Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 32001L0103

Richtlijn 2001/103/EG van de Commissie van 28 november 2001 houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen teneinde 2,4-dichloorfenoxyazijnzuur (2,4-D) op te nemen als werkzame stof (Voor de EER relevante tekst)

PB L 313 van 30.11.2001, p. 37–39 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT, FI, SV)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 13/06/2011

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/2001/103/oj

32001L0103

Richtlijn 2001/103/EG van de Commissie van 28 november 2001 houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen teneinde 2,4-dichloorfenoxyazijnzuur (2,4-D) op te nemen als werkzame stof (Voor de EER relevante tekst)

Publicatieblad Nr. L 313 van 30/11/2001 blz. 0037 - 0039


Richtlijn 2001/103/EG van de Commissie

van 28 november 2001

houdende wijziging van bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen teneinde 2,4-dichloorfenoxyazijnzuur (2,4-D) op te nemen als werkzame stof

(Voor de EER relevante tekst)

DE COMMISSIE VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap,

Gelet op Richtlijn 91/414/EEG van de Raad van 15 juli 1991 betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(1), laatstelijk gewijzigd bij Richtlijn 2001/99/EG van de Commissie(2), en met name op artikel 6, lid 1,

Overwegende hetgeen volgt:

(1) Verordening (EEG) nr. 3600/92 van de Commissie van 11 december 1992 houdende bepalingen voor de uitvoering van de eerste fase van het werkprogramma als bedoeld in artikel 8, lid 2, van Richtlijn 91/414/EEG van de Raad betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen(3), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2266/2000(4), voorziet in de vaststelling van een lijst van bepaalde werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen die moeten worden beoordeeld met het oog op de eventuele opneming ervan in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG. Die lijst is opgenomen in Verordening (EG) nr. 933/94 van de Commissie van 27 april 1994 houdende vaststelling van de werkzame stoffen van gewasbeschermingsmiddelen en aanwijzing van de als rapporteur optredende lidstaten voor de uitvoering van Verordening (EEG) nr. 3600/92(5), laatstelijk gewijzigd bij Verordening (EG) nr. 2230/95(6), en 2,4-dichloorfenoxyazijnzuur ("2,4-D") is in die lijst opgenomen.

(2) Voor 2,4-D zijn de uitwerking op de gezondheid van mens en dier en het milieueffect overeenkomstig het bepaalde in Verordening (EEG) nr. 3600/92 beoordeeld voor de door de aanvragers voorgestelde toepassingen. Krachtens Verordening (EG) nr. 933/94 is Griekenland aangewezen als de als rapporteur optredende lidstaat voor 2,4-D. Op 17 januari 1997 heeft de als rapporteur optredende lidstaat het desbetreffende beoordelingsverslag en de aanbevelingen bij de Commissie ingediend overeenkomstig artikel 7, lid 1, onder c), van Verordening (EEG) nr. 3600/92.

(3) Het beoordelingsverslag is door de lidstaten en de Commissie onderzocht in het kader van het Permanent Plantenziektekundig Comité. Dat onderzoek is op 2 oktober 2001 afgesloten met de goedkeuring van het evaluatieverslag van de Commissie voor 2,4-D.

(4) Het dossier en de resultaten van het onderzoek van 2,4-D zijn ook voorgelegd aan het Wetenschappelijk Comité voor planten. In zijn advies(7) van 21 mei 2001 had het comité opmerkingen bij de selectie van een geschikt proefdier voor de beoordeling van het risico voor de mens. Met die aanbeveling is bij het opstellen van deze richtlijn en van het betrokken evaluatieverslag rekening gehouden.

(5) Uit de verschillende analyses is gebleken dat mag worden verwacht dat gewasbeschermingsmiddelen die 2,4-D bevatten, in het algemeen zullen voldoen aan de in artikel 5, lid 1, onder a) en b), van Richtlijn 91/414/EEG gestelde eisen, inzonderheid voor de toepassingen waarvoor zij zijn onderzocht en die zijn opgenomen in het evaluatieverslag van de Commissie. De betrokken werkzame stof moet derhalve in bijlage I bij die richtlijn worden opgenomen om ervoor te zorgen dat gewasbeschermingsmiddelen die 2,4-D bevatten, in alle lidstaten kunnen worden toegelaten overeenkomstig het bepaalde in Richtlijn 91/414/EEG.

