Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32015D2040

    Uitvoeringsbesluit (EU) 2015/2040 van de Commissie van 13 november 2015 betreffende de gelijkwaardigheid van het regelgevingskader van bepaalde provincies van Canada voor centrale tegenpartijen aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters

    PB L 298 van 14.11.2015, p. 32–37 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    Legal status of the document In force

    ELI: http://data.europa.eu/eli/dec_impl/2015/2040/oj

    14.11.2015   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    L 298/32


    UITVOERINGSBESLUIT (EU) 2015/2040 VAN DE COMMISSIE

    van 13 november 2015

    betreffende de gelijkwaardigheid van het regelgevingskader van bepaalde provincies van Canada voor centrale tegenpartijen aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters

    DE EUROPESE COMMISSIE,

    Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

    Gezien Verordening (EU) nr. 648/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 4 juli 2012 betreffende otc-derivaten, centrale tegenpartijen en transactieregisters (1), en met name artikel 25, lid 6,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1)

    De procedure voor de erkenning van in derde landen gevestigde centrale tegenpartijen (hierna „CTP's” genoemd) die in artikel 25 van Verordening (EU) nr. 648/2012 is vastgesteld, is bedoeld om CTP's die gevestigd zijn en een vergunning hebben gekregen in derde landen waarvan de reguleringsnormen gelijkwaardig zijn aan die welke in de betrokken verordening zijn vastgesteld, de mogelijkheid te bieden clearingdiensten te verrichten voor clearingleden of handelsplatforms die in de Unie gevestigd zijn. Die erkenningsprocedure en het gelijkwaardigheidsbesluit waarin is voorzien, dragen zodoende bij tot het bereiken van de overkoepelende doelstelling van Verordening (EU) nr. 648/2012 om het systeemrisico te verminderen door meer gebruik te maken van veilige en solide CTP's voor de clearing van over-the-counter (hierna „otc” genoemd) derivatencontracten, ook als die CTP's in een derde land zijn gevestigd en daar een vergunning hebben gekregen.

    (2)

    Om een rechtsstelsel van een derde land als gelijkwaardig aan het rechtsstelsel van de Unie aan te merken wat CTP's betreft, dient het concrete resultaat van het toepasselijke juridische en toezichthoudende kader gelijkwaardig te zijn aan de Unievereisten wat de bereikte toezicht- en regelgevingsdoelstellingen betreft. Doel van deze gelijkwaardigheidstoetsing is daarom na te gaan of het juridische en toezichthoudende kader van de Canadese provincies Alberta, British Columbia, Manitoba, Ontario en Québec (hierna „de betrokken provincies” genoemd) waarborgt dat CTP's die daar zijn gevestigd en een vergunning hebben gekregen, in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatforms niet blootstellen aan een hoger risiconiveau dan dat waaraan de CTP's die in de Unie een vergunning hebben gekregen, kunnen worden blootgesteld — en of zij bijgevolg geen onaanvaardbare niveaus van systeemrisico in de Unie opleveren.

    (3)

    Dit besluit is gebaseerd op een beoordeling van het in de betrokken provincies toepasselijke juridische en toezichthoudende kader en van de geschiktheid van dit kader om de risico's waaraan in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatforms mogelijk worden blootgesteld, zodanig te limiteren dat het als gelijkwaardig aan de uitkomst van de in Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgelegde vereisten kan worden beschouwd. In het bijzonder dient daarbij in aanmerking te worden genomen dat de risico's die verbonden zijn met clearingactiviteiten die worden ontplooid op financiële markten die kleiner zijn dan de financiële markt van de Unie, aanmerkelijk lager zijn.

    (4)

    Overeenkomstig artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moeten drie voorwaarden vervuld zijn om te kunnen verklaren dat het juridische en toezichthoudende kader van een derde land dat geldt voor CTP's die in dat land over een vergunning beschikken, gelijkwaardig is aan de vereisten die in die verordening zijn vastgelegd.

    (5)

    Volgens de eerste voorwaarde moeten CTP's die in een derde land over een vergunning beschikken, voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten zoals die in titel IV van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn neergelegd.

