenten (EU-schuldinstrument en het EU-eigenvermogensinstrument) binnen het Meerjarig Financieel Kader (MFK) in de vorm van specifieke platforms. Door middelen uit diverse bronnen te combineren, kunnen financiële instrumenten volgens het EESC investeringen voor bekende hiaten in de markt stimuleren, schaalvoordelen bereiken en/of de kans op mislukkingen beperken op gebieden waarop afzonderlijke lidstaten moeilijk de vereiste kritische massa kunnen vormen. Daarom roept het EESC de Commissie op de nieuwe generatie financiële instrumenten in te voeren op basis van de lering die uit ervaringen met de huidige instrumenten is getrokken (financiële instrumenten van het CIP, FFOR). Het is cruciaal om passende regels te formuleren, alsook begeleiding en standaardisering overeenkomstig marktvereisten en goede praktijken, overlapping te vermijden en de uitvoering te vereenvoudigen om de efficiëntie en financiële discipline te bevorderen. Het EESC benadrukt dat adequaat toezicht, rapportage, auditing en goed bestuur conditio sine qua non zijn om te garanderen dat de EU-middelen gebruikt worden waarvoor ze bedoeld zijn.

6.   Specifieke opmerkingen over maatregelen ter verbetering van het klimaat voor het mkb

6.1   Betere informatie en communicatie voor het mkb

6.1.1

Het EESC is ingenomen met het voorstel om de informatie voor financiële tussenpersonen uit te breiden en om banken en financiële instellingen aan te sporen om hun cliënten van alle benodigde instrumenten te voorzien voor het vinden van financiering. Verder acht het EESC het belangrijk om de financiële voorlichting voor het mkb uit te breiden. Lidstaten wordt sterk aanbevolen om aan dat initiatief mee te doen door het opzetten van specifieke mkb-programma's voor investeringsbereidheid, in nauwe samenwerking met mkb-organisaties.

6.1.2

Eén van de grootste problemen voor de meeste kmo's is de toegang tot advies op maat. Het EESC staat achter het principe en de rol van het Enterprise Europe Network (EEN), maar vindt dat alle opties daarvan moeten worden gebruikt (15). Daarom stelt het voor om de financiële adviescapaciteit van het EEN uit te breiden. Bij deze campagne moeten de mkb-organisaties wel nauw betrokken worden; ook moet rekening worden gehouden met de diversiteit van de kmo's.

6.2   Verbetering van het toezicht en de dataverzameling van de financieringsmarkt voor het mkb

6.2.1

Het Comité stelt vast dat de Commissie hier al aan gewerkt heeft (SMEs' Access to finance surveys en SME Finance Index). Het juicht het Commissievoorstel toe om nauwer samen te werken met bankenfederaties en om advies in te winnen bij andere instellingen (ECB, EBA). Het EESC pleit ook voor het betrekken van mkb-organisaties en instellingen op lidstaatniveau. Het EESC betreurt het dat het Actieplan niet verwijst naar uitbreiding van de samenwerking met internationale organisaties, zoals de OESO, om gegevens en statistieken (16) over de toegang tot financiering te verzamelen.

6.3   Kwalitatieve rating

6.3.1

Zuiver kwantitatieve ratingmodellen zijn vaak ongeschikt voor de beoordeling van kmo's omdat ze te star zijn. Het gebruik van kwalitatieve factoren in aanvulling op de gebruikelijke kwantitatieve analyse is meer dan welkom. Banken zouden dus kunnen overwegen om in hun methoden voor de beoordeling van de kredietwaardigheid van kmo's ook ruimte te maken voor "relationship banking". Ook dit aspect moet aan bod komen bij het uitwisselen van goede praktijken. Het EESC betreurt het dat sommige banken zich eerder van dit idee lijken te verwijderen dan het te bevorderen.

6.4   Business angels en andere partijen in de beginfase

6.4.1

Volgens het EESC is het van belang om business angels en durfkapitaalfondsen in de beginfase in contact te brengen met durfkapitaalfondsen in een later stadium om een solide financiële keten voor innovatie te garanderen. Voorts worden initiatieven voor meer dialoog op regionaal niveau tussen business angels, durfkapitaalfondsen en lokale ondernemers sterk aanbevolen.

