Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32004R0038

    Verordening (EG) nr. 38/2004 van de Commissie van 9 januari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 314/2002 houdende uitvoeringsbepalingen voor de quotaregeling in de sector suiker

    PB L 6 van 10.1.2004, p. 13–15 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

    Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL)

    Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 30/06/2006

    ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2004/38/oj

    32004R0038

    Verordening (EG) nr. 38/2004 van de Commissie van 9 januari 2004 tot wijziging van Verordening (EG) nr. 314/2002 houdende uitvoeringsbepalingen voor de quotaregeling in de sector suiker

    Publicatieblad Nr. L 006 van 10/01/2004 blz. 0013 - 0015


    Verordening (EG) nr. 38/2004 van de Commissie

    van 9 januari 2004

    tot wijziging van Verordening (EG) nr. 314/2002 houdende uitvoeringsbepalingen voor de quotaregeling in de sector suiker

    DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

    Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

    Gelet op Verordening (EG) nr. 1260/2001 van de Raad van 19 juni 2001 houdende een gemeenschappelijke ordening der markten in de sector suiker(1), en met name op artikel 13, lid 3, artikel 14, lid 4, artikel 15, lid 8, artikel 16, lid 5, artikel 18, lid 5, artikel 20, lid 2, en artikel 41, tweede alinea,

    Overwegende hetgeen volgt:

    (1) Zowel in de gist- als in de alcoholindustrie wordt gebruikgemaakt van producten en bijproducten van de suikerindustrie die weliswaar niet worden verwerkt in het eindproduct, maar die noodzakelijk zijn voor het gistingsproces waarmee het wordt vervaardigd.

    (2) Recente marktontwikkelingen, met name de groeiende behoefte van de alcoholindustrie aan melasse, hebben ertoe geleid dat voor de gistproductie minder melasse van suikerbieten van hoge kwaliteit beschikbaar is en dat deze sector in toenemende mate belang heeft bij het gebruik van suikerstroop. Door het gebruik van suikerstroop kan bovendien de milieuvervuiling die het gevolg is van het gebruik van melasse in deze sector, aanzienlijk worden verminderd.

    (3) Bij Verordening (EG) nr. 314/2002 van de Commissie(2), is bepaald dat de hoeveelheden invertsuiker of stroop die tot alcohol of rum zijn verwerkt, worden uitgesloten van de berekening van de productie van suiker voor de doeleinden van de artikelen 13 tot en met 18 van Verordening (EG) nr. 1260/2001.

    (4) Om voor de gistindustrie dezelfde voorwaarden te laten gelden als voor de alcoholindustrie, moet de hierboven genoemde bepaling ook worden toegepast voor de hoeveelheden stroop die worden verwerkt tot levende gist.

    (5) Om misbruik of oneigenlijk gebruik van de productiequotaregeling te voorkomen moet een controlesysteem worden opgezet voor ondernemingen waaraan productiequota voor suiker worden toegewezen enerzijds, en ondernemingen die suiker tot alcohol, rum of gist verwerken, anderzijds. Met name moet worden voorzien in de erkenning van verwerkende ondernemingen en in aangiften vóór levering door de ondernemingen waaraan quota zijn toegewezen, om ervoor te zorgen dat de bevoegde autoriteiten van de lidstaten de betrokken hoeveelheden kunnen controleren. Deze controles en erkenning moeten eveneens gelden voor de hoeveelheden als boterhambeleg te gebruiken stroop en "Rinse appelstroop" die, overeenkomstig artikel 1, lid 2, onder h), van Verordening (EG) nr. 314/2002 worden uitgesloten van de berekening van de productie van suiker voor de doeleinden van de artikelen 13 tot en met 18 van Verordening (EG) nr. 1260/2001. Om de bevoegde autoriteiten de tijd te geven om de beheers- en controlemaatregelen in te voeren, dienen de bedoelde bepalingen pas met ingang van 1 februari 2004 van toepassing te worden verklaard.