    (6)

    De juridisch bindende vereisten van Canada voor CTP's die in de betrokken provincies een vergunning hebben gekregen, bestaan uit de respectieve effectenwetgeving en de op grond van die wetgeving door de effectenregelgevers van elke provincie opgestelde regels en voorschriften, evenals uit alle besluiten, richtlijnen of beschikkingen die door deze effectenregelgevers worden vastgesteld of uitgevaardigd (het provinciale effectenrecht) en die van toepassing zijn op CTP's die in die provincies werkzaam zijn.

    (7)

    In het kader van dit besluit zijn de effectenregelgevers de Alberta Securities Commission (ASC) in Alberta, de Autorité des marchés financiers (AMF) in Québec, de British Columbia Securities Commission (BCSC) in British Columbia; de Manitoba Securities Commission (MSC) in Manitoba en de Ontario Securities Commission (OSC) in Ontario. De effectenregelgevers werken samen bij het ontwikkelen en uitvoeren van wet- en regelgeving op het gebied van effecten en bij het op consequente en gecoördineerde wijze beheren, monitoren en handhaven van de bestaande wettelijke bepalingen.

    (8)

    Een CTP die in een van de betrokken provincies activiteiten wil uitoefenen, moet hiertoe een vergunning krijgen van de desbetreffende effectenregelgever. Deze vergunning kan in de vorm van een erkenning of een vrijstelling van erkenning worden verleend. Erkenning houdt in dat het desbetreffende provinciale effectenrecht volledig wordt toegepast. CTP's die in meerdere van de betrokken provincies werkzaam zijn, moeten ten minste in één provincie als erkende CTP over een vergunning beschikken en zijn onderworpen aan de strengste vereisten die in de provincies waar zij actief zijn, van toepassing zijn. Vrijstelling van erkenning wordt over het algemeen verleend aan CTP's die in een andere provincie erkend zijn, en die derhalve rechtstreeks onder toezicht staan van de effectenregelgever van die provincie, mits zij door de desbetreffende effectenregelgever niet als systeemrelevant wordt beschouwd of worden geacht een aanzienlijk risico voor de kapitaalmarkten op te leveren. Effectenregelgevers stellen voorwaarden aan CTP's die zijn vrijgesteld van erkenning indien deze CTP's in de provincies waar zij erkend zijn aan minder strenge vereisten zijn onderworpen dan in de provincies waar zij van erkenning zijn vrijgesteld. Ook kan de Bank of Canada CTP's als systeemrelevant aanwijzen indien zij voor het Canadese financiële stelsel een systeemrisico kunnen opleveren.

    (9)

    De juridisch bindende vereisten die van toepassing zijn op CTP's die in Alberta een vergunning hebben gekregen, zijn de Securities Act van Alberta, de regels en voorschriften die op grond van deze wet zijn aangenomen en alle besluiten, richtlijnen en beschikkingen die door de ASC zijn vastgesteld of uitgevaardigd (hierna „het effectenrecht van Alberta” genoemd). Om in Alberta clearingdiensten te kunnen verrichten, moet een CTP van de ASC een vergunning hebben gekregen, hetzij als erkend clearinginstituut, hetzij als een clearinginstituut dat is vrijgesteld van erkenning (vrijgesteld clearinginstituut). De CTP's die in Alberta een vergunning hebben gekregen, moeten het effectenrecht van Alberta naleven. Over het algemeen verleent de ASC een vergunning aan CTP's als erkende clearinginstituten wanneer zij het passend acht deze CTP's aan haar toezicht te onderwerpen. De ASC kan echter tevens een beroep doen op het toezicht van een andere effectenregelgever voor bepaalde in andere provincies erkende clearinginstituten. De ASC kan voorwaarden stellen aan het verlenen van een vergunning aan een clearinginstituut, hetzij als erkend, hetzij als vrijgesteld clearinginstituut. De ASC heeft erkenningsbeschikkingen uitgevaardigd ten aanzien van alle clearinginstituten waaraan zij vergunning heeft verleend, waarbij deze worden verplicht zich te houden aan de Principles for Financial Market Infrastructures (hierna „PFMI's” genoemd) die in april 2012 zijn uitgevaardigd door het Committee on Payment and Settlement Systems (2) en de International Organization of Securities Commissions.

