Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32019R0886

    Gedelegeerde Verordening (EU) 2019/886 van de Commissie van 12 februari 2019 tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wat betreft de bepalingen inzake financiële instrumenten, vereenvoudigde kostenopties, het audittraject, de reikwijdte en inhoud van audits van concrete acties en de methode voor de selectie van de steekproef van de concrete acties en bijlage III

    C/2019/788

    PB L 142 van 29.5.2019, p. 9–15 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2019/886/oj

    29.5.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 142/9


    GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2019/886 VAN DE COMMISSIE

    van 12 februari 2019

    tot wijziging en rectificatie van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wat betreft de bepalingen inzake financiële instrumenten, vereenvoudigde kostenopties, het audittraject, de reikwijdte en inhoud van audits van concrete acties en de methode voor de selectie van de steekproef van de concrete acties en bijlage III

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij, en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 1083/2006 van de Raad (1), en met name artikel 38, lid 4, artikel 39 bis, lid 7, artikel 40, lid 4, artikel 41, lid 3, artikel 42, lid 6, artikel 61, lid 3, onder b), artikel 68, lid 2, artikel 125, lid 8, eerste alinea, artikel 125, lid 9, en artikel 127, lid 7,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie (2) bevat onder andere specifieke bepalingen voor de rol, de verplichtingen en de verantwoordelijkheid van de instanties die de financieringsinstrumenten ten uitvoer leggen, alsook de daarmee verband houdende selectiecriteria en financieringsinstrumenten. Na de wijziging van deel 2, titel IV, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 door Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad (3), moet Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 worden gewijzigd om in overeenstemming te zijn met deze wijzigingen.

    (2)

    In artikel 38, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, werd een nieuwe uitvoeringsoptie geïntroduceerd om middelen uit de ESI-fondsen te combineren met financieringsinstrumenten van de EIB in het kader van het Europees Fonds voor strategische investeringen, waarvan de voorwaarden nader werden bepaald in het nieuwe artikel 39 bis. Derhalve moeten de rechtsgrondslag en het toepassingsgebied van een aantal bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 voor de rol, de verplichtingen en de verantwoordelijkheid van de instanties die de financieringsinstrumenten ten uitvoer leggen, alsook de daarmee verband houdende selectiecriteria en financieringsinstrumenten worden gewijzigd om een verwijzing naar artikel 39 bis van Verordening (EU) nr. 1303/2013 op te nemen.

    (3)

    In artikel 38, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 werden de regels voor de onderhandse gunning aan banken of instellingen in handen van de overheid verduidelijkt. De artikelen 7 en 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd. Aangezien de wijzigingen in artikel 38 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad met ingang van 1 januari 2014 van toepassing zijn, moeten de wijzigingen in artikel 7 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 met ingang van 1 januari 2014 van toepassing zijn. Aangezien de wijzigingen in artikel 39 bis van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad met ingang van 1 januari 2018 van toepassing zijn, moet de wijziging in artikel 10 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 met ingang van 1 januari 2018 van toepassing zijn.

    (4)

    Het nieuwe artikel 43 bis van Verordening (EU) nr. 1303/2013 verduidelijkt de regels betreffende de gedifferentieerde behandeling van investeerders in geval van winst- en risicodeling. Artikel 6, lid 1, en artikel 9, lid 1, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 moeten dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (5)

    Artikel 40 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 werd gewijzigd om de aangewezen autoriteiten in staat te stellen de nodige zekerheid te verkrijgen bij het uitvoeren van hun verplichtingen met betrekking tot verificaties, controles en audits op basis van consistente, kwalitatief goede en tijdige verslagen die door de EIB of andere internationale financiële instellingen waarvan een lidstaat aandeelhouder is, moeten worden verstrekt. Derhalve en op basis van de lessen die zijn geleerd bij de uitvoering van artikel 9, leden 3 en 4, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014, moeten deze leden worden geschrapt.