6.4.2

Innovatieve benaderingen voor durfkapitaal zouden moeten worden onderzocht en toegepast. Eén van de opties is crowd funding,waarbij burgers, en niet banken of specialisten, investeren in mkb via een online platform, in plaats van de aandelenbeurs.

6.4.3

Toegesneden vormen van hybride kapitaal (17), met onderdelen als subsidies, equity en schuldkapitaal (zoals participatieleningen) verdienen meer aandacht omdat zij op het mkb aansluiten, zowel in de beginfase als tijdens de levenscyclus.

7.   Verdere aanbevelingen om mkb-financiering veilig te stellen

7.1   Goede praktijken in de banksector

7.1.1

Er zou moeten nagedacht worden over de ontwikkeling van een kader waarbij kredietverlening door instellingen, die handelen vanuit een filosofie van risico- en winstdeling, zou kunnen worden aangemoedigd, aangezien het mkb hiervan zeker zou kunnen profiteren. De Commissie zou een verschijnsel als rentevrij bankieren serieus moeten nemen. Het EESC wil dat de Commissie een groenboek voorbereidt als uitgangspunt voor een debat over rentevrij bankieren op Europees niveau. Initiatieven die landen als het VK, Frankrijk, Duitsland, Italië, Luxemburg en Malta los van elkaar hebben genomen verdienen bijval, maar zouden de verdere integratie van de financiële dienstverlening in de EU in de weg kunnen staan. Bovendien is wat dit soort financiering betreft de kans groot dat ongecoördineerde initiatieven niet de beste, sociaal aanvaardbare resultaten opleveren, zoals risico- en winstdeling. Het stimuleren van microfinanciering met specifiek investeringsbeleid, waarin verwezen wordt naar islamitische financiering, zou ook kunnen leiden tot nieuwe ondernemersactiviteiten, terwijl tegelijkertijd in bepaalde regio's de armoede wordt bestreden. Daartoe zou een Commissiemededeling uitgewerkt moeten worden die alternatieve financieringsmethoden analyseert en stimuleert om te waarborgen dat deze tegen gelijke voorwaarden worden aangeboden als gebruikelijke financieringsmethoden.

7.1.2

De Commissie heeft het werk en de resultaten van kredietbemiddelaars geanalyseerd, evenals de problemen van het mkb in hun zoektocht naar leningen voor financiering (18). Het EESC roept alle lidstaten op om hetzelfde te gaan doen om de transparantie in het leenproces te verbeteren. Het Comité stelt vast dat artikel 45, lid 4, van de richtlijn kapitaalvereisten (RKV III), en artikel 418, lid 4, van de voorgestelde verordening kapitaalvereisten (VKV IV), bepalingen bevatten op grond waarvan het mkb banken kan verzoeken hen te informeren over hun rating en scores. Het is van belang deze bepalingen volledig in praktijk te brengen.

7.1.3

Wat de concurrentie in de bankensector betreft, zou de Commissie de situatie onder de loep moeten nemen en erover moeten waken of er in de sector in en tussen de diverse lidstaten genoeg mededinging is op het gebied van financiële producten voor het mkb. Er is bijvoorbeeld de kwestie van financiële verliezen (zie hierna); tegelijk blijven de tarieven in geval van overschrijding voor kleine ondernemingen zeer hoog, hoewel de tarieven van de ECB voor herfinancieringsrente zich op een historisch laag niveau bevinden. Grote ondernemingen kunnen alternatieven gebruiken (zoals rechtstreekse leningen), maar kleine bedrijven niet.

7.1.4

Wederbeleggingsvergoeding: in tal van lidstaten brengen banken kosten in rekening als bedrijven voortijdig hun leningen aflossen. Wordt een lening eerder afgelost dan in het contract is voorzien, dan brengt de bank dit financiële verlies in rekening ter compensatie van het feit dat de bank het geld wellicht tegen een lagere rente moet herbeleggen dan de rente die ze ontvangen zou hebben als de lening niet vervroegd was terugbetaald.

7.1.5

Het probleem is echter dat deze wederbeleggingsvergoedingen vaak nogal hoog uitvallen. Bovendien worden deze kosten in het contract vaak niet duidelijk uitgelegd, wat ook geldt voor toekomstige, nog onbekende rentetarieven. Dit maakt het voor een bedrijf heel moeilijk om de eventuele wederbeleggingsvergoeding in geval van vervroegde aflossing te schatten. De meeste ondernemingen beseffen trouwens zelfs niet dat ze zulke vergoedingen moeten betalen.