    (10)

    De juridisch bindende vereisten die van toepassing zijn op CTP's die in British Columbia een vergunning hebben gekregen, zijn de Securities Act van British Columbia, de regels en voorschriften die op grond van deze wet zijn aangenomen en de beschikkingen die door de BCSC zijn uitgevaardigd. Om in British Columbia clearingdiensten te kunnen verrichten, moet een CTP van de BCSC een vergunning hebben gekregen, hetzij als een erkend clearinginstituut, hetzij als een clearinginstituut dat is vrijgesteld van erkenning (vrijgesteld clearinginstituut), iets wat afhangt van een aantal factoren, zoals de impact van de activiteiten van het clearinginstituut in British Columbia. De BCSC kan voorwaarden stellen aan het verlenen van een vergunning aan een clearinginstituut, hetzij als erkend, hetzij als vrijgesteld clearinginstituut. De BCSC heeft erkenningsbeschikkingen uitgevaardigd ten aanzien van alle clearinginstituten waaraan zij vergunning heeft verleend als erkende clearinginstituten, waarbij deze worden verplicht zich te houden aan de PFMI's.

    (11)

    De juridisch bindende vereisten die van toepassing zijn op CTP's die in Manitoba een vergunning hebben gekregen, zijn de Commodity Futures Act van Manitoba, de Securities Act van Manitoba en de regels en beschikkingen die op grond van deze wetten door de MSC zijn aangenomen en uitgevaardigd. Om in Manitoba clearingdiensten te kunnen verrichten, moet een CTP van de MSC een vergunning hebben gekregen, hetzij als erkend clearinginstituut voor wat grondstoffenfutures betreft, hetzij als een erkend clearinginstituut met betrekking tot andere effecten, dan wel als clearinghuis of clearinginstituut dat van erkenning is vrijgesteld (vrijgesteld clearinginstituut of clearinghuis). De MSC kan voorwaarden stellen aan het verlenen van een vergunning aan een clearinginstituut of clearinghuis, hetzij als erkend, hetzij als vrijgesteld clearinginstituut of clearinghuis. De MSC heeft erkenningsbeschikkingen uitgevaardigd ten aanzien van alle clearinginstituten en clearinghuizen waaraan zij vergunning heeft verleend als erkende clearinginstituten of clearinghuizen, waarbij deze worden verplicht zich te houden aan de PFMI's.

    (12)

    De juridisch bindende vereisten voor de CTP's die in Ontario een vergunning hebben gekregen, zijn de Securities Act van Ontario, de regels en voorschriften die op grond van deze wet zijn aangenomen en de richtlijnen, besluiten, beschikkingen, beslissingen en andere vereisten die op grond van die wet zijn vastgesteld of uitgevaardigd. Om in Ontario clearingdiensten te kunnen verrichten, moet een CTP van de OSC een vergunning hebben gekregen, hetzij als erkend clearinginstituut, hetzij als een clearinginstituut dat is vrijgesteld van erkenning (vrijgesteld clearinginstituut). De OSC kan voorwaarden stellen aan het verlenen van een vergunning aan een clearinginstituut, hetzij als erkend, hetzij als vrijgesteld clearinginstituut. De OSC heeft erkenningsbeschikkingen uitgevaardigd ten aanzien van alle clearinginstituten waaraan zij vergunning heeft verleend als erkende clearinginstituten, waarbij deze worden verplicht zich te houden aan de PFMI's.

