EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31969L0335

Richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal

PB L 249 van 3.10.1969, p. 25–29 (DE, FR, IT, NL)
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Deel 1969(II) blz. 412 - 416

Andere speciale editie(s) (DA, EL, ES, PT, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO)

Legal status of the document No longer in force, Date of end of validity: 31/12/2008; opgeheven door 32008L0007

ELI: http://data.europa.eu/eli/dir/1969/335/oj

31969L0335

Richtlijn 69/335/EEG van de Raad van 17 juli 1969 betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal

Publicatieblad Nr. L 249 van 03/10/1969 blz. 0025 - 0029
Bijzondere uitgave in het Deens: Serie I Hoofdstuk 1969(II) blz. 0405
Bijzondere uitgave in het Engels: Serie I Hoofdstuk 1969(II) blz. 0412
Bijzondere uitgave in het Grieks: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0020
Bijzondere uitgave in het Spaans: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0022
Bijzondere uitgave in het Portugees: Hoofdstuk 09 Deel 1 blz. 0022


++++

( 1 ) PB nr . 119 van 3 . 7 . 1965 , blz . 2057/65 .

( 2 ) PB nr . 134 van 23 . 7 . 1965 , blz . 2227/65 .

RICHTLIJN VAN DE RAAD

van 17 juli 1969

betreffende de indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal

( 69/335/EEG )

DE RAAD VAN DE EUROPESE GEMEENSCHAPPEN ,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap , inzonderheid op de artikelen 99 en 100 ,

Gezien het voorstel van de Commissie ,

Gezien het advies van het Europese Parlement ( 1 ) ,

Gezien het advies van het Economisch en Sociaal Comité ( 2 ) ,

Overwegende dat het Verdrag de totstandkoming beoogt van een economische unie waarvan de kenmerken overeenkomen met die van een binnenlandse markt , en dat voor het bereiken daarvan de bevordering van het vrije kapitaalverkeer een van de essentiële voorwaarden is ;

Overwegende dat de thans in de Lid-Staten van kracht zijnde indirecte belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal , te weten het recht op de inbreng in vennootschappen en het zegelrecht op effecten , leiden tot discriminaties , dubbele belastingheffing en ongelijkheden , die het vrije kapitaalverkeer hinderen en derhalve door een harmonisatie dienen te worden weggenomen ;

Overwegende dat de harmonisatie van deze belastingen op het bijeenbrengen van kapitaal van een zodanige opzet dient te zijn dat de budgettaire gevolgen voor de Lid-Staten tot een minimum worden beperkt ;

Overwegende dat de heffing door een Lid-Staat van een zegelrecht op effecten uit de andere Lid-Staten , die op zijn grondgebied zijn ingevoerd of uitgegeven , indruist tegen de idee van een gemeenschappelijke markt die de kenmerken heeft van een binnenlandse markt ; dat daarenboven is gebleken dat de handhaving van het zegelrecht op de uitgifte van binnenlandse effecten die leenkapitaal vertegenwoordigen , alsmede op de invoering of de uitgifte op de markt van een Lid-Staat van buitenlandse effecten , uit economisch oogpunt niet wenselijk is en dat hiermee tevens wordt afgeweken van de richting waarin het fiscale recht van de Lid-Staten zich op dit gebied heeft ontwikkeld ;

Overwegende dat derhalve het zegelrecht op effecten dient te worden afgeschaft , zowel met betrekking tot effecten die eigen kapitaal van vennootschappen als die welke leenkapitaal vertegenwoordigen , en ongeacht hun herkomst ;

Overwegende dat de idee van een gemeenschappelijke markt met de kenmerken van een binnenlandse markt uitgaat van de veronderstelling dat op het in het kader van een vennootschap bijeengebrachte kapitaal , binnen de gemeenschappelijke markt slechts eenmaal het recht op het bijeenbrengen van kapitaal kan worden toegepast , en dat de hoogte van deze belasting , wil het kapitaalverkeer er niet door worden verstoord , in alle Lid-Staten gelijk dient te zijn ;

Overwegende derhalve dat dit recht dient te worden geharmoniseerd , zowel wat zijn structuur als wat zijn percentages betreft ;

