This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 32007D0057
Commission Decision of 7 June 2006 on State aid granted by Germany for the acquisition of shares in winegrowers' cooperatives (notified under document number C(2006) 2070)
Beschikking van de Commissie van 7 juni 2006 betreffende de door Duitsland toegekende steun voor de verwerving van aandelen in wijnbouwerscoöperaties (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 2070)
Beschikking van de Commissie van 7 juni 2006 betreffende de door Duitsland toegekende steun voor de verwerving van aandelen in wijnbouwerscoöperaties (Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 2070)
PB L 32 van 6.2.2007, p. 7–7
(BG, RO)
PB L 32 van 6.2.2007, p. 56–63
(ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)
In force
6.2.2007 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
L 32/56 |
BESCHIKKING VAN DE COMMISSIE
van 7 juni 2006
betreffende de door Duitsland toegekende steun voor de verwerving van aandelen in wijnbouwerscoöperaties
(Kennisgeving geschied onder nummer C(2006) 2070)
(Slechts de tekst in de Duitse taal is authentiek)
(2007/57/EG)
DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,
Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, en met name op artikel 88, lid 2,
Na de belanghebbenden overeenkomstig voornoemde bepaling te hebben aangemaand (1) hun opmerkingen kenbaar te maken en gezien hun opmerkingen,
Overwegende hetgeen volgt:
I. PROCEDURE
(1) |
De maatregel werd naar aanleiding van een schriftelijk verzoek van de diensten van de Commissie bij brief van 19 april 2001 bij de Commissie aangemeld. Omdat de steunmaatregel op dat tijdstip reeds ten uitvoer was gelegd, werd hij in het register van niet aangemelde steunmaatregelen ingeschreven (steunmaatregel nr. NN 32/01). |
(2) |
Bij brief van 13 februari 2002, geregistreerd op 18 februari 2002, bij brief van 5 juli 2002, geregistreerd op 9 juli 2002, en bij brief van 5 december 2002, geregistreerd op 10 december 2002, is aanvullende informatie verstrekt. Voorts heeft op 25 juni 2002 overleg plaatsgevonden ten kantore van directoraat-generaal Landbouw. |
(3) |
Bij schrijven van 2 oktober 2003 (SG (2003) D/232035) heeft de Commissie Duitsland in kennis gesteld van haar besluit om ten aanzien van deze maatregel de procedure van artikel 88, lid 2, van het EG-Verdrag in te leiden (steunmaatregel nr. C 60/2003). |
(4) |
Het besluit van de Commissie tot inleiding van de procedure is in het Publicatieblad van de Europese Unie bekendgemaakt (2). De Commissie heeft de belanghebbenden uitgenodigd hun opmerkingen over de betrokken steunmaatregel te maken. |
(5) |
De Commissie ontving bij brief van 18 november 2003, geregistreerd op 25 november 2003, bij brief van 23 december 2003, geregistreerd op 5 januari 2004, en bij brief van 12 februari 2004, geregistreerd op 17 februari 2004, opmerkingen van belanghebbenden resp. van de Duitse regionale autoriteiten die de steun in kwestie toekenden. |
(6) |
Duitsland deed de Commissie bij brief van 5 november 2003, geregistreerd op 6 november 2003, zijn opmerkingen toekomen. |
(7) |
Duitsland deed de Commissie bij brief van 7 maart 2005, geregistreerd op 9 maart 2005, aanvullende opmerkingen toekomen, waarbij om een beoordeling van de maatregel overeenkomstig artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1860/2004 van de Commissie van 6 oktober 2004 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het EG-Verdrag op de de minimis-steun in de landbouwsector en de visserijsector (3) werd verzocht. |
II. GEDETAILLEERDE BESCHRIJVING VAN DE STEUNMAATREGEL
II.1. Benaming van de maatregel
(8) |
Subsidie voor de verwerving van aandelen in wijnbouwerscoöperaties door wijnbouwers in Rijnland-Palts |
II.2. Rechtsgrondslag
(9) |
De maatregel is ten uitvoer gelegd op grond van de volgende 4 richtlijnen: Steunrichtlijn betreffende de toekenning van subsidies uit de middelen van de Landkreis Bernkastel-Wittlich ter ondersteuning van wijnbouwers die toetreden tot een wijnbouwerscoöperatie. Steunrichtlijn betreffende de toekenning van subsidies uit de middelen van de Landkreis Cochem-Zell ter ondersteuning van wijnbouwers die toetreden tot een wijnbouwerscoöperatie/producentenorganisatie. Steunrichtlijn betreffende de toekenning van subsidies uit de middelen van de Landkreis Trier-Saarburg ter ondersteuning van wijnbouwers die toetreden tot een wijnbouwerscoöperatie/producentenorganisatie. Mededeling van de gemeente Schweich betreffende de verhoging van de subsidies van de Landkreis Trier-Saarburg ter ondersteuning van wijnbouwers die toetreden tot een wijnbouwerscoöperatie/producentenorganisatie. |
(10) |