    (13)

    De juridisch bindende vereisten die van toepassing zijn op CTP's die in Québec een vergunning hebben gekregen, zijn de Securities Act van Québec, de Derivatives Act van Québec en de Act respecting the Autorité des marchés financiers (AAMF); de regelgeving die is vastgesteld krachtens de Securities Act van Québec, de Derivatives Act van Québec en de door de AMF vastgestelde besluiten en beschikkingen. Om in Québec clearingdiensten te kunnen verrichten, moet een CTP van de AMF een vergunning hebben gekregen, hetzij als erkend clearinghuis, hetzij als een clearinghuis dat is vrijgesteld van erkenning (vrijgesteld clearinghuis). De AMF kan voorwaarden stellen aan het verlenen van een vergunning aan een clearinghuis, hetzij als erkend, hetzij als vrijgesteld clearinghuis. De AMF heeft erkenningsbeschikkingen uitgevaardigd ten aanzien van alle clearinghuizen waaraan zij vergunning heeft verleend als erkende clearinghuizen, waarbij deze worden verplicht zich te houden aan de PFMI's.

    (14)

    Bij het beoordelen van de gelijkwaardigheid van het juridische en toezichthoudende kader voor CTP's die in de betrokken provincies een vergunning hebben gekregen, dient ook rekening te worden gehouden met de risicolimitering die dat oplevert in termen van het risiconiveau waaraan in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatforms worden blootgesteld als gevolg van hun deelneming in CTP's die er over een vergunning beschikken. De uitkomsten inzake risicolimitering worden bepaald door zowel het risiconiveau dat met de door de betrokken CTP verrichte clearingactiviteiten verbonden is en dat afhankelijk is van de omvang van de financiële markt waarop deze opereert, als van de geschiktheid van het voor CTP's geldende juridische en toezichthoudende kader voor het limiteren van dat risiconiveau. Om dezelfde uitkomsten inzake risicolimitering te verkrijgen, zijn striktere vereisten inzake risicolimitering noodzakelijk voor CTP's die hun activiteiten ontplooien op grotere financiële markten waarvan het inherente risiconiveau hoger is, dan voor CTP's die hun activiteiten ontplooien op kleinere financiële markten waarvan het inherente risiconiveau lager is.

    (15)

    De omvang van de financiële markt waarop CTP's waaraan in de betrokken provincies een vergunning is verleend hun clearingactiviteiten ontplooien, is aanmerkelijk kleiner dan de markten waarop in de Unie gevestigde CTP's actief zijn. Met name de afgelopen drie jaar bedroeg de totale waarde van de in Canada geclearde derivatentransacties minder dan 3 % van de totale waarde van in de Unie geclearde derivatentransacties. Daarom stelt deelneming in CTP's die in de betrokken provincies een vergunning hebben gekregen, in de Unie gevestigde clearingleden en handelsplatforms aan aanzienlijk lagere risico's bloot dan wanneer zij deelnemen in CTP's waaraan in de Unie een vergunning is verleend.

    (16)

    Bijgevolg kan het juridische en toezichthoudende kader dat van toepassing is op CTP's die in de betrokken provincies een vergunning hebben gekregen, als gelijkwaardig worden beschouwd wanneer dat passend is om dat lagere risiconiveau te limiteren. De regels die van toepassing zijn op CTP's waaraan in de betrokken provincies een vergunning is verleend, met inbegrip van de door de effectenregelgevers uitgevaardigde erkenningsbeschikkingen die inachtneming van de PFMI's voorschrijven, limiteren het lagere risiconiveau in de betrokken provincies en leveren een uitkomst inzake risicolimitering op die gelijkwaardig is aan die welke door Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt nagestreefd.

    (17)

    Derhalve concludeert de Commissie dat het juridische en toezichthoudende kader van de betrokken provincies waarborgt dat CTP's die daar over een vergunning beschikken, voldoen aan juridisch bindende vereisten die gelijkwaardig zijn aan de vereisten zoals die in titel IV van Verordening (EU) nr. 648/2012 zijn neergelegd.

    (18)

    Volgens de tweede voorwaarde van artikel 25, lid 6, moet het juridische en toezichthoudende kader voor CTP's die in de betrokken provincies over een vergunning beschikken, voorzien in doorlopend, effectief toezicht en effectieve handhaving ten aanzien van die CTP's.