Overwegende dat de handhaving van andere indirecte belastingen die dezelfde kenmerken vertonen als het kapitaalrecht of het zegelrecht op effecten , het doel dat met de in deze richtlijn bedoelde maatregelen wordt nagestreefd in gevaar zou kunnen brengen , en dat deze belastingen darhalve dienen te worden afgeschaft ,

HEEFT DE VOLGENDE RICHTLIJN VASTGESTELD :

Artikel 1

De Lid-Staten heffen een overeenkomstig het bepaalde in de artikelen 2 tot en met 9 geharmoniseerd recht op de inbreng in kapitaalvennootschappen , hierna kapitaalrecht genoemd .

Artikel 2

1 . De aan het kapitaal recht onderworpen verrichtingen zijn uitsluitend belastbaar in de Lid-Staat op welks grondgebied zich de zetel van de werkelijke leiding van de kapitaalvenootschap bevindt op het ogenblik waarop deze verrichtingen plaatsvinden .

2 . Wanneer de zetel van de werkelijke leiding van een kapitaalvennootschap zich bevindt in een derde land en de statutaire zetel in een Lid-Staat , dan worden de aan het kapitaalrecht onderworpen verrichtingen belast in de Lid-Staat waar zich de statutaire zetel bevindt .

3 . Wanneer de statutaire zetel en de zetel van de werkelijke leiding van een kapitaalvennootschap zich in een derde land bevinden , kan de terbeschikkingstelling van geinvesteerd kapitaal of van ondernemingskapitaal aan een filiaal dat gevestigd is in een Lid-Staat , belast worden in de Lid-Staat op welks grondgebied het filiaal is gevestigd .

Artikel 3

1 . Onder kapitaalvennootschappen in de zin van deze richtlijn worden verstaan :

a ) de vennootschappen naar Belgisch , Duits , Frans , Italiaans , Luxemburgs en Nederlands recht , respectievelijk genoemd :

_ société anonyme / naamloze vennootschap , Aktiengesellschaft , société anonyme , società per azioni , société anonyme , naamloze vennootschap ;

_ société en commandite par actions / commanditaire vennootschap op aandelen , Kommanditgesellschaft auf Aktien , société en commendite par actions , società in accomandita per azioni , société en commandite par actions , commanditaire vennootschap op aandelen ;

_ société de personnes à responsabilité limitée / personenvennootschap , met beperkte aansprakelijkheid , Gesellschaft mit beschraenkter Haftung , société à responsabilité limitée , società a responsabilità limitata , société à responsabilité limitée ;

b ) iedere vennootschap , vereniging of rechtspersoon waarvan de aandelen in het kapitaal of in het vermogen ter beurze kunnen worden verhandeld ;

c ) iedere op het maken van winst gerichte vennootschap , vereniging of rechtspersoon waarvan de leden het recht hebben hun aandelen zonder voorafgaande goedkeuring over te dragen aan derden en voor de schulden van de vennootschap , vereniging of rechtspersoon slechts aansprakelijk zijn tot het bedrag van hun deelneming .

2 . Voor de toepassing van deze richtlijn worden aan kapitaalvennootschappen gelijkgesteld : alle andere op het maken van winst gerichte vennootschappen , verenigingen of rechtspersonen . Het staat een Lid-Staat echter vrij deze voor de heffing van het kapitaalrecht niet als kapitaalvennootschap aan te merken .

Artikel 4

1 . Aan het kapitaalrecht zijn de volgende verrichtingen onderworpen :

a ) de oprichting van een kapitaalvennootschap ;

b ) de omzetting van een vennootschap , vereniging of rechtspersoon , niet zijnde een kapitaalvennootschap , in een kapitaalvennootschap ;

c ) de vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal van een kapitaalvennootschap door inbreng van zaken van welke aard ook ;

d ) de vermeerdering van het vennootschappelijk vermogen van een kapitaalvennootschap door inbreng van zaken van welke aard ook , waarvoor geen rechten worden toegekend die een aandeel in het vennootschappelijk kapitaal of in het vennootschappelijk vermogen vertegenwoordigen , doch rechten van dezelfde aard als die van vennoten , zoals stemrecht , recht op een aandeel in de winst of in het liquidatie-overschot ;

