EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32011D0348

2011/348/EG: Besluit van de Raad van 10 november 2009 betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking

PB L 159 van 17.6.2011, p. 107–107 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/2011/348/oj

Related international agreement

17.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/107


BESLUIT VAN DE RAAD

van 10 november 2009

betreffende de ondertekening namens de Europese Gemeenschap en de voorlopige toepassing van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking

(2011/348/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name artikel 170 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

De Commissie heeft namens de Gemeenschap met het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië onderhandeld over een Overeenkomst inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking (hierna „de Overeenkomst” genoemd).

(2)

De onderhandelingen hebben geresulteerd in de bijgevoegde overeenkomst, die op 28 januari 2009 is geparafeerd.

(3)

De overeenkomst dient te worden ondertekend onder voorbehoud van de mogelijke sluiting ervan op een later tijdstip,

BESLUIT:

Artikel 1

De ondertekening van de Overeenkomst tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking wordt namens de Gemeenschap ondertekend onder voorbehoud van sluiting.

De tekst van de overeenkomst is aan dit besluit gehecht.

Artikel 2

De voorzitter van de Raad wordt gemachtigd de persoon (personen) aan te wijzen die bevoegd is (zijn) namens de Gemeenschap de overeenkomst te ondertekenen.

Artikel 3

De overeenkomst wordt overeenkomstig artikel 7, lid 2, vanaf de ondertekening voorlopig toegepast in afwachting van de voltooiing van de procedures voor de formele sluiting.

Gedaan te Brussel, 10 november 2009.

Voor de Raad

De voorzitter

A. BORG


Top

17.6.2011   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 159/108


OVEREENKOMST

tussen de Europese Gemeenschap en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië inzake wetenschappelijke en technologische samenwerking

DE EUROPESE GEMEENSCHAP,

(hierna de „Gemeenschap” genoemd), enerzijds, en

HET HASJEMITISCH KONINKRIJK JORDANIË,

(hierna „Jordanië” genoemd), anderzijds,

hierna de „partijen” genoemd,

GELET OP het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 170 in samenhang met artikel 300, lid 2, eerste alinea, eerste zin, en lid 3, eerste alinea,

GELET OP het belang van wetenschap en technologie voor hun economische en sociale ontwikkeling en de verwijzing hiernaar in artikel 43 van de Euro-mediterrane Overeenkomst waarbij een associatie tot stand wordt gebracht tussen de Europese Gemeenschappen en hun lidstaten enerzijds en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië anderzijds, welke overeenkomst op 1 mei 2002 in werking is getreden;

GELET OP het Europees nabuurschapsbeleid en de EU-strategie om de betrekkingen met de nabuurschapslanden te versterken, in het kader waarvan de partijen zijn bijeengekomen en een akkoord hebben bereikt betreffende een Actieplan, waarvan een van de prioriteiten erop gericht is de samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie te versterken. Het Gezamenlijk Actieplan van het Europees nabuurschapsbeleid is in overeenstemming met het Uitvoerend Programma (2007-2009) van de Jordaanse regering voor Kuluna Al Urdun/de Nationale Agenda, dat beoogt een duurzaam sociaaleconomisch hervormingsproces te ontwikkelen;

OVERWEGENDE dat de Gemeenschap en Jordanië gemeenschappelijke activiteiten voor onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie op diverse gebieden van gemeenschappelijk belang hebben ondernomen en dat zij er wederzijds voordeel bij zouden hebben op voet van wederkerigheid deel te nemen aan elkaars activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling;

WENSENDE een formeel kader voor samenwerking op het gebied van wetenschappelijk en technologisch onderzoek in te stellen dat het mogelijk zou maken de samenwerkingsinspanningen op gebieden van gemeenschappelijk belang uit te breiden en te intensiveren en het gebruik van de resultaten van deze samenwerking te bevorderen rekening houdend met hun wederzijdse economische en sociale belangen;

WENSENDE de Europese Onderzoeksruimte voor niet-lidstaten en met name de Mediterrane partnerlanden open te stellen;

ZIJN OVEREENGEKOMEN HETGEEN VOLGT:

Artikel 1

Toepassingsgebied en beginselen

1.   De partijen bevorderen, ontwikkelen en vergemakkelijken samenwerkingsactiviteiten tussen de Gemeenschap en Jordanië op gebieden van gemeenschappelijk belang waarop zij activiteiten voor onderzoek en ontwikkeling op het gebied van wetenschap en technologie uitoefenen.