7.1.6

Daarom is het zo belangrijk dat banken duidelijke informatie verstrekken over deze kosten voordat een kredietcontract wordt ondertekend. Verder zou de omvang van de wederbeleggingsvergoeding beperkt en billijk moeten blijven.

7.2   Zichtbaarheid en beheer van Europese programma's voor de financiering van het mkb

7.2.1

Het EESC is voor de oprichting van één, meertalige online database met verschillende bronnen van financiering, die Europese, nationale en regionale maatregelen combineert om de toegang tot financiering voor het mkb's te vergemakkelijken. Het Comité roept de Commissie op haar praktische gids (19) met informatie over de toegang tot 50 miljard euro overheidsfinanciering op grote schaal in de lidstaten te verspreiden.

7.2.2

Ten aanzien van het "Horizon 2020"-programma meent het EESC dat een speciaal budget van 15 % van het totale programma, met één managementstructuur, cruciaal is om het innovatieve potentieel van het mkb ten volle te benutten. Wat de procedure betreft, zijn er verbeteringen nodig voor de financiële en administratieve aspecten. Tal van mkb's hebben bijv. in hun land nog steeds te kampen met enorme btw-problemen als zij deelnemen aan door de EU gesubsidieerde onderzoeksprojecten. Heel vaak is dit één van de belangrijkste hinderpalen voor ondernemingen die daadwerkelijk vanaf het begin deelnemen. Duidelijke regelgeving die het mkb van deze last bevrijdt, zou in alle lidstaten moeten worden ingevoerd. BTW in verband met door de EU gesubsidieerde projecten zou in alle omstandigheden terugvorderbaar moeten zijn.

Brussel, 19 september 2012

De voorzitter van het Europees Economisch en Sociaal Comité

Staffan NILSSON


(1)  Dit onderzoek vond plaats tussen 29 februari en 29 maart 2012 en betrof 7 511 ondernemingen in de eurozone.

(2)  Ibidem, zie met name de cijfers op blz. 14-15.

(3)  PB C 318, 23.12.2009, blz. 22. PB C 376, 22.12.2011, blz. 51.

(4)  PB C 191, 29.06.12, blz. 72.

(5)  Zie bijv.Financités: http://www.financites.fr/

(6)  Zie het EBAN verslag: Tax Outlook 2010 Executive Summary - http://www.eban.org/resource-center/publications/eban-publications

(7)  Tante Agaath regeling (http://www.tanteagaath.nl/agaath_regeling.htm).

(8)  http://pme.service-public.fr/actualites/breves/reduction-isf-pour-investissements-pme.html

(9)  PB C 191, 29.06.12, blz. 80.

(10)  PB C 143, 22.05.2012, blz. 78 - PB C 181, 21.06.2012, blz. 84.

(11)  PB C 68, 6.3.2012, blz. 39.

(12)  PB C 229, 31.7.2012, blz. 55.

(13)  PB C 181, 21.06.2012, blz. 125.

(14)  Speciaal verslag 2/2012 "Door het Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling gecofinancierde financiële instrumenten voor het midden- en kleinbedrijf", verslag van de Europese Rekenkamer - http://eca.europa.eu/portal/pls/portal/docs/1/13766742.PDF

(15)  PB C 376, 22.12.2011, blz. 51 - PB C 181, 21.06.2012, blz. 125.

(16)  Zie bijvoorbeeld "Financing SMEs and Entrepreneurs 2012: an OECD scoreboard" (http://www.oecd-ilibrary.org/industry-and-services/financing-smes-and-entrepreneurship_9789264166769-en).

(17)  http://www.schwabfound.org/pdf/schwabfound/SocialInvestmentManual.pdf

(18)  http://europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=IP/10/1186&format=HTML&aged=0&language=EN&guiLanguage=en

(19)  Eindverslag, Evaluation of Member State Policies to facilitate Access to Finance for SMEs – June 2012 http://ec.europa.eu/enterprise/policies/finance/guide-to-funding/indirect-funding/files/evaluation-of-national-financing-programmes-2012_en.pdf


Top