EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 52006IG1229(01)

Initiatief van de Republiek Oostenrijk met het oog op de aanneming van een Besluit van de Raad ter verbetering van de samenwerking in crisissituaties tussen de speciale interventie-eenheden van de lidstaten van de Europese Unie

PB C 321 van 29/12/2006, p. 45–46 (ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, NL, PL, PT, SK, SL, FI, SV)

29.12.2006   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 321/45


Initiatief van de Republiek Oostenrijk met het oog op de aanneming van een Besluit van de Raad ter verbetering van de samenwerking in crisissituaties tussen de speciale interventie-eenheden van de lidstaten van de Europese Unie

(2006/C 321/15)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag betreffende de Europese Unie, met name op artikel 30, artikel 32 en artikel 34, lid 2, onder c),

Gezien het initiatief van de Republiek Oostenrijk (1),

Gezien het advies van het Europees Parlement (2),

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Volgens artikel 29 van het Verdrag betreffende de Europese Unie is het doel van de Unie de burgers in een ruimte van vrijheid, veiligheid en rechtvaardigheid een hoog niveau van zekerheid te verschaffen door de ontwikkeling van een gezamenlijk optreden van de lidstaten op het gebied van politiële en justitiële samenwerking in strafzaken.

(2)

De staatshoofden en regeringsleiders van de EU hebben in hun op 25 maart 2004 afgelegde Verklaring inzake solidariteit tegenover terrorisme het vaste voornemen uitgesproken dat de lidstaten alle tot hun beschikking staande middelen zullen inzetten om, in geval van een terroristische aanval, op verzoek van de politieke autoriteiten van een lidstaat of een toetredend land bijstand te verlenen op het grondgebied van die lidstaat of dat land.

(3)

Na de aanslagen van 11 september 2001 hebben de speciale interventie-eenheden van alle wetshandhavingsinstanties van de lidstaten onder auspiciën van de Task Force Hoofden van Politie reeds een begin gemaakt met bepaalde vormen van samenwerking. In het kader van dit netwerk, „Atlas” genaamd, hebben sinds 2001 verschillende studiebijeenkomsten en gezamenlijke oefeningen plaatsgevonden, zijn studies uitgevoerd en is materiaal uitgewisseld.

(4)

Geen enkele lidstaat kan naar waarheid beweren dat hij over alle middelen en deskundigheid beschikt om het hoofd te bieden aan alle soorten grootschalige crisissituaties die een speciale interventie vergen. De mogelijkheid om een andere lidstaat om bijstand te verzoeken is dan ook van levensbelang.

(5)

Dit besluit strekt ertoe de algemene voorschriften, onder meer betreffende civielrechtelijke en strafrechtelijke aansprakelijkheid, vast te stellen die het wettelijk kader bieden voor gevallen waarin de betrokken lidstaten overeenkomen van deze mogelijkheid om bijstand te vragen en te verstrekken gebruik te maken. Met dit kader en de verklaring van de bevoegde instanties zullen de lidstaten in staat zijn snel te reageren en tijd te winnen in geval van crisissituaties,

BESLUIT:

Artikel 1

Onderwerp

In dit besluit worden de algemene voorschriften en voorwaarden vastgesteld voor bijstandverlening door en/of een optreden van de speciale interventie-eenheden van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat (hierna „verzoekende lidstaat” genoemd) wanneer deze eenheden hierom door laatstgenoemde lidstaat is verzocht, en zij op dit verzoek zijn ingegaan teneinde het hoofd te bieden aan een crisissituatie.

Artikel 2

Definities

In dit besluit wordt verstaan onder:

1)

„speciale interventie-eenheid”: een wetshandhavingsinstantie van een lidstaat die gespecialiseerd is in crisisbeheersing;

2)

„crisissituatie”: een door menselijk optreden veroorzaakte situatie in een lidstaat die voor personen of instellingen in die lidstaat een ernstige rechtstreekse fysieke of materiële bedreiging vormt, in het bijzonder gijzelingen, kapingen en soortgelijke incidenten.

Artikel 3

Bijstand aan een andere lidstaat

1.   Een lidstaat kan een speciale interventie-eenheid van een andere lidstaat verzoeken om bijstand voor het aanpakken van een crisissituatie. Een lidstaat kan een dergelijk verzoek aanvaarden of weigeren, dan wel andere dan de gevraagde bijstand voorstellen.

2.   Bijstand kan, onder voorbehoud van een akkoord tussen de betrokken lidstaten, bestaan in het verstrekken van uitrusting of deskundigheid aan de verzoekende lidstaat, of het uitvoeren van acties op het grondgebied van die lidstaat.