De richtlijn van de autoriteiten van de Landkreis Bernkastel-Wittlich voorziet in steun voor de aankoop van aandelen van een specifieke coöperatie, de coöperatie Moselland. De richtlijn van de autoriteiten van de Landkreis Cochem-Zell bevat soortgelijke bepalingen, die er in de praktijk toe hebben geleid dat uitsluitend de aankoop van aandelen van de coöperatie Moselland werd bevorderd. De richtlijn van de autoriteiten van de Landkreis Trier-Saarburg en van de gemeente Schweich zijn niet specifiek gericht op één onderneming, maar in het algemeen op coöperaties en producentenorganisaties die conform de Duitse marktordeningswetgeving zijn erkend. |
II.3. Doel van de maatregel
(11) |
Doel van de maatregel was dat meer druiven aan de producentenorganisaties werden geleverd en het aandeel fustwijn dat niet via producentenorganisaties in de handel werd gebracht, werd verminderd. Een en ander diende bij te dragen tot een stabilisering van de prijzen op de markt voor fustwijn. Terzelfder tijd moest zodoende de wijnproductiecapaciteit van individuele — met name kleine — wijnbouwbedrijven in het wijnbouwgebied Mosel-Saar-Ruwer voor langere tijd worden stilgelegd. |
(12) |
De steun dekte een deel van de kosten die wijnbouwbedrijven maakten voor het verwerven van aandelen in wijnbouwerscoöperaties/producentenorganisaties (hierna „producentenorganisaties” genoemd). Voorwaarde voor de toekenning van de steun was een verbintenis van de wijnbouwer om de aandelen gedurende vijf jaar, te rekenen vanaf de indiening van de aanvraag, te behouden. De met wijnstokken beplante cultuurgrond van het bedrijf moest in de producentenorganisatie worden ingebracht en alle druiven, most en wijn moesten aan de producentenorganisatie worden geleverd. Voorts was het wijnbouwbedrijf ertoe gehouden zijn eigen wijnbouwinstallaties stil te leggen. |
II.4. Aard en omvang van de steun
(13) |
De steun werd in de vorm van rechtstreekse subsidies en rentesubsidies voor leningen op de kapitaalmarkt toegekend. |
(14) |
De kosten voor het verwerven van één aandeel bedroegen normaal EUR 293,99. Indien de kostprijs per aandeel afnam, werd de subsidie evenredig verminderd. |
(15) |
Per aandeel werden de volgende subsidies toegekend:
|
(16) |
De subsidie van de gemeente Schweich kwam bovenop het door de Landkreis Trier-Saarburg betaalde bedrag. |
(17) |
In de Landkreis Cochem-Zell werd voor leningen die met het oog op het verwerven van aandelen werden aangegaan, een rentesubsidie van ten hoogste 4,95 % verleend, en zulks gedurende ten hoogste vier jaar. |
(18) |
In het jaar 2000 zijn aan producentenorganisaties de volgende bedragen uitbetaald:
|
(19) |
In het totaal werd in het jaar 2000 EUR 155 460 uitbetaald. De maatregel werd uit de middelen van de Landkreise resp. van de gemeente Schweich gefinancierd. |
II.5. Looptijd van de maatregel
(20) |
In de Landkreis Cochem-Zell gold de steunregeling voor een periode van vier jaar (2000-2003). De andere steunregelingen waren alleen in het jaar 2000 van toepassing. |
II.6. Begunstigden
(21) |
De steun werd rechtstreeks uitbetaald aan de producentenorganisaties, die de aandelen aan toetredende wijnbouwers en wijnbouwbedrijven tegen een verlaagde prijs verkochten. |
(22) |
Zo konden de wijnbouwers en wijnbouwbedrijven in de betrokken Landkreise tegen een gunstprijs aandelen in de producentenorganisaties verwerven. |
(23) |
De producentenorganisaties konden dankzij de maatregel hun eigen kapitaal verhogen en de toelevering van grondstoffen veiligstellen. |
II.7. Reden voor de inleiding van een formele onderzoekprocedure
(24) |
Een eerste voorlopig onderzoek leidde tot de conclusie dat de maatregel in kwestie moet worden aangemerkt als exploitatiesteun aan wijnbouwbedrijven en producentenorganisaties die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. Derhalve heeft de Commissie een formele onderzoekprocedure ingeleid. |
III. OPMERKINGEN VAN DE BELANGHEBBENDEN
III.1. Bezwaren tegen de steunmaatregel
(25) |
De diensten van de Commissie hebben een bezwaarschrift met betrekking tot de invoering van deze steunregeling ontvangen. De opsteller van het bezwaarschrift wees erop dat wijnbouwers als gevolg van de steunmaatregel goedkoper aandelen van plaatselijke producentenorganisaties konden verwerven. Naast het voordeel van de kapitaalverhoging konden de producentenorganisaties daardoor ook rekenen op een gegarandeerde toelevering van grondstoffen (most en ruwe wijn). Concurrerende bedrijven konden daardoor op het stuk van toelevering van most en ruwe wijn nadeel ondervinden. |
III.2. Opmerkingen van belanghebbenden tijdens de formele onderzoeksprocedure
(26) |