    (6)

    Artikel 9 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 voorziet in aanvullende specifieke bepalingen inzake het beheer en de controle van financieringsinstrumenten op nationaal, regionaal, transnationaal of grensoverschrijdend niveau. Bovendien bevat lid 1, onder c), van dit artikel een onjuiste verwijzing naar Verordening (EU) nr. 1305/2013 voor het Elfpo, die moet worden gecorrigeerd.

    (7)

    Verwijzingen in de desbetreffende bepalingen van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 moeten worden afgestemd op de terminologie in de gewijzigde bepalingen in Verordening (EU) nr. 1303/2013 met betrekking tot de onderhandse gunning, de gedifferentieerde behandeling van investeerders, het begrip "investeerders die werken vanuit het markteconomiebeginsel" uit de wetgeving inzake staatssteun, alsook dezelfde behandeling weerspiegelen van internationale financiële instellingen zoals de EIB overeenkomstig artikel 40 van Verordening (EU) nr. 1303/2013.

    (8)

    Artikel 61, lid 8, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 is gewijzigd bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 om te bepalen dat zij niet van toepassing op concrete acties waarvoor steun staatssteun inhoudt. In artikel 19, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wordt bepaald dat de vaststelling van financiële discontovoeten plaatsvindt op het niveau van de lidstaten. Echter, om te zorgen voor een homogene en vlotte evaluatie van grote projecten wat de indicatoren voor financiële winstgevendheid betreft voor projecten met staatssteun, moet artikel 19, lid 6, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 worden geschrapt, zodat in de projectspecifieke financiële discontovoeten rekening kan worden gehouden met de aard van de investeerder of van de sector.

    (9)

    Bovendien werden de artikelen 67 en 68 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 over vereenvoudigde kostenopties gewijzigd en werden bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 de artikelen 68 bis en 68 ter ingevoerd. De artikelen 20 en 21 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 moeten derhalve dienovereenkomstig worden gewijzigd, zodat de verwijzingen naar de bepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 correct zijn.

    (10)

    Er moeten in deze verordening ook specifieke bepalingen worden vastgesteld met betrekking tot het audittraject en de audits van concrete acties als bedoeld in de artikelen 25 en 27 van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 met betrekking tot respectievelijk de nieuwe vorm van steun voor concrete acties door middel van financiering die niet gekoppeld is aan de kosten als bedoeld in artikel 67, lid 1, eerste alinea, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013.

    (11)

    Om te zorgen voor een coherente aanpak bij het verkrijgen van zekerheid over de betrouwbaarheid van de gegevens met betrekking tot indicatoren en mijlpalen, moet in artikel 27, lid 2, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 worden gespecificeerd dat dit element deel tot de auditwerkzaamheden moet behoren bij audits van concrete acties.

    (12)

    Artikel 28, lid 8, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 specificeert de procedure voor het selecteren van de steekproef indien de voorwaarden voor de regelingen voor evenredige controle als bedoeld in artikel 148, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van toepassing zijn. Om duidelijkheid te verkrijgen over de beschikbare opties voor de auditautoriteit, moet deze bepaling worden gewijzigd om aan te geven dat het besluit om gebruik te maken van hetzij uitsluiting of vervanging van steekproefeenheden door de auditautoriteit op grond van haar deskundige oordeel moet worden genomen. Rekening houdend met het feit dat deze verduidelijking reeds aan de lidstaten is verstrekt, is het wenselijk dat die wijziging met terugwerkende kracht van toepassing is met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening zoals voor het eerst vastgesteld.

    (13)

    Artikel 28, lid 9, van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 over de te volgen methode bij substeekproeven moet worden gewijzigd om de verschillende mogelijke niveaus van substeekproeven in complexe concrete acties te verduidelijken en alle bijzonderheden, met inbegrip van niet-statistische steekproefmethoden en specifieke kenmerken van concrete acties die in het kader van de doelstelling "Europese territoriale samenwerking" worden uitgevoerd, te bestrijken. Rekening houdend met het feit dat deze verduidelijking reeds aan de lidstaten is verstrekt, is het wenselijk dat die wijziging met terugwerkende kracht van toepassing is met ingang van de datum van inwerkingtreding van deze verordening zoals voor het eerst vastgesteld.