(6) Er moet voor worden gezorgd dat de termijn voor opneming van de werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG lang genoeg is om de lidstaten en de belanghebbende partijen in staat te stellen te voldoen aan de nieuwe eisen die uit de opneming zullen voortvloeien. Bovendien is in Richtlijn 91/414/EEG bepaald dat, na de opneming van een werkzame stof in bijlage I bij die richtlijn, de lidstaten binnen een voorgeschreven termijn de toelating van de gewasbeschermingsmiddelen die de werkzame stof bevatten, opnieuw moeten onderzoeken en verlenen, wijzigen of intrekken. Er dient dus een dergelijke termijn te worden vastgesteld. Voor de indiening en de beoordeling van het volledige dossier van elk gewasbeschermingsmiddel overeenkomstig de bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde uniforme beginselen moet een langere termijn worden vastgesteld. Voor gewasbeschermingsmiddelen die verscheidene werkzame stoffen bevatten, kan pas een volledige beoordeling op basis van de uniforme beginselen plaatsvinden als alle betrokken werkzame stoffen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG zijn opgenomen.

(7) Het evaluatieverslag is nodig voor de correcte tenuitvoerlegging door de lidstaten van verschillende punten van de in Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde uniforme beginselen. Het goedgekeurde evaluatieverslag, met uitzondering van de vertrouwelijke informatie, moet door de lidstaten ter beschikking worden gesteld of gehouden van alle belanghebbende partijen. Als het evaluatieverslag moet worden bijgewerkt om rekening te houden met technische en wetenschappelijke ontwikkelingen, moeten ook de voorwaarden voor de opneming van de betrokken werkzame stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG worden aangepast in overeenstemming met die richtlijn.

(8) De in deze richtlijn vervatte maatregelen zijn in overeenstemming met het advies van het Permanent Plantenziektekundig Comité,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD:

Artikel 1

Bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG wordt gewijzigd zoals aangegeven in de bijlage bij deze richtlijn.

Artikel 2

De lidstaten houden het evaluatieverslag voor 2,4-D, met uitzondering van de vertrouwelijke informatie als bedoeld in artikel 14 van Richtlijn 91/414/EEG, voor raadpleging ter beschikking van alle belanghebbende partijen of stellen het te hunner beschikking als zij daarom verzoeken.

Artikel 3

1. De lidstaten doen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen in werking treden om uiterlijk op 1 april 2003 aan deze richtlijn te voldoen. Zij stellen de Commissie hiervan onverwijld in kennis.

Zij moeten in het bijzonder, overeenkomstig Richtlijn 91/414/EEG, zo nodig bestaande toelatingen voor gewasbeschermingsmiddelen die 2,4-D als werkzame stof bevatten, tegen die datum wijzigen of intrekken.

Wanneer de lidstaten deze bepalingen aannemen, wordt in die bepalingen naar de onderhavige richtlijn verwezen of wordt hiernaar verwezen bij de officiële bekendmaking van die bepalingen. De regels voor deze verwijzing worden vastgesteld door de lidstaten.

2. Voor gewasbeschermingsmiddelen die 2,4-D bevatten als enige werkzame stof, is 1 oktober 2006 de uiterste termijn voor wijziging of intrekking van toelatingen op grond van de evaluatie en de besluitvorming overeenkomstig de in bijlage VI bij Richtlijn 91/414/EEG vastgestelde uniforme beginselen en op basis van een dossier dat beantwoordt aan de eisen van bijlage III bij die richtlijn.

3. Voor gewasbeschermingsmiddelen die, behalve 2,4-D, ook een andere werkzame stof bevatten die is opgenomen in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG, eindigt de termijn voor het wijzigen of intrekken van toelatingen vier jaar na de inwerkingtreding van de richtlijn waarbij die andere stof in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG is opgenomen.

Artikel 4

Deze richtlijn treedt in werking op 1 oktober 2002.

Artikel 5

Deze richtlijn is gericht tot de lidstaten.

Gedaan te Brussel, 28 november 2001.

Voor de Commissie

David Byrne

Lid van de Commissie

(1) PB L 230 van 19.8.1991, blz. 1.

(2) PB L 304 van 21.11.2001, blz. 14.

(3) PB L 366 van 15.12.1992, blz. 10.

(4) PB L 259 van 13.10.2000, blz. 27.

(5) PB L 107 van 28.4.1994, blz. 8.

(6) PB L 225 van 22.9.1995, blz. 1.

(7) Advies van het Wetenschappelijk Comité voor planten betreffende de evaluatie van 2,4-dichloorfenoxyazijnzuur (2,4-D) in het kader van Richtlijn 91/414/EEG betreffende het op de markt brengen van gewasbeschermingsmiddelen - SCP/2,4d/002-def.

BIJLAGE

Aan de tabel in bijlage I bij Richtlijn 91/414/EEG toe te voegen tekst: ""

(1) Het evaluatieverslag bevat nadere gegevens over de identiteit en de specificatie van de werkzame stof.

Top