In hun standpuntbepalingen hebben de belanghebbenden alsook de Duitse regionale autoriteiten die de steun toekenden, de nadruk gelegd op het belang van de ondersteuning van noodzakelijke structurele hervormingen in een 2 000 jaar oud, door steile hellingen gekenmerkt wijnbouwgebied, waarvan het behoud uiterst belangrijk is voor het toerisme en de gastronomie. Betrokkenen stelden dat de maatregel gericht was op het afbouwen van productiecapaciteit. Voorts verzochten zij om de toepassing van Verordening (EG) nr. 1860/2004. |
IV. OPMERKINGEN VAN DUITSLAND
(27) |
In zijn standpuntbepaling heeft Duitsland de nadruk gelegd op de noodzaak van de ondersteuning van noodzakelijke structurele hervormingen in een 2 000 jaar oud, door steile hellingen gekenmerkt wijnbouwgebied, waarvan het behoud uiterst belangrijk is voor het toerisme en de gastronomie. De steunmaatregel was bedoeld als compensatie voor het nadeel dat wijnbouwers en wijnbouwbedrijven ondervonden die hun eigen productie-inrichtingen uit bedrijf moesten nemen om hun vijfjarige leverantieverplichting aan de producentenorganisaties na te komen, en was bijgevolg gerechtvaardigd als stopzettingsmaatregel. |
(28) |
In een aanvullende standpuntbepaling heeft Duitsland verzocht om de toepassing van Verordening (EG) nr. 1860/2004. |
V. BEOORDELING VAN DE STEUNMAATREGEL
(29) |
Artikel 36 van het EG-Verdrag is van toepassing op de wijnbouw en wijnproductie, waarvoor Verordening (EG) nr. 1493/1999 van de Raad van 17 mei 1999 houdende een gemeenschappelijke ordening van de wijnmarkt (4) geldt. |
(30) |
Uit de opmerkingen van Duitsland en die van de belanghebbenden komt naar voren dat de economische problemen van de wijnbouwers en wijnbouwbedrijven het gevolg waren van structureel gewijzigde afzetmogelijkheden. De traditionele wijze van vermarkting, waarbij de wijnboer de op zijn bedrijf geproduceerde fustwijn zelf aan de man bracht, voldeed niet langer. De markt verlangde nu enerzijds ruwe grondstoffen (druiven of versgeperste most) en anderzijds op de markttrends inspelende wijnen en kwaliteitswijnen. Particuliere vennootschappen zouden soortgelijke overeenkomsten met de wijnbouwbedrijven hebben kunnen sluiten en het marktrisico van laatstgenoemde voor hun rekening hebben kunnen nemen. |
(31) |
In deze context hebben de regionale autoriteiten, zoals in punt 12 uiteengezet, een deel van de kosten gedragen die de wijnbouwers voor het verwerven van aandelen in de producentenorganisaties dienden te maken. De kopers van aandelen in de betrokken producentenorganisaties waren verplicht de totaliteit van het door hen bebouwde areaal in de producentenorganisatie in te brengen en alle druiven resp. most en wijn aan de producentenorganisatie te leveren. De wijnbouwbedrijven dienden de verplichting aan te gaan, de aandelen gedurende vijf jaar te behouden, wat er de facto op neerkwam dat hun productie-inrichtingen werden stilgelegd. De producentenorganisaties konden — in vergelijking met andere wijnproducerende en -verhandelende bedrijven — rekenen op een gegarandeerde toelevering van grondstoffen dankzij de verplichting voor de wijnbouwers en wijnbouwbedrijven om vijf jaar lang alle geproduceerde druiven resp. most en wijn aan de producentenorganisatie te leveren (zie punt II.2). |
(32) |
De bevoordeling van de producentenorganisaties, die erin bestond dat zij zich verzekerden van de toelevering van alle druiven resp. most en wijn van de wijnbouwbedrijven alsook van de stillegging van de productie-inrichtingen van deze laatste, vormt een structurele maatregel waarvan deze producentenorganisaties hebben geprofiteerd. Het voordeel van de gegarandeerde bevoorrading van deze producentenorganisaties kan, op zichzelf beschouwd, worden gebillijkt als het effect van een marktherstructureringsmaatregel conform de doelstellingen van artikel 39 van Verordening (EG) nr. 1493/1999. |
(33) |
Artikel 71, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1493/1999 luidt als volgt: „Behoudens andersluidende bepalingen van deze verordening zijn op de productie van en de handel in de onder deze verordening begrepen producten de artikelen 87, 88 en 89 van het Verdrag van toepassing.” |
(34) |
Artikel 71, lid 2, bepaalt het volgende: „Titel II, hoofdstuk II (Premies voor definitieve stopzetting) vormt geen beletsel voor het verlenen van nationale steun ter verwezenlijking van de doelstellingen die overeenkomen met die welke met dat hoofdstuk worden nagestreefd. Voor deze steun geldt niettemin het bepaalde in lid 1.” |
(35) |
Artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag verbiedt steunmaatregelen van de Staten of in welke vorm ook met staatsmiddelen bekostigd, die de mededinging door begunstiging van bepaalde ondernemingen of bepaalde producties vervalsen of dreigen te vervalsen voorzover deze steun het handelsverkeer tussen de lidstaten ongunstig beïnvloedt. |
(36) |