    (14)

    Als gevolg van de wijziging van de definitie van "begunstigde" in artikel 2, lid 10, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, ingevoerd bij Verordening (EU, Euratom) 2018/1046, moeten bepaalde gegevensvelden in bijlage III bij Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 dienovereenkomstig worden gewijzigd.

    (15)

    Overeenkomstig artikel 149, lid 3 bis, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 zijn de door elke lidstaat aangewezen deskundigen overeenkomstig de beginselen die zijn neergelegd in het Interinstitutioneel Akkoord over beter wetgeven, geraadpleegd over de in deze verordening vastgestelde maatregelen (4).

    (16)

    Teneinde de rechtszekerheid te waarborgen en de verschillen tussen de gewijzigde bepalingen van Verordening (EU) nr. 1303/2013 die overeenkomstig artikel 282 van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 vanaf 2 augustus 2018 of eerder van toepassing zijn en de bepalingen van deze verordening tot een minimum te beperken, moet deze verordening in werking treden op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    (17)

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 moet daarom dienovereenkomstig worden gewijzigd en gerectificeerd,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wordt als volgt gewijzigd:

    1)

    Artikel 6 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    De ondertitel wordt vervangen door:

    "(artikel 38, lid 4, derde alinea, en artikel 39 bis, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)";

    b)

    in lid 1 wordt punt d) vervangen door:

    "d)

    de gedifferentieerde behandeling van investeerders die volgens het beginsel van de markteconomie werken, en van de EIB bij gebruik van de EU-garantie overeenkomstig Verordening (EU) 2015/1017, als bedoeld in artikel 37, lid 2, onder c), en artikel 43 bis, van Verordening (EU) nr. 1303/2013, evenredig is aan de risico's die deze investeerders nemen en beperkt worden tot het noodzakelijke minimum om dergelijke investeerders aan te trekken, dat aan de hand van algemene voorwaarden en procedurele waarborgen veilig gesteld moet worden".

    2)

    Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    De ondertitel wordt vervangen door:

    "(artikel 38, lid 4, derde alinea, en artikel 39 bis, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)";

    b)

    in lid 1 wordt de aanhef vervangen door:

    "1.   Bij het selecteren van een instantie voor de tenuitvoerlegging van een financieel instrument overeenkomstig artikel 38, lid 4, onder a), artikel 38, lid 4, onder b), iii), artikel 38, lid 4, onder c), en artikel 39 bis, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 verifieert de managementautoriteit dat deze instantie voldoet aan de volgende minimumeisen:";

    c)

    lid 3 wordt vervangen door:

    "3.   Daar waar een instantie die een fonds of fondsen verstrekt, waaronder de EIB en een internationale financiële instelling waarvan een lidstaat aandeelhouder is, de uitvoeringstaken aan een financiële tussenpersoon toevertrouwt, zorgt deze instantie ervoor dat aan de in de leden 1 en 2 vermelde eisen wordt voldaan met betrekking tot die financiële intermediair.";

    d)

    het volgende lid 4 wordt toegevoegd:

    "4.   Onverminderd lid 3 zijn, wanneer de instantie die een financieel instrument ten uitvoer legt krachtens artikel 39 bis, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 de EIB of een internationale financiële instelling waarvan een lidstaat aandeelhouder is, de leden 1 en 2 niet van toepassing.".

    3)

    In artikel 8 wordt de ondertitel vervangen door:

    "(artikel 38, lid 4, derde alinea, en artikel 39 bis, lid 7, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)".

