Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32023R1119

    Uitvoeringsverordening (EU) 2023/1119 van de Commissie van 12 januari 2023 tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst (Voor de EER relevante tekst)

    C/2023/188

    PB L 148 van 8.6.2023, p. 29–35 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, GA, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_impl/2023/1119/oj

    8.6.2023   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 148/29


    UITVOERINGSVERORDENING (EU) 2023/1119 VAN DE COMMISSIE

    van 12 januari 2023

    tot vaststelling van technische uitvoeringsnormen voor de toepassing van Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot standaardformulieren, templates en procedures voor de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst

    (Voor de EER relevante tekst)

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad van 27 november 2019 betreffende het prudentiële toezicht op beleggingsondernemingen en tot wijziging van Richtlijnen 2002/87/EG, 2009/65/EG, 2011/61/EU, 2013/36/EU, 2014/59/EU en 2014/65/EU (1), en met name artikel 13, lid 8, tweede alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Een efficiënte en tijdige samenwerking tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst vereist, binnen de respectieve toezichthoudende bevoegdheden van die autoriteiten, een adequate uitwisseling van informatie in twee richtingen. Om deze doelstelling te ondersteunen, moeten standaardformulieren, templates en operationele procedures, met inbegrip van tijdschema’s, worden vastgesteld voor de uitwisseling van informatie. Aangezien de uitgewisselde informatie tijdig en actueel moet zijn, moeten de bevoegde autoriteiten ernaar streven zo snel mogelijk en zonder onnodige vertraging informatie uit te wisselen voordat enige maximumtermijn voor verwijzing van de zaak zou verstrijken.

    (2)

    Om ervoor te zorgen dat de informatie op efficiënte wijze aan de relevante personen wordt doorgegeven maar ook confidentieel blijft, moeten de bevoegde autoriteiten lijsten van contactpersonen opstellen, deze onderling delen en regelmatig actualiseren.

    (3)

    Om te waarborgen dat het grensoverschrijdende toezicht op beleggingsondernemingen doeltreffend verloopt, cliënten en markten daarmee een adequate bescherming wordt geboden en snelle corrigerende maatregelen worden genomen, moeten de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst elkaar onverwijld in kennis stellen van elke mogelijke situatie die invloed heeft op de financiële stabiliteit of op de werking van een bijkantoor, en alle essentiële en relevante informatie over die situatie verstrekken.

    (4)

    De voorschriften betreffende het type en de aard van de informatie die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst moet worden uitgewisseld, zijn vastgesteld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 van de Commissie (2). Bij het vaststellen van de standaardformulieren, templates en procedures voor deze vereisten inzake informatie-uitwisseling moet daarom de reikwijdte en de aanpak van die gedelegeerde verordening worden gevolgd. Om dubbel werk te voorkomen, moet rekening worden gehouden met de standaardformulieren, templates en procedures die reeds worden toegepast via andere mechanismen, zoals die welke zijn vastgesteld krachtens de artikelen 34 en 35 van Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad (3).

    (5)

    Het kader dat in Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 is vastgesteld, voorziet in voorschriften voor het type en de aard van de door de bevoegde autoriteiten uit te wisselen informatie. Dit kader bevat de belangrijkste elementen die in de uitwisseling van informatie tussen bevoegde autoriteiten aan bod moeten komen, maar heeft niet de bedoeling de reikwijdte van een dergelijke informatie-uitwisseling te beperken aangezien het erom gaat een brede grensoverschrijdende samenwerking tussen bevoegde autoriteiten te bevorderen.

    (6)

    Deze verordening is gebaseerd op de ontwerpen van technische reguleringsnormen die de Europese Bankautoriteit (“EBA”) na raadpleging van de Europese Autoriteit voor effecten en markten (ESMA) bij de Commissie heeft ingediend.

    (7)

    De EBA heeft openbare raadplegingen gehouden over de ontwerpen van technische uitvoeringsnormen waarop deze verordening is gebaseerd, de mogelijke kosten en baten geanalyseerd en het advies van de overeenkomstig artikel 37 van Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad (4) opgerichte Stakeholdergroep bankwezen ingewonnen,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Frequentie van de informatie-uitwisseling

    1.   De in artikel 2 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 bedoelde informatie wordt beschikbaar gesteld en ten minste eenmaal per jaar bijgewerkt. De bijgewerkte informatie wordt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst uiterlijk op 30 april van elk jaar, of na een materiële wijziging onverwijld, aan de bevoegde autoriteiten van een lidstaat van ontvangst verstrekt.