De onderhavige steunregeling wordt gefinancierd uit openbare middelen van enkele Landkreise en een gemeente van de Duitse deelstaat Rijnland-Palts. De steunregeling kan resulteren in concurrentievervalsing (5) en negatieve effecten hebben op de handel tussen de verschillende lidstaten (6). |
V.1. Bevoordeling van wijnbouwers en wijnbouwbedrijven door subsidiëring van de verwerving van aandelen en rentesubsidies
(37) |
Bepaalde wijnbouwers en wijnbouwbedrijven in Rijnland-Palts hebben aandelen in producentenorganisaties verworven met de steun van de regionale autoriteiten, en bijgevolg voor die aandelen een lagere prijs betaald (zie punt 15). Het bedrag dat op de normale prijs van de aandelen werd gekort, zouden zij normaliter zelf hebben moeten betalen. Voor de betrokken ondernemingen is dit dus een direct, uit openbare middelen gefinancierd economisch voordeel. |
(38) |
De rentesubsidies die sommige wijnbouwers en wijnbouwbedrijven voor de aankoop van dergelijke aandelen werden toegekend, en die tot 4,95 % konden belopen (zie punt 17), vormden voor deze agrariërs eveneens een economisch voordeel dat met overheidsgelden werd gefinancierd. |
(39) |
Bijgevolg is artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag van toepassing. |
(40) |
Hieronder (punt V.3) wordt onderzocht of punt 9 van de communautaire richtsnoeren voor staatssteun in de landbouwsector (hierna „de richtsnoeren” genoemd) (7), dat betrekking heeft op steun voor de sluiting van productie-, verwerkings- en afzetcapaciteit, op de hierboven omschreven steunmaatregel van toepassing is. |
V.2. Bevoordeling van de producentenorganisaties
(41) |
De Commissie bevestigt het standpunt dat zij heeft ingenomen in de brief waarmee zij de formele procedure heeft ingeleid, namelijk dat de producentenorganisaties voordeel hebben gehad bij de steun die aan wijnbouwers en wijnbouwbedrijven voor het verwerven van aandelen is toegekend. De steun voor het verwerven van aandelen was beperkt tot welbepaalde erkende producentenorganisaties (zie punt 10). De betrokken wijnbouwers en wijnbouwbedrijven dienden de aandelen gedurende vijf jaar aan te houden. |
(42) |
Volgens de Duitse autoriteiten was een herstructurering van de wijnmarkt onvermijdelijk. Hoewel wijnbouwers reeds tevoren aandelen van producentenorganisaties hadden kunnen verwerven — aangezien de prijs van deze aandelen niet bijzonder hoog was — heeft een dergelijke structurele ontwikkeling pas plaatsgevonden nadat een begin was gemaakt met de tenuitvoerlegging van de steunregeling van de regionale en gemeentelijke autoriteiten. |
(43) |
Deze producentenorganisaties konden, in vergelijking met andere wijnproducerende en –verhandelende ondernemingen, dankzij de toetreding van nieuwe aandeelhouders die hun aandelen tegen verlaagde prijs of middels rentesubsidies konden verwerven, hun kapitaal en liquide middelen verhogen en extra inkomsten realiseren. Een ander voordeel voor de producentenorganisaties vormde de aan de gesubsidieerde aankoop van aandelen gekoppelde verplichting voor de wijnbouwers om al hun druiven, resp. al hun most en wijn, aan de organisatie te leveren en de eigen wijnproductie-inrichtingen stil te leggen. |
(44) |
Het is dienstig hier te verwijzen naar punt 26 van het arrest van het Hof van Justitie in zaak C-156/98, Commissie/Duitsland (8): „In casu moet worden vastgesteld, dat het voordeel dat onrechtstreeks wordt verleend aan de in § 52, lid 8, EStG bedoelde ondernemingen, zijn oorsprong vindt in de verzaking door de lidstaat aan fiscale inkomsten die hij normalerwijze zou hebben ontvangen, voor zover het die verzaking is die de investeerders de mogelijkheid verleent om tegen fiscaal gunstigere voorwaarden deelnemingen in die ondernemingen te nemen.” |
(45) |
Dit arrest vindt bevestiging in punt 95 van het arrest van het Gerecht van Eerste Aanleg in zaak T-93/02, Confédération nationale du Crédit Mutuel/Commissie (9): „… voor de vaststelling dat er sprake is van een financiële overheidsinterventie ten gunste van een onderneming, [is het] niet […] vereist dat deze laatste de rechtstreeks begunstigde is. Uit artikel 87, lid 2, sub a, EG volgt immers dat steunmaatregelen van sociale aard aan individuele verbruikers onder artikel 87, lid 1, EG kunnen vallen. Ook het feit dat een lidstaat afziet van belastinginkomsten, kan leiden tot een indirecte overdracht van staatsmiddelen die kan worden aangemerkt als steun ten gunste van andere marktdeelnemers dan de rechtstreeks begunstigden van het belastingvoordeel (arrest Hof van 19 september 2000, Duitsland/Commissie, C-156/98, Jurispr. blz. I-6857, punten 24-28).” |
(46) |