2.   De samenwerkingsactiviteiten worden uitgevoerd op basis van de volgende beginselen:

bevordering van de kennismaatschappij om de economische en sociale ontwikkeling van beide partijen te stimuleren;

wederzijds voordeel gebaseerd op een algeheel evenwichtige verdeling van de voordelen;

wederzijdse toegang tot de activiteiten van de onderzoeksprogramma’s en -projecten van elke partij;

tijdige uitwisseling van informatie die samenwerkingsactiviteiten kan vergemakkelijken;

passende uitwisseling en bescherming van de rechten van intellectueel eigendom;

deelname en financiering met inachtneming van de relevante wet- en regelgeving van de partijen.

Artikel 2

Vormen van samenwerking

1.   In Jordanië gevestigde juridische entiteiten, zoals gedefinieerd in bijlage I, inclusief natuurlijke personen of privaat- of publiekrechtelijke rechtspersonen, nemen aan samenwerkingsactiviteiten onder contract van het Kaderprogramma van de Europese Gemeenschap voor activiteiten op het gebied van onderzoek, technologische ontwikkeling en demonstratie (hierna „het Kaderprogramma”) deel onder de voorwaarden vastgesteld bij of bedoeld in de bijlagen I en II.

In de lidstaten van de Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten, zoals gedefinieerd in bijlage 1, nemen onder dezelfde voorwaarden als die welke op Jordaanse juridische entiteiten van toepassing zijn deel aan Jordaanse onderzoekprogramma’s en -projecten in het kader van gelijke thema’s als die van het Kaderprogramma, onder de voorwaarden vastgesteld bij of bedoeld in de bijlagen I en II.

2.   De samenwerking kan tevens de volgende vormen aannemen:

regelmatige discussies over de koers en prioriteiten van het onderzoeksbeleid en de onderzoeksplanning in Jordanië en de Gemeenschap;

discussies over samenwerking, ontwikkelingen en vooruitzichten;

tijdige verstrekking van informatie over de uitvoering van programma’s en onderzoeksprojecten van Jordanië en de Gemeenschap en over de resultaten van de in het kader van deze overeenkomst verrichte werkzaamheden;

gezamenlijke vergaderingen;

bezoeken en uitwisselingen van onderzoekers, ingenieurs en technici, inclusief voor opleidingsdoeleinden;

uitwisseling en deling van uitrusting, materialen en testdiensten;

contacten tussen programma- of projectbeheerders van Jordanië en de Gemeenschap;

deelname van deskundigen aan seminars, symposia en workshops;

uitwisseling van informatie over praktijken, wetten, voorschriften en programma’s die relevant zijn voor de samenwerking in het kader van deze overeenkomst;

opleiding inzake onderzoek en technologische ontwikkeling;

wederzijdse toegang tot wetenschappelijke en technologische informatie binnen het kader van deze samenwerking;

elke andere modaliteit die zou worden vastgesteld door het Gemengd Comité voor samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie Europese Gemeenschap-Jordanië, zoals bepaald in artikel 4, en die in overeenstemming wordt geacht met de in beide partijen van toepassing zijnde beleidslijnen en procedures.

Artikel 3

Bevordering van de samenwerking

1.   De partijen stellen alles in het werk om in het kader van hun toepasselijke wetgeving het vrije verkeer en het verblijf van onderzoekers die aan onder deze overeenkomst vallende activiteiten deelnemen en het grensoverschrijdende verkeer van goederen die bestemd zijn om in het kader van die activiteiten te worden gebruikt, te vergemakkelijken.