    2.   Informatie over een situatie van niet-naleving van vereisten als bedoeld in de artikelen 3 tot en met 6 en artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 en de toepassing van toezichtsmaatregelen of andere administratieve sancties of administratieve maatregelen als bedoeld in artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 wordt onverwijld verstrekt en uiterlijk 14 kalenderdagen na de vaststelling door de bevoegde autoriteiten van de situatie van niet-naleving, de toepassing van de toezichtmaatregel of andere administratieve maatregel, of de toepassing van een administratieve sanctie.

    3.   De in de artikelen 3 tot en met 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 bedoelde informatie wordt beschikbaar gesteld en ten minste eenmaal per jaar bijgewerkt. De bijgewerkte informatie wordt door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst op basis van de afsluiting van de rekeningen op 31 december uiterlijk op 30 april van elk jaar, of na een materiële wijziging onverwijld, aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst verstrekt.

    4.   In afwijking van lid 3 wordt de in lid 3 bedoelde informatie in een kalenderjaar waarin de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst de toetsing en evaluatie voor het toezicht op beleggingsondernemingen overeenkomstig artikel 36 van Richtlijn (EU) 2019/2034 verrichten, uiterlijk één maand na de voltooiing van het verslag verstrekt.

    Artikel 2

    Operationele procedures voor de toezending van informatie

    1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst houden voor elke beleggingsonderneming een bijgewerkte lijst bij met de relevante contactpersonen en contactgegevens, met inbegrip van contactpunten in noodgevallen, voor de uitwisseling van informatie tussen de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst, en zij delen deze lijst met de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst.

    2.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst stellen de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst onverwijld in kennis van hun contactpersonen en contactgegevens en eventuele wijzigingen daarvan. De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst en van de lidstaten van ontvangst controleren en actualiseren de contactlijst ten minste eenmaal per jaar.

    3.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst wisselen informatie in schriftelijke of elektronische vorm uit en sturen de informatie aan de relevante contactpersonen die zijn aangeduid in de in lid 1 bedoelde contactlijst, tenzij de om informatie verzoekende bevoegde autoriteit anders bepaalt.

    4.   Wanneer informatie in elektronische vorm wordt uitgewisseld, worden beveiligde communicatiekanalen gebruikt, tenzij de informatie verstrekkende en ontvangende bevoegde autoriteiten in voorkomend geval, en onverminderd de toepassing van artikel 15 van Richtlijn (EU) 2019/2034 en de regels inzake de verwerking van persoonsgegevens, overeenkomen gebruik te maken van onbeveiligde communicatiekanalen.

    5.   Afhankelijk van de urgentie van een specifieke situatie, wanneer de bevoegde autoriteiten bevindingen hebben vastgesteld met betrekking tot mogelijke problemen en risico’s die een beleggingsonderneming inhoudt voor de bescherming van cliënten of de stabiliteit van het financiële stelsel in de lidstaat van ontvangst of in gevallen van niet-naleving, kan de volgende informatie eerst mondeling worden verstrekt alvorens te worden bevestigd in schriftelijke of elektronische vorm:

    a)

    informatie betreffende niet-naleving van voorschriften als bedoeld in artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117;

    b)

    informatie betreffende de toepassing van toezichts- of andere administratieve maatregelen;

    c)

    informatie betreffende het opleggen van administratieve sancties.

    6.   Nadat zij informatie ontvangen, bevestigen de bevoegde autoriteiten de ontvangst ervan. Indien de informatie in elektronische vorm met gebruikmaking van een veilig communicatiekanaal is verstrekt, wordt de ontvangst ervan via hetzelfde kanaal bevestigd. Ontvangstbevestiging is niet vereist voor informatie die mondeling is verstrekt of via een veilig communicatiekanaal waarmee de afzender bevestiging kan krijgen van de ontvangst van de informatie door de ontvanger.