In het licht van de hierboven geciteerde arresten besluit de Commissie dat de steun aan wijnbouwers en wijnbouwbedrijven voor het verwerven van aandelen in bepaalde producentenorganisaties en het aanhouden van die aandelen gedurende ten minste vijf jaar, geresulteerd heeft in een kapitaalsverhoging van de betrokken producentenorganisaties die zich zonder deze steunmaatregel niet had voorgedaan. De aankoop van dergelijke aandelen met overheidssteun vormt een indirecte overdracht van overheidsmiddelen aan de producentenorganisaties. De resulterende verhoging van het kapitaal van de producentenorganisaties betekent een indirect economisch voordeel, dat als een ander soort staatssteun moet worden behandeld dan het voordeel dat aan de wijnbouwers en wijnbouwbedrijven is toegekend. |
(47) |
Bijgevolg is artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag van toepassing. |
V.3. Uitzonderingsgevallen overeenkomstig artikel 87, leden 2 en 3, van het EG-Verdrag
(48) |
Vervolgens moet worden nagegaan of één van de uitzonderingen op, c.q. vrijstellingen van het principiële verbod op steunverlening krachtens artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag van toepassing is. |
(49) |
In het licht van de beschikbare informatie kan geen beroep worden gedaan op artikel 87, lid 2, of artikel 87, lid 3, onder a), b) en d), van het EG-Verdrag, aangezien hier noch sprake is van
|
(50) |
Artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag vormt bijgevolg de enige eventueel relevante uitzonderingsbepaling. |
(51) |
Bij brief van 13 februari 2002 hebben de Duitse autoriteiten voorgesteld, de onderhavige maatregel te beoordelen op basis van punt 9 van de richtsnoeren. |
(52) |
Overeenkomstig punt 9 kunnen steunregelingen voor de stillegging van productiecapaciteit worden toegestaan mits deze sporen met eventuele andere communautaire maatregelen om de productiecapaciteit te verlagen en mits aan bepaalde voorwaarden wordt voldaan, namelijk:
|
(53) |
De steunmaatregel lijkt door de tot stand gebrachte concentratie van de landbouwproductie een positief effect te sorteren en tot een zekere stabilisering van de prijzen op de fustwijnmarkt te hebben gevoerd. De steunregeling was beperkt tot drie Landkreise en een gemeente in Rijnland-Palts. De richtlijn van de autoriteiten van de Landkreis Bernkastel-Wittlich voorzag in steun voor de verwerving van aandelen van een specifieke coöperatie, de coöperatie Moselland. De richtlijn van de autoriteiten van de Landkreis Cochem-Zell bevatte soortgelijke bepalingen, die er in de praktijk toe hebben geleid dat uitsluitend de aankoop van aandelen van de coöperatie Moselland werd gestimuleerd. De richtlijnen van de autoriteiten van de Landkreis Trier-Saarburg en van de gemeente Schweich waren niet specifiek gericht op één onderneming, maar op conform de Duitse marktordeningswetgeving erkende coöperaties en producentenorganisaties. Particuliere ondernemingen in de sector wijnproductie en wijnhandel die niet aan de bovengenoemde criteria voldeden, konden dus niet van de maatregel profiteren. De regeling gold voor een periode van ten hoogste vier jaar. |
(54) |
Overeenkomstig punt 9.6 van de richtsnoeren dienen steunregelingen voor de stillegging van capaciteit voor alle ondernemers in de betrokken sector toegankelijk te zijn. Zoals hierboven uiteengezet, is aan deze voorwaarde kennelijk niet voldaan. De Commissie heeft bovendien een bezwaarschrift van een marktdeelnemer ontvangen, die erop heeft gewezen dat de bevordering van bepaalde coöperaties in het kader van deze maatregel geenszins in het algemene belang van de wijnsector was, aangezien particuliere ondernemingen in de wijnproductie- of wijnhandelsector geen deel konden hebben aan de maatregel. |
(55) |
De Duitse autoriteiten hebben aangevoerd dat de onderhavige steunregeling een maatregel was ter stillegging van productiecapaciteit van wijnbouwondernemingen. Ter staving van dit standpunt verwijzen zij naar het feit dat de betrokken agrariërs zich ertoe verbonden al hun druiven resp. al hun most en wijn aan de producentenorganisatie te leveren en hun eigen wijnproductiecapaciteit daardoor voor langere tijd moesten stilleggen. |
(56) |
Overeenkomstig punt 9.2 van de richtsnoeren kan steun voor capaciteitsvermindering slechts worden aanvaard wanneer hij een onderdeel is van een programma ter herstructurering van de sector waarin duidelijke doelstellingen en een specifiek tijdschema zijn vastgelegd. De onderhavige maatregel is doorgevoerd zonder dat in een dergelijk herstructureringsprogramma is voorzien. |
(57) |