    4)

    Artikel 9 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    De titel wordt vervangen door:

    "Beheer en controle van financieringsinstrumenten als bedoeld in de punten b) en c) van artikel 38, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013

    (artikel 40, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)";

    b)

    lid 1 wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    de inleiding wordt vervangen door:

    "1.   Bij concrete acties waarvoor de steun van programma's aan financiële instrumenten benodigd is als bedoeld in artikel 38, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, zorgt de managementautoriteit ervoor dat:";

    ii)

    punt e) wordt als volgt gewijzigd:

     

    a bis), ii), wordt vervangen door:

    "ii)

    documenten waarin de bedragen zijn vastgesteld die door elk programma en op grond van elke prioritaire as aan het financieel instrument zijn bijgedragen, de uit hoofde van de programma's subsidiabele uitgaven en de rente en andere voordelen die voortvloeien uit de steun van de ESI-fondsen en het hergebruik van de middelen die aan de ESI-fondsen toe te rekenen zijn overeenkomstig de artikelen 43, 43 bis en 44 van Verordening (EU) nr. 1303/2013";

     

    a ter), iv), wordt vervangen door:

    "iv)

    documenten waaruit blijkt dat aan de artikelen 43, 43 bis, 44 en 45 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 wordt voldaan";

    c)

    in lid 2 komt de tweede alinea als volgt te luiden:

    "Bij concrete acties waarbij bijstand uit programma's aan financiële instrumenten onder het Elfpo betrokken is, zorgen de auditautoriteiten ervoor dat financiële instrumenten gedurende de hele programmeringsperiode worden gecontroleerd tot de afsluiting in het kader van de systeemaudits en audits van concrete acties in overeenstemming met artikel 9, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europese Parlement en de Raad (*1).

    (*1)  Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549).";"

    d)

    de leden 3 en 4 worden geschrapt.

    5)

    Artikel 10 wordt vervangen door:

    "Artikel 10

    Bepalingen voor de intrekking van betalingen aan financiële instrumenten en de daaruit voortvloeiende aanpassingen betreffende betalingsaanvragen

    (artikel 41, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)

    De lidstaten en de managementautoriteiten kunnen bijdragen uit programma's aan de in artikel 38, lid 1, onder a) en c), en de in artikel 38, lid 1, onder b), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 bedoelde financieringsinstrumenten, die zijn uitgevoerd overeenkomstig artikel 38, lid 4, onder a), b) en c), alleen intrekken als de bijdragen nog niet in een betalingsaanvraag waren opgenomen, als bedoeld in artikel 41 van die verordening. Ten aanzien van financiële instrumenten ondersteund door het EFRO, het ESF, het Cohesiefonds en het EFMZV kunnen bijdragen echter ook worden ingetrokken indien de volgende betalingsaanvraag wordt gewijzigd om de betreffende uitgaven in te trekken of te vervangen.".

    6)

    in artikel 13 wordt lid 5 vervangen door:

    "5.   Als de meerderheid van het geïnvesteerde kapitaal in financiële intermediairs die vermogen verstrekken, afkomstig is van investeerders die volgens de regels van de markteconomie werken, en de programmabijdrage gelijktijdig met die investeerders wordt verleend, moeten de beheerskosten en -vergoedingen voldoen aan marktconforme voorwaarden en mogen deze de door de private investeerders te betalen beheerskosten en -vergoedingen niet overschrijden".

    7)

    In artikel 19 wordt lid 6 geschrapt.

    8)

    In artikel 20 wordt de ondertitel vervangen door:

    "(artikel 68, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)".

    9)

    In artikel 21 wordt de ondertitel vervangen door:

    "(artikel 68, tweede alinea, van Verordening (EU) nr. 1303/2013)".

    10)

    Artikel 25, lid 1, wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    de eerste alinea wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    punt d) wordt vervangen door:

    "d)

    met betrekking tot kosten zoals vastgesteld in overeenstemming met artikel 67, lid 1, onder d), en artikel 68, tweede alinea, onder a), van Verordening (EU) nr. 1303/2013, maakt het audittraject het mogelijk om de berekeningsmethode aan te tonen en te rechtvaardigen, indien van toepassing, alsmede de basis waarop de vaste percentages zijn vastgesteld, en de subsidiabele directe kosten of kosten die onder andere gekozen categorieën zijn gedeclareerd en waarop het vaste percentage van toepassing is.".

    ii)

    het volgende punt d bis) wordt ingevoegd:

    "d bis)

    met betrekking tot financiering die niet gekoppeld is aan de kosten als bedoeld in artikel 67, lid 1, eerste alinea, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 maakt het audittraject het mogelijk de vervulling van de financieringsvoorwaarden en afstemming van de onderliggende gegevens met betrekking tot de voorwaarden voor de vergoeding van de uitgave te verifiëren;";

    iii)

    punt e) wordt vervangen door:

    "e)

    met betrekking tot kosten zoals vastgesteld in overeenstemming met artikel 68, eerste lid, onder b) en c), en met artikel 68 bis, lid 1, en artikel 68 ter van Verordening (EU) nr. 1303/2013, artikel 14, lid 2, van Verordening (EU) nr. 1304/2013 voorafgaand aan de inwerkingtreding van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 en artikel 19 van Verordening (EU) nr. 1299/2013, maakt het audittraject het mogelijk de subsidiabele directe kosten waarop het vaste percentage van toepassing is, te verifiëren.";

    b)

    de tweede alinea wordt vervangen door:

    "Voor de kosten bedoeld in de punten c) en d) moet het audittraject het mogelijk maken te verifiëren of de berekeningsmethode die door de beheersautoriteit is gebruikt in overeenstemming is met artikel 67, lid 5, artikel 68 van Verordening (EU) nr. 1303/2013 en artikel 14, lid 3, van Verordening (EU) nr. 1304/2013 vóór de inwerkingtreding van Verordening (EU, Euratom) 2018/1046.".

    11)

    Artikel 27 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 2 wordt als volgt gewijzigd:

    i)

    aan de eerste alinea wordt het volgende punt d) toegevoegd:

    "d)

    dat de gegevens over indicatoren en mijlpalen betrouwbaar zijn";

    ii)

    de volgende tweede alinea wordt ingevoegd:

    "Enkel de volgende onder a) vastgelegde aspecten zijn van toepassing op concrete acties waarvoor de financiering niet gekoppeld is aan de kosten als bedoeld in artikel 67, lid 1, eerste alinea, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013: dat de concrete actie uitgevoerd is overeenkomstig het goedkeuringsbesluit, en voldoet aan alle ten tijde van de audit geldende voorwaarden betreffende functionaliteit, gebruik en te verwezenlijken doelstellingen;";

    b)

    in lid 3 wordt de volgende alinea toegevoegd:

    "Voor concrete acties waarop de vorm van steun als bedoeld in artikel 67, lid 1, eerste alinea, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van toepassing is, wordt middels audits van concrete acties gecontroleerd dat de voorwaarden voor de vergoeding van de uitgave aan de begunstigde is voldaan.".

    12)

    Artikel 28 wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    lid 8 wordt vervangen door:

    "8.   Indien de voorwaarden voor evenredige controle zoals bepaald in artikel 148, lid 1, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van toepassing zijn, kan de auditautoriteit hetzij de in dat artikel vermelde items uitsluiten van de te bemonsteren populatie hetzij de items in de te bemonsteren populatie behouden en ze, indien geselecteerd, vervangen. Het besluit om gebruik te maken van hetzij uitsluiting of vervanging van steekproefeenheden moet door de auditautoriteit op grond van haar deskundige oordeel worden genomen.";

    b)

    in lid 9 worden de tweede en derde alinea vervangen door:

    "De auditautoriteit kan evenwel, afhankelijk van de kenmerken van de steekproefeenheid, besluiten substeekproeven toe te passen. De methode voor de selectie van de substeekproefeenheden is gebaseerd op de beginselen die het mogelijk maken te projecteren op het niveau van de steekproefeenheid.".