    (19)

    Het toezicht op CTP's die in meerdere provincies over een vergunning beschikken, geschiedt op basis van samenwerking tussen de effectenregelgevers van de betrokken provincies. Ten aanzien van CTP's die volgens de Bank of Canada een systeemrisico kunnen opleveren, geschiedt het toezicht op basis van samenwerking tussen de effectenregelgevers van de betrokken provincies en de Bank of Canada.

    (20)

    In Alberta bezit de ASC ruime bevoegdheden tot het nemen van corrigerende of ontmoedigende maatregelen tegen een clearinginstituut dat over een vergunning beschikt en dat erkend dan wel van erkenning vrijgesteld is, wanneer dit in het algemeen belang is of wanneer het clearinginstituut het effectenrecht van Alberta heeft geschonden. Zowel erkende als vrijgestelde clearinginstituten moeten informatie, documenten of geregistreerde gegevens overleggen om naleving van de toepasselijke voorschriften te waarborgen. De ASC kan, zowel met betrekking tot erkende als tot vrijgestelde clearinginstituten, administratieve boeten opleggen en overgaan tot de opschorting, wijziging van de voorwaarden of intrekking van de erkenning van een clearinginstituut of van een beschikking waarbij een clearinginstituut van erkenning wordt vrijgesteld. Ook kan ASC de rechtbank verzoeken om een verklaring van niet-naleving, andere gerechtelijke procedures starten en onderzoeken instellen die tot het opleggen van diverse sancties kunnen leiden. Tevens kunnen sancties worden opgelegd aan bestuurders en medewerkers van personen of ondernemingen, dan wel aan andere personen die inbreuken op het effectenrecht van Alberta toestaan of gedogen. Bovendien verricht de ASC ten aanzien van erkende clearinginstituten inspecties ter plaatse, pleegt zij regelmatig overleg, evalueert en analyseert zij opgevraagde documenten, en kan zij beslissingen nemen met betrekking tot de interne reglementen van orde of de praktijken van alle erkende clearinginstituten, wanneer zij van oordeel is dat het algemeen belang daarmee is gediend.

    (21)

    In British Columbia oefent de BCSC doorlopend toezicht uit op erkende clearinginstituten door middel van periodieke inspecties ter plaatse en regelmatige contacten met de directie van het clearinginstituut, alsmede door middel van de evaluatie van de informatie die door het clearinginstituut wordt verstrekt en van de naleving door het clearinginstituut van de vereisten op het gebied van, onder andere, het risicobeheer. De BCSC bezit ruime bevoegdheden tot het nemen van corrigerende of ontmoedigende maatregelen tegen een erkend clearinginstituut wanneer dit in het algemeen belang is of wanneer het instituut het effectenrecht van British Columbia heeft geschonden. Deze maatregelen omvatten tevens het nemen van beslissingen over de statuten, regels, procedures of praktijken van erkende clearinginstituten of de wijze waarop zij hun werkzaamheden uitoefenen; ook kan de BCSC beschikkingen uitvaardigen met betrekking tot erkende clearinginstituten, waarbij zij de erkenning van deze instituten kan opschorten of intrekken en onderzoeken kan instellen die tot het opleggen van sancties kunnen leiden.

    (22)

    In Manitoba oefent de MSC doorlopend toezicht uit op clearinginstituten die over een vergunning beschikken — zowel erkende als van erkenning vrijgestelde instituten. Vrijgestelde clearinginstituten zijn echter aan een beperkter toezicht door de MSC onderworpen. Ten aanzien van clearinginstituten of clearinghuizen wordt toezicht uitgeoefend door de evaluatie van periodieke rapportage, periodieke inspecties ter plaatse, geregelde contacten met de directie van het clearinginstituut of clearinghuis en een jaarlijkse evaluatie van risico's en controles. De MSC heeft verscheidene instrumenten tot haar beschikking om op te treden tegen de schending van bepaalde voorschriften door een vergunninghoudend clearinginstituut of clearinghuis, erkend dan wel vrijgesteld van erkenning, waaronder het stellen van regels of voorwaarden aan de verlening van een vergunning, de opschorting of intrekking van de vergunning van het clearinginstituut of clearinghuis, of het uitvoeren van onderzoeken die kunnen leiden tot het opleggen van boeten en andere sancties.