    7.   Indien overeenkomstig artikel 48, lid 1, van Richtlijn (EU) 2019/2034 een college van toezichthouders is opgericht en de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst en de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van ontvangst als leden of andere deelnemers aan het college deelnemen overeenkomstig Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1118 van de Commissie (5), zijn de leden 1 tot en met 6 van dit artikel niet van toepassing. In dergelijke gevallen wordt de informatie uitgewisseld overeenkomstig artikel 48, lid 6, van Richtlijn (EU) 2019/2034.

    Artikel 3

    Standaardformulieren voor de uitwisseling van informatie over beleggingsondernemingen die via een bijkantoor opereren

    1.   De in de artikelen 2, 3, 4 en 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 bedoelde informatie wordt uitgewisseld met gebruikmaking van de template en het formulier bedoeld in de bijlage.

    2.   Informatie en bevindingen over mogelijke problemen en risico’s met betrekking tot het bijkantoor of zijn activiteiten in de lidstaat van ontvangst, die aanzienlijke gevolgen hebben voor de bescherming van cliënten of de stabiliteit van het financiële stelsel in de lidstaat van ontvangst, worden door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst verstrekt in de vorm die deze autoriteiten passend achten.

    3.   De in artikel 8 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 bedoelde informatie en de informatie over de toepassing van toezichts- of andere administratieve maatregelen of administratieve sancties als bedoeld in artikel 1, lid 2, van deze verordening worden verstrekt in de vorm die de informatie verstrekkende bevoegde autoriteit passend acht.

    Artikel 4

    Verzoeken om informatie betreffende grensoverschrijdende dienstverleners

    1.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst waar een beleggingsonderneming haar activiteiten in het kader van de vrijheid van dienstverrichting uitoefent, die de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst verzoeken de in Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 vastgestelde informatie over die diensten te verstrekken:

    a)

    zenden het verzoek om informatie in schriftelijke of elektronische vorm aan de relevante contactpersoon aangeduid in de in artikel 2, lid 1, bedoelde contactlijst;

    b)

    stellen een redelijke termijn waarbinnen het antwoord naar verwachting beschikbaar zal zijn.

    2.   De bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst die een verzoek als bedoeld in lid 1 ontvangen, verstrekken de informatie onverwijld en stellen alles in het werk om binnen de in het verzoek gestelde termijn te antwoorden. Indien die bevoegde autoriteiten niet in staat zijn om binnen de in het verzoek gestelde termijn te antwoorden, stellen zij de verzoekende bevoegde autoriteiten onverwijld in kennis van de termijn waarbinnen zij de informatie zullen verstrekken.

    Artikel 5

    Ad-hocverzoeken om informatie

    1.   Elk ander ad-hocverzoek om informatie dat niet in het kader van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 is vermeld, wordt in schriftelijke of elektronische vorm toegezonden aan de relevante contactpersonen vermeld in de in artikel 2, lid 1, van deze verordening bedoelde contactlijst.

    2.   Bevoegde autoriteiten die een in lid 1 bedoeld verzoek indienen, leggen uit hoe de informatie het toezicht op of de monitoring van een beleggingsonderneming of de bescherming van de stabiliteit van het financiële systeem kan vergemakkelijken.

    3.   De om informatie verzoekende bevoegde autoriteiten stellen een redelijke termijn waarbinnen het antwoord kan worden verwacht rekening houdend met de aard en de urgentie van het verzoek en de gevraagde informatie.

    4.   Bevoegde autoriteiten die een verzoek als bedoeld in lid 1 ontvangen, verstrekken de informatie onverwijld en stellen alles in het werk om binnen de in het verzoek gestelde termijn te antwoorden. Indien die bevoegde autoriteiten niet in staat zijn om binnen de in het verzoek gestelde termijn te antwoorden, stellen zij de verzoekende bevoegde autoriteiten onverwijld in kennis van de termijn waarbinnen zij de informatie zullen verstrekken.

    5.   Indien de gevraagde informatie niet beschikbaar is, zullen de bevoegde autoriteiten die een verzoek als bedoeld in lid 1 ontvangen, de bevoegde autoriteiten die het verzoek indienen dienovereenkomstig informeren.