    (6) Om het gebruik van de hoeveelheden invertsuiker en stroop, alsmede de daarmee overeenkomende productie van alcohol, rum, gist, als boterhambeleg te gebruiken stroop en tot "Rinse appelstroop" te verwerken stroop te kunnen controleren, moet worden bepaald dat de lidstaten deze gegevens aan de Commissie meedelen.

    (7) In artikel 4 ter, lid 3, eerste alinea, van Verordening (EG) nr. 314/2002 moet onderscheid worden gemaakt tussen de hoeveelheden isoglucose die zijn uitgedrukt in droge stof, en de hoeveelheden inulinestroop die zijn uitgedrukt in wittesuikerequivalent.

    (8) In artikel 6, lid 5, onder c), van Verordening (EG) nr. 314/2002 inzake de uitvoerverbintenissen voor een verkoopseizoen in de zin van artikel 15, lid 1, onder d), van Verordening (EG) nr. 1260/2001 is de zinsnede "waarbij de betrokken hoeveelheden gelijkmatig over het hele verkoopseizoen worden verdeeld" overbodig. Voor de duidelijkheid moet deze bepaling worden geschrapt.

    (9) Derhalve moet Verordening (EG) nr. 314/2002 worden gewijzigd.

    (10) Het Comité van beheer voor suiker heeft geen advies uitgebracht binnen de door zijn voorzitter bepaalde termijn,

    HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

    Artikel 1

    Verordening (EG) nr. 314/2002 wordt als volgt gewijzigd:

    1. In artikel 1, lid 2 wordt het bepaalde onder f) vervangen door:

    "f) de hoeveelheid invertsuiker en stroop welke tot alcohol of rum werd verwerkt en de hoeveelheid stroop welke werd gebruikt voor de productie van levende gist;".

    2. Het volgende artikel 1 bis wordt ingevoegd:

    "Artikel 1 bis

    1. De in artikel 1, lid 2, onder f) en h), bedoelde hoeveelheden producten worden gebruikt door ondernemingen die door de bevoegde autoriteiten van de lidstaten zijn erkend.

    De bevoegde autoriteiten van de lidstaten verlenen erkenning aan ondernemingen die alcohol, rum, gist, als boterhambeleg te gebruiken stroop en 'Rinse appelstroop' produceren, mits deze ondernemingen een verzoek daartoe hebben ingediend en zich ertoe verbinden:

    a) een afzonderlijke dagelijkse voorraadboekhouding te voeren voor de hoeveelheden grondstoffen en verwerkte producten als bedoeld in artikel 1, lid 2, onder f) en h);

    b) op verzoek van de genoemde autoriteiten alle gegevens of bewijsstukken voor het beheer en de controle van de oorsprong en het gebruik van de onder a) bedoelde grondstoffen te verstrekken;

    c) de genoemde autoriteiten in staat te stellen de nodige administratieve en fysieke controles te verrichten.

    2. Voor de toepassing van artikel 1, lid 2, onder f) en h), doet de onderneming waaraan quota zijn toegewezen, voorafgaande aan de levering, aan de bevoegde autoriteiten van de betrokken lidstaat aangifte van de volgende gegevens:

    a) de aard en de hoeveelheid van de te leveren producten, uitgedrukt in nettogewicht en in wittesuikerequivalent;

    b) de referentiegegevens van de erkende verwerker en de plaats waar de geleverde producten worden verwerkt;

    c) het tijdschema voor de leveringen op de plaats van verwerking.

    3. De bevoegde autoriteiten van de lidstaten stellen zo nodig aanvullende criteria voor het verlenen van de in lid 1, tweede alinea, bedoelde erkenningen vast, alsmede voorschriften voor het indienen van de in lid 2 bedoelde aangiften, met name inzake de data van indiening van de aangiften en de geldigheidsduur ervan. Zij vergewissen zich door middel van administratieve en fysieke controles van de oorsprong en de verwerking van de betrokken hoeveelheden.

