EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32013R1390

Verordening (EU) nr. 1390/2013 van de Raad van 16 december 2013 betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de thans geldende partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen

PB L 349 van 21/12/2013, p. 26–27 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/reg/2013/1390/oj

21.12.2013   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

L 349/26


VERORDENING (EU) Nr. 1390/2013 VAN DE RAAD

van 16 december 2013

betreffende de verdeling van de vangstmogelijkheden krachtens het tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de thans geldende partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gezien het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en met name artikel 43, lid 3,

Gezien het voorstel van de Europese Commissie,

Overwegende hetgeen volgt:

(1)

Op 5 oktober 2006 heeft de Raad goedkeuring verleend aan de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie der Comoren (de „partnerschapsovereenkomst”), middels het vaststellen van Verordening (EG) nr. 1563/2006 (1).

(2)

De Europese Unie heeft met de Unie der Comoren onderhandeld over een nieuw protocol waarbij aan de vaartuigen van de Europese Unie vangstmogelijkheden worden verleend in de wateren van de Comoren. Bij het afronden van de onderhandelingen is op 5 juli 2013 een nieuw protocol geparafeerd.

(3)

Op 16 december 2013 heeft de Raad Besluit 2013/786/EU (2) betreffende de ondertekening en de voorlopige toepassing van het nieuwe protocol vastgesteld.

(4)

Bepaald moet worden hoe de vangstmogelijkheden voor de periode van toepassing van het nieuwe protocol over de lidstaten moeten worden verdeeld.

(5)

Als blijkt dat de vangstmogelijkheden die krachtens het nieuwe protocol aan de Europese Unie zijn toegewezen, niet volledig worden benut, dient de Commissie de lidstaten daarvan overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1006/2008 (3) in kennis te stellen. Indien binnen een door de Raad te bepalen termijn niet wordt geantwoord, wordt dit beschouwd als een bevestiging dat de vaartuigen van de betrokken lidstaat hun vangstmogelijkheden in de gegeven periode niet volledig benutten. Deze termijn dient te worden vastgesteld.

(6)

Om de voortzetting van de visserijactiviteiten van EU-vaartuigen te verzekeren moet het nieuwe protocol voorlopig worden toegepast met ingang van 1 januari 2014, in afwachting van de voltooiing van de procedures voor de sluiting ervan. De onderhavige verordening dient derhalve van toepassing te zijn met ingang van de datum van voorlopige toepassing van het nieuwe protocol,

HEEFT DE VOLGENDE VERORDENING VASTGESTELD:

Artikel 1

1.   De vangstmogelijkheden die zijn vastgesteld krachtens het tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren overeengekomen protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen (het „protocol”), worden als volgt over de lidstaten verdeeld:

a)

42 vaartuigen voor de tonijnvisserij met de zegen:

Spanje: 21 vaartuigen

Frankrijk: 21 vaartuigen

b)

20 vaartuigen voor de visserij met de drijvende beug:

Spanje: 8 vaartuigen

Frankrijk: 9 vaartuigen

Portugal: 3 vaartuigen.

2.   Verordening (EG) nr. 1006/2008 is van toepassing onverminderd het protocol of de partnerschapsovereenkomst inzake visserij.

3.   De in artikel 10, lid 1, van Verordening (EG) nr. 1006/2008 bedoelde termijn waarbinnen de lidstaten moeten bevestigen dat zij de hen krachtens de partnerschapsovereenkomst inzake visserij toegewezen vangstmogelijkheden niet volledig benutten, bedraagt tien werkdagen vanaf de datum waarop de Commissie hen heeft gemeld dat hun vangstmogelijkheden niet volledig zijn benut.

Artikel 2

Deze verordening treedt in werking op de dag na die van de bekendmaking ervan in het Publicatieblad van de Europese Unie.

Zij is van toepassing met ingang van 1 januari 2014.

Deze verordening is verbindend in al haar onderdelen en is rechtstreeks toepasselijk in elke lidstaat.

Gedaan te Brussel, 16 december 2013.

Voor de Raad

De voorzitter

V. JUKNA


(1)  Verordening (EG) nr. 1563/2006 van de Raad van 5 oktober 2006 betreffende de sluiting van een Partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen de Europese Gemeenschap en de Unie van de Comoren (PB L 290 van 20.10.2006, blz. 6).

(2)  Besluit 2013/786/EU van de Raad van 16 december 2013 betreffende de ondertekening, namens de Europese Unie, en de voorlopige toepassing van het tussen de Europese Unie en de Unie der Comoren overeengekomen Protocol tot vaststelling van de vangstmogelijkheden en de financiële tegenprestatie waarin is voorzien bij de thans geldende partnerschapsovereenkomst inzake visserij tussen beide partijen (Zie bladzijde 4 van dit Publicatieblad).

(3)  Verordening (EG) nr. 1006/2008 van de Raad van 29 september 2008 betreffende machtigingen voor visserijactiviteiten van communautaire vissersvaartuigen buiten de communautaire wateren en de toegang van vaartuigen van derde landen tot de communautaire wateren, en houdende wijziging van Verordeningen (EEG) nr. 2847/93 en (EG) nr. 1627/94 en houdende intrekking van Verordening (EG) nr. 3317/94 (PB L 286 van 29.10.2008, blz. 33).


Top