    Artikel 6

    Inwerkingtreding

    Deze verordening treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 12 januari 2023.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Ursula VON DER LEYEN


    (1)   PB L 314 van 5.12.2019, blz. 64.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117 van de Commissie van 12 januari 2023 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad met betrekking tot technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de vereisten voor het soort en de aard van de informatie die de bevoegde autoriteiten van de lidstaten van herkomst en van ontvangst moeten uitwisselen (zie bladzijde 10 van dit Publicatieblad).

    (3)  Richtlijn 2014/65/EU van het Europees Parlement en de Raad van 15 mei 2014 betreffende markten voor financiële instrumenten en tot wijziging van Richtlijn 2002/92/EG en Richtlijn 2011/61/EU (PB L 173 van 12.6.2014, blz. 349).

    (4)  Verordening (EU) nr. 1093/2010 van het Europees Parlement en de Raad van 24 november 2010 tot oprichting van een Europese toezichthoudende autoriteit (Europese Bankautoriteit), tot wijziging van Besluit nr. 716/2009/EG en tot intrekking van Besluit 2009/78/EG van de Commissie (PB L 331 van 15.12.2010, blz. 12).

    (5)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1118 van de Commissie van 12 januari 2023 tot aanvulling van Richtlijn (EU) 2019/2034 van het Europees Parlement en de Raad met technische reguleringsnormen tot nadere bepaling van de voorwaarden waaronder colleges van toezichthouders hun taken uitoefenen (zie bladzijde 17 van dit Publicatieblad).


    BIJLAGE

    Template voor de uitwisseling van informatie over beleggingsondernemingen, door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst te verstrekken aan de bevoegde autoriteiten van een lidstaat van ontvangst die toezicht houden op een bijkantoor:

    Bevoegde autoriteit:

    Vrije tekst

    Naam van beleggingsonderneming:

    Vrije tekst

    Referentiedatum (DD/MM/JJJJ)

    Referentiedatum voor de informatie.

    Datum van indiening (DD/MM/JJJJ)

    Datum waarop de informatie aan de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van ontvangst wordt verstrekt.

    Informatie verstrekt op geconsolideerde basis (ja/neen)

    Vul “ja” in als de informatie in deze template op geconsolideerde basis en niet op het niveau van de groep van de beleggingsonderneming wordt verstrekt

    Contactpersoon van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst

    Naam en contactgegevens van een persoon die informatie verstrekt voor eventuele vervolgvragen

    Verklaring betreffende de naleving door de beleggingsonderneming van de eigenvermogensvereisten van artikel 11 van Verordening (EU) 2019/2033, rekening houdend met de overgangsregelingen van artikel 57 van die verordening

    Rechtsgrondslag: Artikel 3, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    Vrije tekst waarin de vraag van de verslagdatum wordt beantwoord.

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.

    Gevallen van niet-naleving van minimale regelgevingsvereisten en eventuele toezichtmaatregelen van de bevoegde autoriteiten om deze aan te pakken moeten buiten het kader van deze template in regelmatige informatie-uitwisselingen worden gemeld in overeenstemming met artikel 1, lid 2.

    Verklaring betreffende de naleving door de beleggingsonderneming van eventuele aanvullend-eigenvermogensvereisten opgelegd overeenkomstig artikel 39, lid 2, punt a), van Richtlijn (EU) 2019/2034

    Verklaring betreffende de naleving door de beleggingsonderneming van richtsnoeren betreffende aanvullend eigen vermogen opgelegd overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn (EU) 2019/2034

    Waarde van de eigenvermogensvereisten bedoeld in artikel 11 van Verordening (EU) 2019/2033

    Rechtsgrondslag: Artikel 3, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    Waarde volgens toezichtrapportage.

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.

    Verklaring of de in de vorige regel verstrekte waarde is vastgesteld op basis van artikel 11, lid 1, punten a), b) of c), van Verordening (EU) 2019/2033

    Rechtsgrondslag: Artikel 3, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    Vrije tekst die beschrijft wat de basis vormt voor de berekening van eigenvermogensvereisten.

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.