    Op basis van een risicoanalyse verrichten de bevoegde autoriteiten tijdens het verkoopseizoen fysieke en onaangekondigde controles ter plaatse.

    Bij de risicoanalyse worden onder meer de volgende elementen in aanmerking genomen:

    a) de bij de controles in voorgaande jaren gedane constateringen;

    b) de ontwikkeling in vergelijking met het voorgaande jaar;

    c) het rendement aan verwerkt product bij verwerking van de grondstoffen.

    Tenminste 10 % van de hoeveelheden invertsuiker en stroop wordt gecontroleerd. Indien onregelmatigheden of anomalieën worden geconstateerd, verhogen de lidstaten het percentage en de frequentie van de controles naar gelang van de ernst van de geconstateerde feiten.

    4. Aan het einde van elk verkoopseizoen bepalen de lidstaten voor elk bedrijf waaraan quota zijn toegewezen, en voor elk erkend bedrijf de betrokken hoeveelheden stroop en invertsuiker, alsmede de daarmee overeenkomende productie van alcohol, rum, gist, als boterhambeleg te gebruiken stroop en 'Rinse appelstroop'.

    5. Als niet aan de voorwaarden voor erkenning wordt voldaan, wordt de erkenning van de onderneming voor het lopende en het volgende verkoopseizoen ingetrokken. Nadat de periode van intrekking is afgelopen, moet het bedrijf een nieuwe erkenningsaanvraag indienen.

    6. De lidstaten delen de Commissie vóór 5 september van elk jaar de volgende gegevens voor het voorafgaande verkoopseizoen mee:

    a) de betrokken hoeveelheden, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, invertsuiker en stroop, alsmede de daarmee overeenkomende productie van:

    - alcohol, uitgedrukt in pure alcohol en uitgesplitst in alcoholbrandstof, rum en andere alcohol,

    - levende gist, uitgedrukt in geperste gist,

    - als boterhambeleg te gebruiken stroop en 'Rinse appelstroop';

    b) het resultaat van de op grond van lid 3 verrichte controles en de follow-up daarvan;

    c) de gevallen waarin op grond van lid 5 de erkenning is ingetrokken.".

    3. In artikel 4 ter, lid 3, eerste alinea, wordt de inleidende zin vervangen door:"Elke onderneming waaraan een quotum voor de productie van isoglucose of inulinestroop is toegewezen, deelt de bevoegde instantie van de lidstaat waar de productie plaatsvindt, vóór 1 augustus de hoeveelheden isoglucose, uitgedrukt in droge stof, respectievelijk de hoeveelheden inulinestroop, uitgedrukt in wittesuikerequivalent, mee die aan het einde van het voorgaande verkoopseizoen in haar bezit waren en in het vrije verkeer op het grondgebied van de Gemeenschap waren opgeslagen, uitgesplitst in:"

    4. In artikel 6, lid 5, eerste alinea, wordt het bepaalde onder c) vervangen door:

    "c) alle te verwachten uitvoer met uitvoerrestituties of -heffingen die daartoe in dat verkoopseizoen zijn vastgesteld, van suiker, isoglucose en inulinestroop in de vorm van verwerkte producten.".

    Artikel 2

    Deze verordening treedt in werking op de derde dag volgende op die van haar bekendmaking in het Publicatieblad van de Europese Unie.

    Artikel 1, punten 1 en 2, is van toepassing met ingang van 1 februari 2004.

    Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

    Gedaan te Brussel, 9 januari 2004.

    Voor de Commissie

    Franz Fischler

    Lid van de Commissie

    (1) PB L 178 van 30.6.2001, blz. 1. Verordening laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2196/2003 van de Commissie (PB L 328 van 17.12.2003, blz. 17.)

    (2) PB L 50 van 21.2.2002, blz. 40. Verordening gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 1140/2003 (PB L 160 van 28.6.2003, blz. 33.)

    Top