Overeenkomstig punt 9.4 van de richtsnoeren moet de begunstigde een toereikende tegenprestatie leveren, die er doorgaans in bestaat dat definitief en onherroepelijk wordt besloten de betrokken productiecapaciteit te slopen of onherroepelijk te sluiten. Van de begunstigde moet een rechtens bindende toezegging worden verkregen dat de sluiting definitief en onomkeerbaar is. De Duitse autoriteiten hebben aangegeven dat door de wijnbouwers geen juridisch verbindende toezeggingen inzake stillegging van hun eigen wijnproductiecapaciteit zijn gedaan. Wat de wijnproductie betreft, kwam de verplichte levering van alle druiven, most en wijn aan de producentenorganisatie neer op het uit bedrijf nemen van bedoelde capaciteit, maar alleen voor de duur van de periode van vijf jaar waarvoor die verplichting gold. De Commissie besluit derhalve dat aan deze voorwaarde niet is voldaan. |
(58) |
Deze voorwaarde is niet uitdrukkelijk in de steunrichtlijnen verankerd. |
(59) |
In punt 9.6 van de richtsnoeren is bepaald dat het steunbedrag strikt beperkt dient te zijn tot de vergoeding van het waardeverlies van de activa, vermeerderd met een stimuleringselement dat niet meer dan 20 % van de waarde van de activa mag bedragen. In punt 9.7 van de richtsnoeren is voorts bepaald dat ten minste de helft van de kosten van de steun door de betrokken sector zelf moet worden gedekt, hetzij door vrijwillige bijdragen, hetzij door verplichte heffingen. |
(60) |
De Duitse autoriteiten hebben geen exacte berekening van het waardeverlies (voorzover daarvan sprake is) van de betrokken activa van de wijnbouwbedrijven overgelegd. Daarom valt momenteel niet uit te sluiten dat er sprake is van overcompensatie van verliezen en dat het steunbedrag de drempel van 50 % van de feitelijke kosten overschrijdt. Bijgevolg is volgens de Commissie op dit punt niet aan de voorschriften voldaan. |
(61) |
De steunregeling doet geen afbreuk aan de doelstellingen van de gemeenschappelijke marktordening voor wijn. |
(62) |
Aangezien de aan wijnbouwers en wijnbouwbedrijven toegekende steun om bovenvermelde redenen onverenigbaar is met punt 9 van de richtsnoeren, gaat het hier om exploitatiesteun die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. |
(63) |
Andere argumenten ter rechtvaardiging van de steunmaatregel, op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag, zijn niet voorhanden. |
(64) |
De Commissie staat positief tegenover de totstandkoming, in de landbouwsector, van producentenorganisaties waarin landbouwers zich verenigen om het aanbod te concentreren en de productie aan te passen aan de eisen van de markt. Staatssteun kan worden verleend voor de oprichting van dergelijke organisaties (punt 10.5 van de richtsnoeren) of in het geval van een aanzienlijke uitbreiding van de activiteiten daarvan tot nieuwe producten of nieuwe sectoren (punt 10.6 van de richtsnoeren). In het onderhavige geval is aan geen van deze voorwaarden voldaan. |
(65) |
Overeenkomstig punt 10.8 van de richtsnoeren moet steun aan producentenorganisaties die niet rechtstreeks dient ter dekking van oprichtingskosten, zoals steun voor investeringen, beoordeeld worden volgens de regels die voor dergelijke steun gelden. Aangezien de onderhavige maatregel alleen een kapitaalsverhoging van de producentenorganisaties behelst, is hier geen sprake van een investering en is dit aspect bij de beoordeling niet aan de orde. |
(66) |
Om de hierboven uiteengezette redenen is de steun die aan de producentenorganisaties is verleend, niet verenigbaar met punt 10 van de richtsnoeren. Het gaat hier dus om exploitatiesteun die onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. |
(67) |
Andere argumenten ter rechtvaardiging van de steunmaatregel, op grond van artikel 87, lid 3, onder c), van het EG-Verdrag, zijn niet voorhanden. |
V.4. De minimis-steun aan producentenorganisaties en wijnbouwbedrijven
(68) |
In het licht van de ervaring van de Commissie kan worden gesteld dat steunmaatregelen waarmee geringe bedragen gemoeid zijn, gezien hun kenmerken onder zekere voorwaarden niet onder het bepaalde in artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag vallen. |
(69) |
Verordening (EG) nr. 1860/2004 bepaalt dat steun waarvan het bedrag over een periode van drie jaar niet méér bedraagt dan 3 000 euro per begunstigde, voorzover het totale bedrag van de aan alle bedrijven over een periode van drie jaar verleende steun onder ongeveer 0,3 % van de jaarlijkse landbouwproductie blijft, het handelsverkeer tussen de lidstaten niet ongunstig beïnvloedt, de mededinging niet vervalst of dreigt te vervalsen, en dus niet onder artikel 87, lid 1, van het Verdrag valt. |
(70) |
Krachtens artikel 5 van Verordening (EG) nr. 1860/2004 geldt dit ook voor steun die werd verleend vóór de inwerkingtreding van de verordening, mits aan de in de artikelen 1 en 3 gestelde voorwaarden wordt voldaan. |
(71) |
Artikel 1 beperkt het toepassingsgebied tot de landbouwsector. De onderhavige steunmaatregel betreft de wijnmarkt. Het gaat niet om een van de in artikel 1, onder a) tot en met c), genoemde uitzonderingen. |
(72) |