    (23)

    In Ontario oefent de OSC doorlopend toezicht uit op vergunninghoudende clearinginstituten door middel van periodieke inspecties ter plaatse en regelmatige contacten met de directie van het clearinginstituut, regelmatige evaluatie van risico's en controles, alsmede door middel van de evaluatie van de informatie die door het clearinginstituut wordt verstrekt en van de naleving door het clearinginstituut van de vereisten op het gebied van, onder andere, het risicobeheer. Vrijgestelde clearinginstituten zijn echter aan een beperkter toezicht door de OSC onderworpen. De OSC heeft ruime bevoegdheden om beslissingen te nemen ten aanzien van de statuten, regels en procedures van erkende clearinginstituten en de wijze waarop zij hun werkzaamheden uitoefenen, en tot het nemen van corrigerende of ontmoedigende maatregelen tegen een vergunninghoudend clearinginstituut, erkend dan wel vrijgesteld van erkenning, wanneer het algemeen belang daarmee gediend is of wanneer het instituut het effectenrecht van Ontario heeft geschonden. Deze maatregelen omvatten het nemen van beslissingen of het uitvaardigen van beschikkingen ten aanzien van het clearinginstituut, het opleggen van voorwaarden, beperkingen of voorschriften aan het instituut, de opschorting of intrekking van zijn vergunning evenals het uitvoeren van onderzoeken die kunnen leiden tot het opleggen van boeten en sancties.

    (24)

    In Québec is de AMF volledig bevoegd voor het toezicht op alle activiteiten van vergunninghoudende clearinghuizen; zij oefent toezicht uit op de naleving door de CTP's van het effectenrecht van Québec, de Derivatives Act van Québec en de AAMF. Deze wetten stellen het algemene wettelijke kader vast dat van toepassing is op de controle die de AMF uitoefent op de financiële entiteiten waarop zij toezicht houdt, zoals clearinghuizen die een vergunning hebben gekregen. De AMF heeft, ten aanzien van elk clearinghuis dat over een vergunning beschikt, de bevoegdheid om informatie op te vragen, een ondervraging onder ede te eisen, een onderzoek in te stellen en inspecties ter plaatse te verrichten. De AMF heeft verscheidene instrumenten tot haar beschikking om op te treden tegen schendingen van de voorschriften door clearinghuizen. Daartoe behoort de bevoegdheid om de toepassing van het intern reglement van orde van een erkend clearinghuis op te schorten, om een wijziging van een bepaling of praktijk van een erkend clearinghuis te gelasten ten einde deze in overeenstemming te brengen met de toepasselijke wettelijke bepalingen, om maatregelen te nemen tegen een vergunninghoudend clearinghuis om de naleving te garanderen van aan de AMF gedane toezeggingen of van de toepasselijke wettelijke voorschriften, om boeten op te leggen aan een vergunninghoudend clearinghuis en om de aan een clearinghuis verleende vergunning of vrijstelling te wijzigen, geheel of gedeeltelijk op te schorten of in te trekken.

    (25)

    Bijgevolg concludeert de Commissie dat het juridische en toezichthoudende kader van de betrokken provincies voor CTP's die daar over een vergunning beschikken, voorziet in doorlopend, effectief toezicht en effectieve handhaving.

    (26)

    Volgens de derde voorwaarde van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012 moet het juridische en toezichthoudende kader van de betrokken provincies voorzien in een effectief gelijkwaardig systeem voor de erkenning van CTP's waaraan uit hoofde van buitenlandse rechtsstelsels een vergunning is verleend (hierna „CTP's uit derde landen” genoemd).