3.   In het geval van acties op het grondgebied van de verzoekende lidstaat:

a)

worden functionarissen van de bijstandverlenende speciale interventie-eenheid gemachtigd om op het grondgebied van de verzoekende lidstaat in een ondersteunende functie op te treden;

b)

treden deze functionarissen op onder verantwoordelijkheid en onder leiding van de verzoekende lidstaat, overeenkomstig het recht van de verzoekende lidstaat;

c)

treden deze functionarissen op binnen de grenzen van de bevoegdheden die hun krachtens hun eigen nationale wetgeving zijn toegekend.

Artikel 4

Algemene bepalingen inzake aansprakelijkheid

1.   Wanneer conform dit besluit functionarissen van een lidstaat op het grondgebied van een andere lidstaat optreden, berust de aansprakelijkheid voor schade die zij tijdens de operaties veroorzaken, bij laatstgenoemde lidstaat.

2.   In afwijking van lid 1, wanneer de schade voortvloeit uit acties die strijdig waren met de door de verzoekende lidstaten gegeven instructies of uit acties waarbij de grenzen van de aan de betrokken functionarissen krachtens hun nationale wetgeving toegekende bevoegdheden werden overschreden, zijn de volgende bepalingen van toepassing:

a)

de lidstaat op het grondgebied waarvan de in lid 1 bedoelde schade wordt veroorzaakt, neemt op zich deze schade te vergoeden op de wijze waarop hij daartoe gehouden zou zijn, indien de schade door zijn eigen functionarissen was toegebracht;

b)

de lidstaat wiens functionarissen op het grondgebied van een andere lidstaat enige schade ten aanzien van een persoon hebben veroorzaakt, betaalt deze laatste het volledige bedrag terug dat deze aan de slachtoffers of hun rechthebbenden heeft uitgekeerd;

c)

onder voorbehoud van de uitoefening van zijn rechten tegenover derden en met uitzondering van het bepaalde in punt b, ziet elke lidstaat, in het geval bedoeld in dit lid, ervan af het bedrag van de door hem geleden schade op een andere lidstaat te verhalen.

Artikel 5

Strafrechtelijke aansprakelijkheid

Tijdens een optreden als bedoeld in artikel 3 worden de functionarissen die op het grondgebied van een andere lidstaat een taak vervullen, met functionarissen van die lidstaat gelijkgesteld, voor wat betreft de strafbare feiten die tegen of door hen worden begaan.

Artikel 6

Bijeenkomsten en gezamenlijke opleidingen

De lidstaten zien erop toe dat hun bevoegde instanties zo nodig bijeenkomsten beleggen en gezamenlijke opleidingen en oefeningen organiseren teneinde ervaring en deskundigheid, alsook algemene, praktische en technische informatie uit te wisselen over bijstandverlening in crisissituaties.

Artikel 7

Kosten

Elke lidstaat draagt zijn eigen kosten, tenzij tussen de betrokken lidstaten anders wordt overeengekomen.

Artikel 8

Verhouding tot andere instrumenten

1.   Het staat de lidstaten vrij om op … (3) vigerende bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen te blijven toepassen, voor zover deze overeenkomsten of regelingen de mogelijkheid bieden de doelstellingen van dit besluit tussen de lidstaten te verruimen.

2.   Het staat de lidstaten vrij om na … (3) bilaterale of multilaterale overeenkomsten of regelingen te sluiten of in werking te doen treden, voor zover deze overeenkomsten of regelingen de mogelijkheid bieden de doelstellingen van dit besluit tussen lidstaten te verruimen.

3.   De in de leden 1 en 2 bedoelde overeenkomsten en regelingen laten in ieder geval de betrekkingen met de lidstaten die daarbij geen partij zijn, onverlet.

4.   De lidstaten stellen de Raad en de Commissie in kennis van de in de leden 1 en 2 bedoelde overeenkomsten en regelingen.

Artikel 9

Slotbepalingen

Iedere lidstaat deelt uiterlijk op … (3) in een bij het secretariaat-generaal van de Raad neergelegde verklaring mee welke instanties onder het begrip „speciale interventie-eenheid” vallen, en welke bevoegde autoriteiten verzoeken mogen formuleren en machtigingen tot bijstandverlening als bedoeld in artikel 3 mogen verstrekken. Een dergelijke verklaring kan te allen tijde worden gewijzigd.

Artikel 10

Inwerkingtreding

Dit besluit wordt van kracht op … (4).

Gedaan te Brussel, ...

Voor de Raad

De voorzitter

...


(1)  PB C ...

(2)  Advies van … (nog niet bekendgemaakt in het Publicatieblad).

(3)  ...

(4)  ...


Top