Bijgevolg gelden deze maatregelen tot een maximumbedrag van 3 000 euro niet als staatssteun, aangezien niet alle voorwaarden van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag zijn vervuld. Om dubbeltelling te vermijden dient deze grenswaarde alleen op wijnbouwbedrijfniveau te worden gehanteerd. |
(73) |
De Commissie stelt op grond van deze overwegingen vast dat de verlening van subsidies voor het verwerven van aandelen in producentenorganisaties tot een maximumbedrag van 3 000 euro niet als staatssteun moet worden aangemerkt, mits aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1860/2004 wordt voldaan. Elk aan een individuele wijnbouwer of individueel wijnbouwbedrijf toegekend steunbedrag dat deze drempelwaarde overschrijdt, wordt daarentegen in zijn totaliteit als staatssteun aangemerkt. |
VI. CONCLUSIES
(74) |
De Commissie besluit dat de uit hoofde van deze maatregel verleende subsidies en rentesubsidies moeten worden beschouwd als exploitatiesteun die door geen enkele uitzonderingsbepaling van het algemene verbod op staatssteun wordt gerechtvaardigd en derhalve onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt. De Commissie stelt eveneens vast dat Duitsland de betrokken maatregel onrechtmatig heeft genomen. |
(75) |
Wanneer wordt vastgesteld dat onrechtmatig verleende staatssteun onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt, is de normale consequentie daarvan dat de uitbetaalde bedragen worden teruggevorderd om de concurrentiesituatie die vóór het verlenen van de steun bestond, zo goed mogelijk te herstellen. |
(76) |
Deze beschikking betreft de kwestieuze steunregeling en moet onverwijld worden uitgevoerd, met inbegrip van de terugvordering van de steun overeenkomstig artikel 14 van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad van 22 maart 1999 tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag (10). |
(77) |
Om de directe en indirecte bevoordeling van wijnbouwers en wijnbouwbedrijven alsook van de producentenorganisaties teniet te doen en terzelfder tijd een dubbele aanrekening van de steun te vermijden, dient Duitsland de steun terug te vorderen van de ondernemingen waaraan de overheidsmiddelen zijn uitbetaald. De verplichting tot terugvordering van de aan de producentenorganisaties verleende steun laat evenwel de mogelijkheid onverlet dat een aan wijnbouwers en wijnbouwbedrijven toegekende steun ten belope van ten hoogste 3 000 euro niet als staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag wordt aangemerkt, voorzover aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1860/2004 wordt voldaan. Elk aan een individuele wijnbouwer of individueel wijnbouwbedrijf toegekend bedrag dat deze drempelwaarde overschrijdt, geldt in zijn totaliteit als staatssteun en dient te worden teruggevorderd van de producentenorganisatie waarvan de begunstigde aandelen heeft verworven. |
(78) |
Deze beschikking laat voor de betrokken producentenorganisaties de mogelijkheid onverlet, het overeenkomstige bedrag van de wijnbouwers en wijnbouwbedrijven terug te vorderen of gebruik te maken van andere rechtsmiddelen indien het nationale recht in de mogelijkheid daartoe voorziet. |
(79) |
Wat de rentesubsidies betreft, komt de terug te vorderen steun in het district Cochem-Zell overeen met de door de wijnbouwers en wijnbouwbedrijven ontvangen rentesubsidies. De verplichting om de steun van de wijnbouwers en wijnbouwbedrijven terug te vorderen, laat evenwel de mogelijkheid onverlet dat aan wijnbouwers en wijnbouwbedrijven toegekende steun ten belope van ten hoogste 3 000 euro niet als staatssteun in de zin van artikel 87, lid 1, van het EG-Verdrag wordt aangemerkt, voorzover aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1860/2004 wordt voldaan. Elk aan een individuele wijnbouwer of individueel wijnbouwbedrijf toegekend bedrag dat deze drempelwaarde overschrijdt, geldt in zijn totaliteit als staatssteun en dient integraal te worden teruggevorderd. |
(80) |
Deze beschikking laat voor de betrokken wijnbouwers en wijnbouwbedrijven de mogelijkheid onverlet, zich tegenover de producentenorganisaties van andere rechtsmiddelen te bedienen indien het nationale recht in de mogelijkheid daartoe voorziet, |
HEEFT DE VOLGENDE BESCHIKKING GEGEVEN:
Artikel 1
De regeling inzake de toekenning van staatssteun in de vorm van directe subsidies of rentesubsidies aan wijnbouwers en wijnbouwbedrijven met het oog op investering in aandelen van producentenorganisaties en in de vorm van directe subsidies ten gunste van de producentenorganisaties, die door de Bondsrepubliek Duitland onrechtmatig en in strijd met artikel 88, lid 3, van het EG-Verdrag is ingevoerd, is, onverminderd het bepaalde in artikel 2, onverenigbaar met de gemeenschappelijke markt.