e ) de overbrenging , van een derde land naar een Lid-Staat , van de zetel van de werkelijke leiding van een vennootschap , vereniging of rechtspersoon waarvan de statutaire zetel zich in een derde land bevindt en die voor de heffing van het kapitaalrecht in deze Lid-Staat als kapitaalvennootschap geldt ;

f ) de overbrenging , van een derde land naar een Lid-Staat , van de statutaire zetel van een vennootschap , vereniging of rechtspersoon waarvan de zetel van de werkelijke leiding zich in een derde land bevindt en die voor de heffing van het kapitaalrecht in deze Lid-Staat als kapitaalvennootschap geldt ;

g ) de overbrenging , van een Lid-Staat naar een andere Lid-Staat , van de zetel van de werkelijke leiding van een vennootschap , vereniging of rechtspersoon die voor de heffing van het kapitaalrecht in de laatstbedoelde Lid-Staat wel , doch in de eerste Lid-Staat niet als kapitaalvennootschap geldt ;

h ) de overbrenging , van een Lid-Staat naar een andere Lid-Staat , van de statutaire zetel van een vennootschap , vereniging of rechtspersoon waarvan de zetel van de werkelijke leiding zich in een derde land bevindt en die voor de heffing van het kapitaalrecht in de laatsbedoelde Lid-Staat wel , doch in de eerste Lid-Staat niet als kapitaalvennootschap geldt .

2 . De volgende verrichtingen kunnen aan het kapitaalrecht worden onderworpen :

a ) de vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal van een kapitaalvennootschap door omzetting van winsten , reserves of voorzieningen ;

b ) de vermeerdering van het vennootschappelijk vermogen van een kapitaalvennootschap door prestaties van een vennoot , die geen vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal met zich brengen , maar beloond worden met een wijziging van de aandeelhoudersrechten of de waarde van de aandelen kunnen verhogen ;

c ) het afsluiten van een lening door een kapitaalvennootschap , indien de schuldeiser recht heeft op een aandeel in de winst van de vennootschap ;

d ) het afsluiten van een lening door een kapitaalvenootschap bij een vennoot , bij de echtgenoot of een kind van een vennoot , alsmede het afsluiten van een lening bij een derde wanneer zij wordt gegarandeerd door een vennoot , mits deze leningen dezelfde functie hebben als een vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal .

3 . Geen enkele wijziging in de akte van oprichting of de stauten van een kapitaalvennootschap kan worden aangemerkt als een oprichting in de zin van lid 1 , sub a ) , en met name niet :

a ) de omzetting van een kapitaalvennootschap in een kapitaalvennootschap van andere aard ;

b ) de overbrenging , van een Lid-Staat naar een andere Lid-Staat , van de zetel van de werkelijke leiding of van de statutaire zetel van een vennootschap , vereniging of rechtspersoon die voor de heffing van het kapitaalrecht in deze beide Lid-Staten als kapitaalvennootschap geldt ;

d ) de verlenging van de duur van een kapitaalvenschap ;

c ) de wijziging van het doel van een kapitaalvennootnootschap .

Artikel 5

1 . Het recht wordt geheven :

a ) in geval van oprichting van een kapitaalvennootschap , van vermeerdering van haar vennootschappelijk kapitaal of van vermeerdering van haar vennootschappelijk vermogen , als bedoeld in artikel 4 , lid 1 , sub a ) , c ) en d ) : over de werkelijke waarde van de zaken , van welke aard ook , die door de vennoten zijn ingebracht of tot inbreng waarvan zij gehouden zijn , na aftrek van de lasten en verbintenissen die in verband met elke inbreng voor rekening van de vennootschap komen ; het staat de Lid-Staten vrij het kapitaalrecht alleen te heffen naargelang de liberalisaties daadwerkelijk plaatsvinden .