    Waarde van aanvullend-eigenvermogensvereisten opgelegd overeenkomstig artikel 39, lid 2, punt a), van Richtlijn (EU) 2019/2034, en de redenen voor het opleggen daarvan

    Rechtsgrondslag: Artikel 3, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    Waarde volgens toezichtrapportage.

    Vrije tekst die beschrijft wat de basis vormt voor het opleggen van aanvullend-eigenvermogensvereisten.

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.

    Waarde van richtsnoeren inzake aanvullend eigen vermogen opgelegd overeenkomstig artikel 41 van Richtlijn (EU) 2019/2034

    Rechtsgrondslag: Artikel 3, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    Waarde volgens toezichtrapportage.

    Vrije tekst die beschrijft wat de basis vormt voor het opleggen van richtsnoeren inzake aanvullend eigen vermogen.

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.

    Verklaring betreffende de naleving door de beleggingsonderneming van de in deel vier van Verordening (EU) 2019/2033 vastgestelde vereisten inzake concentratierisico

    Rechtsgrondslag: Artikel 4, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    Vrije tekst waarin de vraag van de verslagdatum wordt beantwoord.

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.

    Gevallen van niet-naleving van minimale regelgevingsvereisten en eventuele toezichtmaatregelen van de bevoegde autoriteiten om deze aan te pakken moeten buiten het kader van deze template in regelmatige informatie-uitwisselingen worden gemeld in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    Verklaring betreffende de naleving door de beleggingsonderneming van de in deel vijf van Verordening (EU) 2019/2033 vastgestelde liquiditeitsvereisten, rekening houdend met de overgangsregelingen van artikel 57, lid 1, van die verordening

    Rechtsgrondslag: Artikel 4, lid 3, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    Vrije tekst waarin de vraag van de verslagdatum wordt beantwoord.

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.

    Gevallen van niet-naleving van minimale regelgevingsvereisten en eventuele toezichtmaatregelen van de bevoegde autoriteiten om deze aan te pakken moeten buiten het kader van deze template in regelmatige informatie-uitwisselingen worden gemeld in overeenstemming met artikel 1, lid 3, van deze verordening.

    Samenvatting van de algemene beoordeling door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst van het liquiditeitsrisicoprofiel en het risicobeheer van een beleggingsonderneming

    Rechtsgrondslag: Artikel 4, lid 5, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    Vrije tekst waarin de vraag van de verslagdatum wordt beantwoord.

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.

    Beknopte beoordeling van alle wezenlijke risico’s die aan het licht zijn gekomen bij de toetsing en evaluatie door de toezichthouder overeenkomstig artikel 36 van Richtlijn (EU) 2019/2034, of in het kader van enige andere toezichtactiviteit van de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst

    Rechtsgrondslag: Artikel 7, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    Vrije tekst waarin de vraag van de verslagdatum wordt beantwoord.

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.

    Uit te wisselen extra informatie betreffende het beheer en de eigendom van de beleggingsonderneming en de voorbereiding op noodsituaties

    Rechtsgrondslag: Artikel 2, lid 1, en artikel 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    1.

    Huidige organisatiestructuur (organigram) van de beleggingsonderneming, met inbegrip van haar bedrijfsonderdelen en haar betrekkingen met entiteiten binnen de groep

    2.

    Contactgegevens voor noodgevallen: contactgegevens van contactpersonen bij de bevoegde autoriteiten die belast zijn met het beheer van noodsituaties en communicatieprocedures die gelden in noodsituaties

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.

    Aanvullende informatie te verstrekken door de bevoegde autoriteiten van de lidstaat van herkomst die toezicht houden op overeenkomstig artikel 12 van Verordening (EU) 2019/2033 niet als kleine en niet-verweven beleggingsondernemingen aangemerkte beleggingsondernemingen

    Rechtsgrondslag: Artikel 2, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) 2023/1117.

    1.

    Structuur van het leidinggevend orgaan en de directie, inclusief de toewijzing van taken voor het toezicht op een bijkantoor

    2.

    Lijst van aandeelhouders en vennoten met een gekwalificeerde deelneming

    Indien er geen wijzigingen zijn ten opzichte van de vorige rapportageperiode, kunnen de bevoegde autoriteiten naar eerder verstrekte informatie verwijzen of deze bijwerken.


    Top