2.   Als de Gemeenschap in overeenstemming met haar eigen regels eenzijdig financiering toekent aan een juridische entiteit van Jordanië die deelneemt aan een communautaire activiteit onder contract, draagt Jordanië er zorg voor dat die transactie aan geen lasten of heffingen wordt onderworpen.

Artikel 4

Beheer van de overeenkomst

1.   De coördinatie en facilitering van de activiteiten in het kader van deze overeenkomst gebeurt namens Jordanië door de Hogere Raad voor wetenschap en technologie en namens de Gemeenschap door de Commissie, die optreden als uitvoerend orgaan van de partijen (hierna „uitvoerende organen” genoemd).

2.   De uitvoerende organen richten een gemengd comité op, het „Gemengd Comité voor samenwerking op het gebied van wetenschap en technologie Europese Gemeenschap-Jordanië” (hierna „het Gemengd Comité” genoemd), dat onder meer tot taak heeft:

de uitvoering van deze overeenkomst te verzekeren, te beoordelen en te evalueren alsmede de bijlagen ervan te wijzigen of nieuwe bijlagen vast te stellen om rekening te houden met de ontwikkelingen van het wetenschappelijke beleid van de partijen, behoudens naleving door elk van de partijen van de interne procedures in dat verband;

jaarlijks potentiële sectoren aan te wijzen waar samenwerking moet worden ontwikkeld en verbeterd en maatregelen in dat verband te onderzoeken;

regelmatig te discussiëren over de toekomstige koers en prioriteiten van het onderzoeksbeleid en de onderzoeksplanning in Jordanië en de Gemeenschap en over de vooruitzichten voor toekomstige samenwerking in het kader van deze overeenkomst;

met betrekking tot de uitvoering van deze overeenkomst alsmede toevoegingen aan de in artikel 2, lid 2, genoemde activiteiten aan de partijen aanbevelingen te doen en concrete maatregelen voor het verbeteren van de in artikel 1, lid 2, bedoelde wederzijdse toegang aan te wijzen en aan te bevelen;

3.   Het Gemengd Comité, dat bestaat uit vertegenwoordigers van de uitvoerende organen, stelt zijn reglement van orde vast.

4.   Het Gemengd Comité komt normaal eenmaal per jaar bijeen, afwisselend in de Gemeenschap en in Jordanië. Buitengewone vergaderingen worden gehouden telkens wanneer nodig en overeengekomen tussen de partijen. De conclusies en aanbevelingen van het Gemengd Comité worden ter informatie gezonden aan het Associatiecomité van de Euro-mediterrane overeenkomst tussen de Europese Unie en het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië.

Artikel 5

Financiering

De wederzijdse deelname aan de onderzoeksactiviteiten in het kader van deze overeenkomst is geregeld overeenkomstig de voorwaarden in bijlage I en is onderworpen aan de wetgeving, voorschriften, beleidslijnen en voorwaarden voor de uitvoering van de programma’s die van kracht zijn op het grondgebied van elke partij.

Wanneer de ene partij in verband met samenwerkingsactiviteiten onder contract financiële ondersteuning aan deelnemers van de andere partij verleent, worden alle subsidies en financiële of andere bijdragen van de financierende partij aan deelnemers van de andere partij ter ondersteuning van die activiteiten toegekend vrij van belastingen en douanerechten.

Artikel 6

Verspreiding en gebruik van resultaten en informatie

De verspreiding en het gebruik van behaalde en/of uitgewisselde resultaten en informatie en het beheer, de toekenning en de uitoefening van rechten van intellectueel eigendom die voortvloeien uit de onderzoeksactiviteiten in het kader van deze overeenkomst zijn onderworpen aan de voorwaarden in bijlage II.