    13)

    Bijlage III wordt als volgt gewijzigd:

    a)

    dataveld 2 wordt vervangen door:

    "Informatie of de begunstigde een publiekrechtelijk of een privaatrechtelijk orgaan of een natuurlijke persoon is";

    b)

    dataveld 46 wordt vervangen door:

    "Bedrag van subsidiabele uitgaven in betalingsaanvraag, die de basis vormen voor elke betaling aan de begunstigde, in het geval van concrete acties waarop de vorm van steun als bedoeld in artikel 67, lid 1, eerste alinea, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van toepassing is, vergezeld van een verwijzing naar de overeenkomstige vervulde financieringsvoorwaarde";

    c)

    dataveld 80 wordt vervangen door:

    "Het totale bedrag van subsidiabele uitgaven die de begunstigde heeft gedaan en betaald bij de uitvoering van de bij de in elke betalingsaanvraag opgenomen concrete actie, in het geval van concrete acties waarop de vorm van steun als bedoeld in artikel 67, lid 1, eerste alinea, onder e), van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van toepassing is, vergezeld van een verwijzing naar de overeenkomstige vervulde financieringsvoorwaarde";

    d)

    dataveld 87 wordt vervangen door:

    "In het geval van staatssteun waarop artikel 131, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van toepassing is, het bedrag van het voorschot, zoals opgenomen in een betalingsaanvraag, dat binnen drie jaar na de betaling van het voorschot door uitgaven van de begunstigde is gedekt of, indien de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 10, onder a), hebben besloten dat de steunverlenende instantie de begunstigde is, door de instantie die de steun ontvangt";

    e)

    dataveld 88 wordt vervangen door:

    "In het geval van staatssteun waarop artikel 131, lid 5, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van toepassing is, het bedrag dat aan de begunstigde op grond van de concrete actie of, indien de lidstaten overeenkomstig artikel 2, lid 10, onder a), hebben besloten dat de steunverlenende instantie de begunstigde is, aan de instantie die de steun ontvangt, als voorschot is betaald, zoals opgenomen in een betalingsaanvraag, dat niet door uitgaven van de begunstigde is gedekt en waarvan de driejarige periode nog niet verstreken is".

    Artikel 2

    Artikel 9, lid 1, onder c), van Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 wordt als volgt gerectificeerd:

    "c)

    gedurende de hele programmeringsperiode en tijdens de opzet en uitvoering van de financiële instrumenten managementverificaties worden uitgevoerd in overeenstemming met artikel 125, lid 4, van Verordening (EU) nr. 1303/2013 voor het EFRO, het ESF, het Cohesiefonds en het EFMZV, en in overeenstemming met artikel 58, leden 1 en 2, van Verordening (EU) nr. 1306/2013 voor het Elfpo;".

    Artikel 3

    Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 1, punt 2, is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

    Artikel 1, punt 5, is van toepassing met ingang van 1 januari 2018.

    Artikel 1, punt 12, en artikel 2 zijn van toepassing met ingang van 14 mei 2014.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 12 februari 2019.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 320.

    (2)  Gedelegeerde Verordening (EU) nr. 480/2014 van de Commissie van 3 maart 2014 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1303/2013 van het Europees Parlement en de Raad houdende gemeenschappelijke bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds, het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij en algemene bepalingen inzake het Europees Fonds voor regionale ontwikkeling, het Europees Sociaal Fonds, het Cohesiefonds en het Europees Fonds voor maritieme zaken en visserij (PB L 138 van 13.5.2014, blz. 5).

    (3)  Verordening (EU, Euratom) 2018/1046 van het Europees Parlement en de Raad van 18 juli 2018 tot vaststelling van de financiële regels van toepassing op de algemene begroting van de Unie, tot wijziging van Verordeningen (EU) nr. 1296/2013, (EU) nr. 1301/2013, (EU) nr. 1303/2013, (EU) nr. 1304/2013, (EU) nr. 1309/2013, (EU) nr. 1316/2013, (EU) nr. 223/2014, (EU) nr. 283/2014 en Besluit nr. 541/2014/EU en tot intrekking van Verordening (EU, Euratom) nr. 966/2012 (PB L 193 van 30.7.2018, blz. 1).

    (4)  Interinstitutioneel Akkoord tussen het Europees Parlement, de Raad van de Europese Unie en de Europese Commissie van 13 april 2016 over beter wetgeven (PB L 123 van 12.5.2016, blz. 1).


    Top