Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32016R1613

Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1613 van de Commissie van 8 september 2016 tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren

C/2016/5663

PB L 242 van 9.9.2016, p. 10–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force: This act has been changed. Current consolidated version: 19/02/2017

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg_del/2016/1613/oj

9.9.2016   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 242/10


GEDELEGEERDE VERORDENING (EU) 2016/1613 VAN DE COMMISSIE

van 8 september 2016

tot vaststelling van buitengewone aanpassingssteun voor melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren

DE EUROPESE COMMISSIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

Gezien Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 tot vaststelling van een gemeenschappelijke ordening van de markten voor landbouwproducten en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 922/72, (EEG) nr. 234/79, (EG) nr. 1037/2001 en (EG) nr. 1234/2007 van de Raad (1), en met name artikel 219, lid 1, in samenhang met artikel 228,

Gezien Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad van 17 december 2013 inzake de financiering, het beheer en de monitoring van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot intrekking van Verordeningen (EEG) nr. 352/78, (EG) nr. 165/94, (EG) nr. 2799/98, (EG) nr. 814/2000, (EG) nr. 1290/2005 en (EG) nr. 485/2008 van de Raad (2), en met name artikel 106, lid 5,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De markt in de melksector wordt verstoord door een wereldwijde onbalans tussen vraag en aanbod waarin de verlenging van het Russische verbod op de invoer van landbouwproducten en levensmiddelen uit de Unie tot eind 2017 een rol speelt.

(2)

De mondiale vraag naar melk en zuivelproducten nam in 2015 en de eerste maanden van 2016 enigszins toe, maar in een veel trager tempo dan de productie.

(3)

Door de bank genomen gaf het mondiale melkaanbod heel 2015 een stijging te zien; de gezamenlijke productie van de Unie, de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland nam toe met ca. 4,5 miljoen ton, terwijl de totale export uit de Unie en die twee derde landen, uitgedrukt in melkequivalent, met ca. 200 000 ton daalde.

(4)

In de eerste vier maanden van 2016 steeg de melkproductie in de Unie, de Verenigde Staten en Nieuw-Zeeland met ca. 3,6 miljoen ton; minder dan 1 % van dat volume werd geabsorbeerd door extra export.

(5)

Als gevolg daarvan zijn de prijzen van rauwe melk in de Unie verder gedaald en het ziet ernaar uit dat de neerwaartse druk zal aanhouden en voor veel melkproducenten onhoudbare niveaus zal bereiken. In mei 2016 lagen de gemiddelde melkprijzen af landbouwbedrijf in de Unie 22 % lager dan het over de periode 2011-2015 berekende gemiddelde voor die maand.

(6)

Tegelijkertijd werden de verschillen tussen de melkprijzen in de verschillende lidstaten steeds groter. Kleine landbouwers worden bijzonder hard getroffen, met alle risico's van dien voor het sociale weefsel van de plattelandsgebieden.

(7)

Ook andere veehouderijsectoren, zoals de sectoren rundvlees, varkensvlees, schapenvlees en geitenvlees, hebben te kampen met een moeilijke marktsituatie. Deze moeilijkheden houden, wat varkensvlees betreft, voornamelijk verband met het invoerverbod dat Rusland met name naar aanleiding van de uitbraak van Afrikaanse varkenspest in bepaalde lidstaten heeft ingesteld, en zijn, wat rundvlees betreft, een zijdelings gevolg van de verstoorde markt voor melk.

(8)

Sinds september 2014 zijn marktinterventie-instrumenten in de vorm van openbare interventie en particuliere opslag voor boter en mageremelkpoeder onafgebroken beschikbaar gebleven. Hoewel aan de hand van deze instrumenten de impact van de crisis is gemilderd en een ondergrens is gesteld aan de aanhoudende teruggang van de zuivelprijzen, blijft de mondiale onbalans bestaan.

(9)

Aangezien de in het kader van Verordening (EU) nr. 1308/2013 beschikbare maatregelen niet blijken te volstaan en het zaak is voorbereid te zijn op eventuele verdere prijsdalingen met nog zwaardere marktverstoringen tot gevolg, is het van wezenlijk belang dat steun wordt verleend aan melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren in de EU die worden getroffen door marktverstoringen met een zware impact op de rendabiliteit en de liquiditeit. De lidstaten moeten bepalen in welke sector of sectoren, of delen daarvan, de producenten en landbouwers het meest onder marktverstoringen te lijden hebben, en steun moet worden verleend.

(10)

Om de weerbaarheid van de landbouwers te bevorderen, mogen alleen de meer duurzame landbouwmethoden in aanmerking komen voor steun. Bijzondere aandacht moet uitgaan naar de kleine landbouwbedrijven, die de ruggengraat van de plattelandseconomie vormen.