Artikel 7

Slotbepalingen

1.   De bijlagen I en II maken integrerend deel uit van deze overeenkomst. Alle vraagstukken of geschillen in verband met de interpretatie of tenuitvoerlegging van deze overeenkomst worden in onderlinge overeenstemming tussen de partijen geregeld.

2.   Deze overeenkomst treedt in werking wanneer de partijen elkaar in kennis hebben gesteld dat hun interne procedures voor de sluiting ervan voltooid zijn. Totdat de partijen hun interne procedures voor de sluiting van deze overeenkomst voltooien, passen zij deze overeenkomst bij ondertekening voorlopig toe. Mocht een partij de andere partij in kennis stellen dat zij de overeenkomst niet zal sluiten, dan wordt hierbij wederzijds overeengekomen dat projecten en activiteiten die zijn gestart in het kader van deze voorlopige toepassing en die nog aan de gang zijn op het moment van de hierboven bedoelde kennisgeving onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden worden voortgezet totdat zij voltooid zijn.

3.   Elk van beide partijen kan deze overeenkomst te allen tijde beëindigen met een opzegtermijn van zes maanden. Projecten en activiteiten die op het ogenblik waarop deze overeenkomst wordt beëindigd nog lopen, worden onder de in deze overeenkomst neergelegde voorwaarden voortgezet totdat zij zijn voltooid.

4.   Deze overeenkomst blijft van kracht totdat een van de partijen aan de andere partij schriftelijk kennisgeving doet van haar voornemen deze overeenkomst te beëindigen. In dat geval treedt deze overeenkomst buiten werking zes maanden na ontvangst van die kennisgeving.

5.   Mocht een van de partijen besluiten haar onderzoeksprogramma’s en -projecten als bedoeld in lid 1 van artikel 1 te herzien, dan stelt het uitvoerend orgaan van deze partij het uitvoerend orgaan van de andere partij in kennis van de precieze inhoud van deze herzieningen. In afwijking van lid 3 van dit artikel kan deze overeenkomst onder onderling overeengekomen voorwaarden worden beëindigd mocht een van de partijen binnen één maand na de aanneming van de in de eerste alinea bedoelde herzieningen de andere partij in kennis stellen van haar voornemen deze overeenkomst te beëindigen.

6.   Deze overeenkomst is van toepassing enerzijds op de grondgebieden waar het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap geldt en onder de in dat verdrag neergelegde voorwaarden en anderzijds op het grondgebied van het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië. Dit vormt geen beletsel voor de uitvoering van samenwerkingsactiviteiten op open zee, in de ruimte of op het grondgebied van derde landen volgens de regels van internationaal recht.

TEN BLIJKE WAARVAN de ondergetekenden, hiertoe naar behoren gemachtigd door de Europese Gemeenschap respectievelijk het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië, deze overeenkomst hebben ondertekend.

Gedaan in tweevoud te Brussel de dertigste november 2009 in de Engelse, de Bulgaarse, de Tsjechische, de Deense, de Nederlandse, de Estse, de Finse, de Franse, de Duitse, de Griekse, de Hongaarse, de Italiaanse, de Letse, de Litouwse, de Maltese, de Poolse, de Portugese, de Roemeense, de Slowaakse, de Sloveense, de Spaanse, de Zweedse en de Arabische taal, zijnde alle teksten gelijkelijk authentiek.