Artikel 2
De in artikel 1 bedoelde, door de Bondsrepubliek Duitsland ten voordele van de begunstigden genomen maatregelen vormen geen staatssteun voorzover zij aan de voorwaarden van Verordening (EG) nr. 1860/2004 voldoen.
Artikel 3
(1) Binnen een termijn van 2 maanden vanaf de datum van deze beschikking stelt de Bondsrepubliek Duitsland alle bij de toepassing van deze staatssteunregeling betrokken wijnbouwbedrijven en producentenorganisaties in kennis van het besluit van de Commissie dat de in artikel 1 bedoelde staatssteunregeling onverenigbaar is met de gemeenschappelijke markt
(2) De Bondsrepubliek Duitsland treft alle nodige maatregelen om de in artikel 1 genoemde en onrechtmatig verleende steun terug te vorderen van de wijnbouwbedrijven of, naar gelang van het geval, van de producentenorganisaties, onverminderd artikel 2 of daaruit voortvloeiende aanspraken krachtens het nationaal recht. De Bondsrepubliek Duitsland stelt de Commissie binnen een termijn van twee maanden vanaf de datum van de kennisgeving van deze beschikking in kennis van de identiteit van de begunstigden, het hun individueel toegekende steunbedrag en de ter vaststelling van deze bedragen gebruikte methoden.
(3) De terugvordering vindt onverwijld plaats overeenkomstig de in het nationaal recht vastgestelde procedures die de onmiddellijke en doeltreffende uitvoering van deze beschikking mogelijk maken.
(4) Het terug te vorderen bedrag omvat rente over de hele betrokken periode, vanaf de datum waarop de steun voor de begunstigde beschikbaar werd tot de datum van daadwerkelijke terugbetaling.
(5) De rente wordt berekend overeenkomstig hoofdstuk V van Verordening (EG) nr. 794/2004 van de Commissie van 21 april 2004 tot uitvoering van Verordening (EG) nr. 659/1999 van de Raad tot vaststelling van nadere bepalingen voor de toepassing van artikel 93 van het EG-Verdrag.
Artikel 4
De Bondsrepubliek Duitsland stelt de Commissie binnen een termijn van twee maanden vanaf de kennisgeving van deze beschikking in kennis van de reeds getroffen respectievelijk geplande maatregelen ter uitvoering daarvan. Duitsland legt binnen dezelfde termijn alle documenten over die aantonen dat de terugvorderingsprocedure tegen de begunstigden van deze onrechtmatig verleende steun is ingeleid.
Artikel 5
Deze beschikking is gericht tot de Bondsrepubliek Duitsland.
Gedaan te Brussel, 07 juni 2006.
Voor de Commissie
Mariann FISCHER BOEL
Lid van de Commissie
(1) PB C 267 van 6.11.2003, blz. 2.
(2) Zie voetnoot 1.
(3) PB L 325 van 28.10.2004, blz. 4.
(4) PB L 179 van 14.7.1999, blz. 1. Verordening als gewijzigd.
(5) Overeenkomstig de jurisprudentie van het Europees Hof van Justitie moet de verbetering van de concurrentiepositie van een onderneming ten gevolge van overheidssteun in het algemeen worden aangemerkt als concurrentiedistorsie ten nadele van concurrerende bedrijven die een dergelijke steun moeten ontberen (Zaak C-730/79, Philip Morris, Jurispr. 1980, blz. 2671, punten 11 en 12).
(6) De omvang van de intracommunautaire wijnhandel met Duitsland was in 1999 als volgt: invoer 10 364 000 miljoen hectoliter, uitvoer 1 881 900 miljoen hectoliter. Voor Rijnland-Palts zijn geen afzonderlijke gegevens beschikbaar (Bron: Statistisches Bundesamt).
(7) PB C 232 van 12.8.2000, blz. 19.
(8) Zaak C-156/98, Duitsland/Commissie, Jurispr. 2000, I-6857, punt 26.
(9) Zaak T-93/02, Confédération nationale du Crédit Mutuel/Commissie, nog niet in de Jurisprudentie verschenen, punt 95.
(10) PB L 83 van 27.3.1999, blz. 1.