(11)

Om de huidige crisis te verlichten, dient aan de lidstaten een eenmalige financiële bijdrage te worden verleend ter ondersteuning van melkproducenten en/of landbouwers in andere veehouderijsectoren die betrokken zijn bij activiteiten om economische duurzaamheid en marktstabilisatie te stimuleren.

(12)

Bij het verlenen van de financiële bijdrage aan de verschillende lidstaten moet rekening worden gehouden met de belangrijkste kenmerken van hun sectoren, zoals de productie, de marktprijzen en het aandeel kleine landbouwers.

(13)

De lidstaten moeten maatregelen ontwerpen op basis van een of meer van de volgende activiteiten om economische duurzaamheid en marktstabilisatie te stimuleren: opschorting of reductie van de productie, kleinschalige landbouw, extensieve productie, milieu- en klimaatvriendelijke productie, samenwerking tussen landbouwers, verhoging van de kwaliteit en de toegevoegde waarde en opleiding in methoden voor gezond beheer.

(14)

Aangezien de bijzondere situatie waarin melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren zich bevinden, verschilt van lidstaat tot lidstaat, moet elke lidstaat de voor hem meest geschikte maatregelen kiezen, met name op het gebied van marktstabilisatie en economische duurzaamheid, en moet hij een beschrijving geven van de concrete maatregelen die moeten worden genomen.

(15)

Aangezien het bedrag dat aan elke lidstaat wordt toegewezen, slechts een beperkt deel van het daadwerkelijke verlies van de melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren zal vergoeden, moeten de lidstaten de toestemming krijgen om aanvullende steun aan die landbouwers te verlenen volgens dezelfde voorwaarden op het gebied van objectiviteit, niet-discriminatie en niet-verstoring van de mededinging.

(16)

De verlening van de in de onderhavige verordening bedoelde steun moet worden beschouwd als een maatregel ter ondersteuning van landbouwmarkten overeenkomstig artikel 4, lid 1, onder a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013.

(17)

Teneinde de lidstaten de nodige flexibiliteit te bieden om de steunverdeling op de concrete problemen af te stemmen, moet hun worden toegestaan de steun te cumuleren met andere steun uit het Europees Landbouwgarantiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

(18)

Aangezien de financiële steun in euro wordt vastgesteld, moet met het oog op een uniforme en gelijktijdige toepassing een datum worden vastgesteld waarop het bedrag dat wordt toegewezen aan lidstaten die de euro niet hebben ingevoerd, wordt omgezet in de nationale munteenheid van die landen. Het ontstaansfeit voor de wisselkoers dient te worden bepaald overeenkomstig artikel 106 van Verordening (EU) nr. 1306/2013. Gezien het in lid 2, onder b), van dat artikel opgenomen beginsel en gezien de in lid 5, onder c), van dat artikel vastgestelde criteria moet het ontstaansfeit de datum zijn waarop de onderhavige verordening in werking treedt.

(19)

Om budgettaire redenen mag de Unie de door de lidstaten gedane uitgaven voor melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren, enkel financieren indien de betrokken uitgaven binnen een bepaalde termijn zijn verricht.

(20)

De lidstaten moeten met het oog op transparantie, monitoring en degelijk beheer van het hun verleende bedrag de Commissie in kennis stellen van de vereiste concrete maatregelen, de objectieve criteria, de motivering van steunverlening aan andere veehouderijsectoren dan de melksector, de maatregelen ter voorkoming van marktverstoring, het verwachte resultaat van de maatregelen en de methoden om te controleren dat dit resultaat is bereikt.

(21)

Om ervoor te zorgen dat melkproducenten en landbouwers in andere veehouderijsectoren de steun zo snel mogelijk ontvangen, moeten de lidstaten in staat worden gesteld deze verordening onverwijld uit te voeren. Daarom dient deze verordening in werking te treden op de dag na die van de bekendmaking ervan,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De lidstaten wordt steun van de Unie voor een totaalbedrag van 350 000 000 EUR ter beschikking gesteld om buitengewone aanpassingssteun te verlenen aan melkproducenten en/of landbouwers in de sectoren rundvlees, varkensvlees, schapenvlees en geitenvlees („landbouwers in andere veehouderijsectoren”).

De lidstaten gebruiken de bedragen die hun conform de bijlage ter beschikking worden gesteld, voor op basis van objectieve en niet-discriminerende criteria genomen maatregelen, op voorwaarde dat de betrokken betalingen de mededinging niet verstoren.