За Европейската общност

Por la Comunidad Europea

Za Evropské společenství

For Det Europæiske Fællesskab

Für die Europäische Gemeinschaft

Euroopa Ühenduse nimel

Για την Ευρωπαϊκή Κοινότητα

For the European Community

Pour la Communauté européenne

Per la Comunità europea

Eiropas Kopienas vārdā –

Europos bendrijos vardu

Az Európai Közösség részéről

Għall-Komunità Ewropea

Voor de Europese Gemeenschap

W imieniu Wspólnoty Europejskiej

Pela Comunidade Europeia

Pentru Comunitatea Europeană

Za Európske spoločenstvo

Za Evropsko skupnost

Euroopan yhteisön puolesta

För Europeiska gemenskapen

Image

Image

Image

За Хашемитското кралство Йордания

Por el Reino Hachemí de Jordania

Za Jordánské hášimovské království

For Det Hashemitiske Kongerige Jordan

Für das Haschemitische Königreich Jordanien

Jordaania Hašimiidi Kuningriigi nimel

Για το Χασεμιτικό Βασίλειο της Ιορδανίας

For the Hashemite Kingdom of Jordan

Pour le Royaume hachémite de Jordanie

Per il Regno Hashemita di Giordania

Jordānijas Hāšimītu Karalistes vārdā –

Jordanijos Hašimitų Karalystės vardu

A Jordán Hasimita Királyság részéről

Għar-Renju Ħaxemita tal-Ġordan

Voor het Hasjemitisch Koninkrijk Jordanië

W imieniu Jordańskiego Królestwa Haszymidzkiego

Pelo Reino Hachemita da Jordânia

Pentru Regatul Hașemit al Iordaniei

Za Jordánske hašimovské král’ovstvo

Za Hašemitsko kraljevino Jordanijo

Jordanian hašemiittisen kuningaskunnan puolesta

För Hashemitiska konungariket Jordanien

Image

Image


BIJLAGE I

VOORWAARDEN VOOR DE DEELNAME VAN JURIDISCHE ENTITEITEN DIE IN DE LIDSTATEN VAN DE EUROPESE UNIE EN IN JORDANIË GEVESTIGD ZIJN

Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder juridische entiteit verstaan: iedere natuurlijke persoon of rechtspersoon, opgericht overeenkomstig het nationale recht van zijn vestigingsplaats of overeenkomstig het Gemeenschapsrecht of internationale recht, die rechtspersoonlijkheid bezit en in eigen naam ongeacht welke rechten en verplichtingen kan hebben.

I.   Voorwaarden voor de deelname van in Jordanië gevestigde juridische entiteiten aan acties onder contract van het Kaderprogramma

1.

De deelname van in Jordanië gevestigde juridische entiteiten aan acties onder contract van het Kaderprogramma is onderworpen aan de voorwaarden die door het Europees Parlement en de Raad zijn vastgesteld overeenkomstig artikel 167 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

Voorts kunnen in Jordanië gevestigde juridische entiteiten deelnemen aan acties onder contract die ten uitvoer worden gelegd overeenkomstig artikel 164 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap.

2.

De Gemeenschap kan aan in Jordanië gevestigde juridische entiteiten die deelnemen aan de in punt 1 bedoelde acties onder contract financiering toekennen onder de voorwaarden die zijn neergelegd in het besluit (Verordening (EG) nr. 1906/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 tot vaststelling van de regels voor de deelname van ondernemingen, onderzoekscentra en universiteiten aan acties op grond van het zevende kaderprogramma, en voor de verspreiding van onderzoeksresultaten (2007-2013) (1) dat door het Europees Parlement en de Raad is vastgesteld overeenkomstig artikel 167 van het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, de Financiële Reglementen van de Europese Gemeenschap en alle andere toepasselijke communautaire wetgeving.

3.

Een subsidieovereenkomst of contract dat door de Gemeenschap wordt gesloten met een in Jordanië gevestigde juridische entiteit voor het verrichten van acties onder contract voorziet in controles en audits die moeten worden verricht door of onder gezag van de Commissie of de Rekenkamer van de Europese Gemeenschappen.

Met het oog op de samenwerking en de wederzijdse belangen verlenen de bevoegde Jordaanse autoriteiten alle redelijkerwijs mogelijke faciliteiten die in de gegeven omstandigheden voor het uitvoeren van bedoelde controles en audits nodig of nuttig zijn.

II.   Voorwaarden voor de deelname van in de lidstaten van de Europese Unie gevestigde juridische entiteiten aan Jordaanse onderzoeksprogramma’s en -projecten

1.