    (27)

    CTP's uit derde landen die als clearinginstituut of clearinghuis activiteiten willen uitoefenen in British Columbia of Manitoba kunnen in de betrokken provincie erkenning of een vrijstelling van erkenning aanvragen om in Canada dezelfde clearingdiensten te kunnen verrichten als in het derde land, mits zij aan de passende voorwaarden van de erkennings- of vrijstellingsbeschikking voldoen. In Alberta, Ontario en Québec is het aanvragen van een erkenning of een vrijstelling van erkenning in dit verband verplicht. Vrijstelling kan worden verleend wanneer de CTP uit een derde land niet systeemrelevant is voor de provinciale markt of anderszins geen aanzienlijk risico voor de kapitaalmarkten oplevert, mits hij onderworpen is aan vergelijkbare regelgeving. Echter, zelfs indien de CTP uit een derde land verplicht is erkenning te verkrijgen, kunnen de autoriteiten een beroep doen op toezicht door de effectenregelgevers van het derde land indien de regelgeving die op de CTP uit het derde land van toepassing is, vergelijkbaar is met de regelgeving die in het kader van het in de betrokken provincie toepasselijke systeem van kracht is.

    (28)

    Hoewel de structuur van de erkenningsprocedure van het rechtsstelsel dat in de betrokken provincies van Canada voor CTP's uit derde landen geldt, verschilt van de in Verordening (EU) nr. 648/2012 vastgestelde procedure, dient deze procedure toch te worden beschouwd als een procedure die, wat de erkenning van CTP's uit derde landen betreft, voorziet in een systeem dat effectief gelijkwaardig is.

    (29)

    Het juridische en toezichthoudende kader van de betrokken provincies van Canada kan derhalve worden geacht te voldoen aan de voorwaarden van artikel 25, lid 6, van Verordening (EU) nr. 648/2012, en dient als gelijkwaardig aan de in die verordening vastgelegde vereisten te worden beschouwd. De Commissie dient de ontwikkeling van het juridische en toezichthoudende kader van de betrokken provincies voor CTP's en de inachtneming van de voorwaarden op grond waarvan dit besluit is genomen, regelmatig te blijven monitoren.

    (30)

    De regelmatige beoordeling van het juridische en toezichthoudende kader dat in Canada van toepassing is op CTP's die daar over een vergunning beschikken, dient de mogelijkheid onverlet te laten voor de Commissie om naast de algemene beoordeling te allen tijde een specifieke beoordeling te verrichten wanneer relevante ontwikkelingen vereisen dat de Commissie de bij dit besluit erkende gelijkwaardigheid herbeoordeelt. Een dergelijke herbeoordeling kan tot de intrekking van de erkenning van gelijkwaardigheid leiden.

    (31)

    De in dit besluit vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Europees Comité voor het effectenbedrijf,

    HEEFT HET VOLGENDE BESLUIT VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Voor de toepassing van artikel 25 van Verordening (EU) nr. 648/2012 wordt het juridische en toezichthoudende kader van de Canadese provincies Alberta, British Columbia, Manitoba, Ontario en Québec, bestaande uit de Securities Act van Alberta, de Securities Act van British Columbia, de Commodity Futures Act van Manitoba, de Securities Act van Manitoba, de Securities Act van Ontario, de Securities Act van Québec, de Derivatives Act van Québec, de Act respecting the Autorité des marchés financiers, en de voorschriften, verordeningen, besluiten, richtlijnen en beschikkingen die op grond daarvan zijn vastgesteld, waaronder de erkenningsbeschikkingen die van toepassing zijn op CTP's waaraan in de betrokken provincies vergunning is verleend, als gelijkwaardig aan de vereisten van Verordening (EU) nr. 648/2012 aangemerkt.

    Artikel 2

    Dit besluit treedt in werking op de twintigste dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Gedaan te Brussel, 13 november 2015.

    Voor de Commissie

    De voorzitter

    Jean-Claude JUNCKER


    (1)  PB L 201 van 27.7.2012, blz. 1.

    (2)  Per 1 september 2014 is de naam van het Committee on Payment and Settlement Systems veranderd in Committee on Payment and Market Infrastructures (CPMI).


    Top