De maatregelen van de lidstaten dienen ter ondersteuning van melkproducenten en/of landbouwers in andere veehouderijsectoren die een of meer van de volgende activiteiten verrichten met als doel de economische duurzaamheid van hun bedrijf te stimuleren en bij te dragen aan het stabiliseren van de markt:

a)

het reduceren van de productie, mits deze reductie verder gaat dan bedoeld in Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1612 (3), of het niet verhogen van de productie;

b)

kleinschalige landbouw;

c)

het toepassen van extensieve productiemethoden;

d)

het toepassen van milieu- en klimaatvriendelijke productiemethoden;

e)

het uitvoeren van samenwerkingsprojecten;

f)

het uitvoeren van kwaliteitsregelingen of projecten ter bevordering van de kwaliteit en de toegevoegde waarde;

g)

opleiding op het gebied van financiële instrumenten en risicobeheersinstrumenten.

Wanneer melkproducenten of landbouwers in andere veehouderijsectoren niet de rechtstreekse begunstigden van de betalingen zijn, waarborgen de lidstaten dat het economische voordeel van de steun volledig aan die producenten of landbouwers ten goede komt.

De uitgaven van de lidstaten voor de betalingen in het kader van deze verordening komen slechts voor steun van de Unie in aanmerking indien de betrokken betalingen uiterlijk op 30 september 2017 zijn verricht.

2.   Voor Bulgarije, Tsjechië, Denemarken, Kroatië, Hongarije, Polen, Roemenië, Zweden en het Verenigd Koninkrijk is het ontstaansfeit voor de wisselkoers die wordt gebruikt voor de omrekening van de in de bijlage vastgestelde bedragen, de datum waarop deze verordening in werking treedt.

3.   De in deze verordening bedoelde maatregelen kunnen worden gecumuleerd met andere steun uit het Europees Landbouwgarantiefonds en het Europees Landbouwfonds voor plattelandsontwikkeling.

Artikel 2

De lidstaten kunnen voor overeenkomstig artikel 1 genomen maatregelen aanvullende steun verlenen op voorwaarde dat het betrokken bedrag niet meer bedraagt dan 100 % van het voor hen geldende bedrag zoals vastgesteld in de bijlage, en wordt toegekend volgens dezelfde voorwaarden op het gebied van objectiviteit, niet-discriminatie en niet-verstoring van de mededinging als vastgesteld in artikel 1.

De lidstaten betalen de aanvullende steun uiterlijk op 30 september 2017.

Artikel 3

De lidstaten melden de volgende gegevens aan de Commissie:

a)

onverwijld en uiterlijk op 30 november 2016:

i)

een beschrijving van de vereiste concrete maatregelen;

ii)

de objectieve criteria voor het vaststellen van de methoden voor de verlening van de steun en, in voorkomend geval, de motivering om de steun te verlenen aan andere veehouderijsectoren dan de melksector;

iii)

het verwachte resultaat van de maatregelen voor het stabiliseren van de markt;

iv)

de maatregelen om te controleren dat het verwachte resultaat is bereikt;

v)

de maatregelen om concurrentieverstoring te vermijden;

vi)

het niveau van aanvullende steunverlening op grond van artikel 2;

b)

uiterlijk op 15 oktober 2017, de per maatregel betaalde totaalbedragen, het aantal en het type begunstigden en de beoordeling van de doeltreffendheid van de maatregel.

Artikel 4

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 8 september 2016.

Voor de Commissie

De voorzitter

Jean-Claude JUNCKER


(1)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 671.

(2)  PB L 347 van 20.12.2013, blz. 549.

(3)  Gedelegeerde Verordening (EU) 2016/1612 van de Commissie van 8 september 2016 tot vaststelling van steun om de melkproductie te reduceren (zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad).


BIJLAGE

Lidstaat

EUR

België

10 979 636

Bulgarije

5 809 941

Tsjechië

10 346 106

Denemarken

9 294 305

Duitsland

57 955 101

Estland

8 081 123

Ierland

11 086 327

Griekenland

1 683 910

Spanje

14 665 678

Frankrijk

49 900 853

Kroatië

1 517 133

Italië

20 942 300

Cyprus

297 165

Letland

9 760 362

Litouwen

13 298 661

Luxemburg

560 115

Hongarije

9 543 566

Malta

100 092

Nederland

22 952 419

Oostenrijk

5 863 491

Polen

22 670 129

Portugal

3 988 059

Roemenië

10 896 083

Slovenië

1 145 506

Slowakije

2 062 803

Finland

7 521 715

Zweden

6 881 425

Verenigd Koninkrijk

30 195 996


Top