Iedere in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteit, opgericht krachtens het nationale recht van een van de lidstaten van de Europese Unie of krachtens het Gemeenschapsrecht, kan samen met Jordaanse juridische entiteiten deelnemen aan projecten van Jordaanse onderzoeks- en ontwikkelingsprogramma’s.

2.

Rekening houdend met de aard van de samenwerking tussen Jordanië en de Gemeenschap op dit gebied vallen, onverminderd punt 1 en bijlage II, de rechten en verplichtingen van in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten die aan Jordaanse onderzoeksprojecten binnen programma’s voor onderzoek en ontwikkeling deelnemen en de voorwaarden voor de indiening en evaluatie van voorstellen en voor de toekenning en sluiting van contracten in het kader van dergelijke projecten onder de Jordaanse wet- en regelgeving betreffende het beheer van de programma’s voor onderzoek en ontwikkeling, zoals van toepassing op de Jordaanse juridische entiteiten en onder waarborging van billijke behandeling.

De financiering van de in de Gemeenschap gevestigde juridische entiteiten die deelnemen aan de relevante Jordaanse projecten binnen programma’s voor onderzoek en ontwikkeling valt onder de Jordaanse wet- en regelgeving betreffende het beheer van de programma’s voor onderzoek en ontwikkeling, zoals van toepassing op niet-Jordaanse juridische entiteiten.

III.   Informatie over deelnamekansen

Jordanië en de Commissie stellen ten behoeve van in de twee partijen gevestigde juridische entiteiten regelmatig informatie ter beschikking over lopende programma’s en deelnamekansen.


(1)  PB L 391 van 30.12.2006, blz. 1.


BIJLAGE II

BEGINSELEN INZAKE DE TOEKENNING VAN RECHTEN VAN INTELLECTUEEL EIGENDOM

I.   Toepassing

Voor de toepassing van deze overeenkomst heeft „intellectueel eigendom” de betekenis die het heeft in artikel 2 van het Verdrag tot oprichting van de Wereldorganisatie voor de intellectuele eigendom, gesloten in Stockholm op 14 juli 1967.

In de zin van deze overeenkomst wordt onder kennis verstaan de resultaten, met inbegrip van informatie, al dan niet beschermbaar, alsmede de auteursrechten of aan de genoemde informatie verbonden rechten ten gevolge van de aanvraag of toekenning van octrooien, tekeningen en modellen, kwekersrechten, aanvullende beschermingscertificaten of soortgelijke vormen van bescherming.

II.   Rechten van intellectueel eigendom van juridische entiteiten van de partijen die deelnemen aan samenwerkingsactiviteiten onder contract

1.

Elke partij verzekert dat haar behandeling van de rechten en verplichtingen inzake intellectueel eigendom van op de grondgebieden van de andere partij gevestigde juridische entiteiten die deelnemen aan samenwerkingsactiviteiten onder contract die ingevolge deze overeenkomst worden uitgevoerd en de gerelateerde rechten en verplichtingen die uit deze deelname voortkomen verenigbaar zijn met de relevante wet- en regelgeving en internationale verdragen die van toepassing zijn op de partijen, inclusief de Overeenkomst inzake de handelsaspecten van het intellectuele eigendom, bijlage 1C van de Overeenkomst van Marrakesh tot oprichting van de Wereldhandelsorganisatie alsmede de Akte van Parijs van 24 juli 1971 van de Berner Conventie voor de bescherming van werken van letterkunde en kunst en de Akte van Stockholm van 14 juli 1967 van het Verdrag van Parijs tot bescherming van het industriële eigendom.

2.

Elke partij verzekert dat de deelnemers aan samenwerkingsactiviteiten onder contract van de andere partij ten aanzien van intellectueel eigendom dezelfde behandeling krijgen als de eigen deelnemers krachtens de relevante regels voor deelname van elk onderzoeksprogramma of -project of haar toepasselijke wet- en regelgeving krijgen.

III.   Rechten van intellectueel eigendom van de partijen

1.

Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anders overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op kennis die door de partijen is gegenereerd in de loop van de in het kader van artikel 2 van deze overeenkomst uitgevoerde activiteiten:

a)

de partij die deze kennis genereert, is eigenaar van die kennis. Als hun respectieve aandeel in het werk niet kan worden vastgesteld, is die kennis hun gezamenlijk eigendom.

b)

De partij die eigenaar is van die kennis verleent de andere partij rechten van toegang daartoe voor de uitvoering van activiteiten als bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst. Dergelijke toegangsrechten worden verleend vrij van royalty’s.

2.

Tenzij door de partijen uitdrukkelijk anders overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op wetenschappelijke publicaties van de partijen:

a)

Als een partij door middel van tijdschriften, artikelen, rapporten, boeken, inclusief videomateriaal en software, wetenschappelijke en technische gegevens, informatie en resultaten publiceert die voortkomen uit en betrekking hebben op ingevolge deze overeenkomst uitgevoerde activiteiten, wordt aan de andere partij een wereldwijd, niet-exclusief, onherroepelijk recht vrij van royalty’s verleend om dergelijke werken te vertalen, te reproduceren, te bewerken, te verspreiden en openbaar te maken.

b)

Op alle exemplaren van voor publicatie bestemde, auteursrechtelijk beschermde gegevens en informatie die in het kader van dit punt zijn vervaardigd, dient de naam van de auteur(s) van het werk te worden vermeld, tenzij de auteur daar uitdrukkelijk vanaf wenst te zien. Tevens moet op een duidelijk zichtbare plaats worden verwezen naar de medewerking en de steun van de partijen.

3.

Behalve indien door de partijen uitdrukkelijk anders overeengekomen, zijn de volgende regels van toepassing op geheim gehouden informatie van de partijen:

a)

Wanneer aan de andere partij informatie betreffende ingevolge deze overeenkomst uitgevoerde activiteiten wordt meegedeeld, wijst elke partij door middel van vertrouwelijkheidsmarkeringen of -aanduidingen aan welke informatie zij geheim wenst te houden.

b)

De ontvangende partij kan onder eigen verantwoordelijkheid speciaal ten behoeve van de uitvoering van deze overeenkomst geheim gehouden informatie meedelen aan instanties of personen die onder haar gezag vallen.

c)

Indien de partij die geheim gehouden informatie verstrekt hiermee schriftelijk instemt, mag de ontvangende partij die geheim gehouden informatie op een ruimere schaal verspreiden dan volgens punt b) anders is toegestaan. De partijen werken samen om procedures te ontwikkelen om voorafgaand schriftelijke toestemming voor die ruimere verspreiding te vragen en te verkrijgen en iedere partij verleent die toestemming binnen de grenzen van haar binnenlandse beleidslijnen, wetgeving en regelgeving.

d)

Niet-documentaire geheim gehouden of andere vertrouwelijke informatie die wordt verstrekt tijdens seminars en andere bijeenkomsten tussen vertegenwoordigers van de partijen welke in het kader van deze overeenkomst zijn georganiseerd, of informatie die voortkomt uit de detachering van personeel, het gebruik van voorzieningen of acties onder contract, blijft vertrouwelijk wanneer de ontvanger van deze geheim gehouden of andere vertrouwelijke of bevoorrechte informatie overeenkomstig punt a) op het moment van de mededeling op de hoogte is gebracht van het vertrouwelijke karakter van de meegedeelde informatie.

e)

Elke partij tracht ervoor te zorgen dat geheim gehouden informatie die zij krachtens de punten a) en d) ontvangt, wordt beheerd zoals in die punten is bepaald. Indien een van de partijen zich realiseert dat zij niet in staat is, of naar verwachting redelijkerwijs mogelijk niet in staat zal zijn de in de punten a) en d) vervatte bepalingen inzake niet-verspreiding na te leven, stelt zij de andere partij daar onmiddellijk van in kennis. De partijen overleggen vervolgens om een passende gedragslijn te bepalen.

Top