b ) in geval van omzetting in een kapitaalvennootschap of van overbrenging van de zetel van de werkelijke leiding of van de statutaire zetel van een kapitaalvennootschap , als bedoeld in artikel 4 , lid 1 , sub b ) , e ) , f ) , g ) en h ) : over de werkelijke waarde van de op het tijdstip van de omzetting of overbrenging aan de vennootschap toebehorende zaken van welke aard ook , na aftrek van de op dat tijdstip op haar rustende lasten en verbintenissen ;

c ) in geval van vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal door omzetting van winsten , reserves of voorzieningen , als bedoeld in artikel 4 , lid 2 , sub a ) : over het nominale bedrag van deze vermeerdering ;

d ) in geval van vermeerdering van het vennootschappelijk vermogen , als bedoeld in artikel 4 , lid 2 , sub b ) : over de werkelijke waarde van de verrichte prestaties , na aftrek van de lasten en verbintenissen die in verband met deze prestaties voor rekening van de vennootschap komen ;

e ) in geval van leningen als bedoeld in artikel 4 , lid 2 , sub c ) en d ) : over het nominale bedrag van de afgesloten lening .

2 . In de gevallen bedoeld in lid 1 , sub a ) , b ) en c ) , wordt het recht evenwel geheven over ten minste de werkelijke waarde van de aan elke vennoot toegekende of toebehorende aandelen , dan wel over het nominale bedrag van deze aandelen , indien dit bedrag hoger is dan hun werkelijke waarde .

3 . In het bedrag waarvoor het recht bij verhoging van het vennootschappelijk kapitaal wordt geheven worden niet begrepen :

_ het bedrag van de aan de kapitaalvennootschap toebehorende vermogensbestanddelen die worden aangewend voor de vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal en reeds met het kapitaalrecht werden belast ;

_ het bedrag van de door de kapitaalvennootschap afgesloten leningen die in aandelen worden omgezet en reeds met het kapitaalrecht werden belast .

Artikel 6

1 . Elke Lid-Staat kan het bedrag van de inbreng van een voor de verbintenissen van een kapitaalvennootschap onbeperkt aansprakelijke vennoot , alsmede het bedrag van het aandeel van een zodanige vennoot in het vennootschappelijk vermogen , uitsluiten van de overeenkomstig artikel 5 bepaalde belastinggrondslag .

2 . Indien een Lid-Staat gebruik maakt van de in lid 1 bedoelde bevoegdheid worden met het kapitaalrecht belast :

_ de overbrenging van de zetel van de werkelijke leiding van de kapitaalvennootschap naar een andere Lid-Staat die geen gebruik maakt van deze bevoegdheid ;

_ de overbrenging van de statutaire zetel van de kapitaalvennootschap , waarvan de zetel van de werkelijke leiding zich in een derde land bevindt , naar een andere Lid-Staat die geen gebruik maakt van deze bevoegdheid ;

_ elke verrichting waardoor de aansprakelijkheid van een vennoot wordt beperkt tot zijn deelneming in het vennootschappelijk kapitaal , in het bijzonder wanneer de beperking van de aansprakelijkheid voortvloeit uit een omzetting van de kapitaalvennootschap in een kapitaalvennootschap van een andere soort .

Het kapitaalrecht wordt in al deze gevallen geheven over het bedrag van het aandeel van de voor de verbintenissen van de kapitaalvennootschap onbeperkt aansprakelijke vennoten in het vennootschappelijk vermogen .

Artikel 7

1 . Tot aan de inwerkingtreding van de overeenkomstig lid 2 door de Raad vast te stellen bepalingen :

a ) mag het tarief van het kapitaalrecht niet hoger zijn dan 2 % , en niet lager zijn dan 1 % ;

b ) wordt dit tarief met 50 % of meer verlaagd wanneer een of meer kapitaalvennootschappen hun gehele vermogen of een of meer takken van bedrijvigheid inbrengen in een of meer kapitaalvennootschappen die in oprichting zijn of reeds bestonden .

Deze verlaging is onderworpen aan de volgende voorwaarden :

_ de inbreng wordt uitsluitend vergoed door toekenning van aandelen , waarbij de Lid-Staten de bevoegdheid hebben de verlaging ook toe te kennen in die gevallen waarin de inbreng wordt vergoed door toekenning van aandelen , plus een storting in contanten van maximaal 10 % van hun nominale waarde ,

_ de vennootschappen die deelnemen aan de verrichting , hebben hun zetel van de werkelijke leiding of hun statutaire zetel op het grondgebeid van een Lid-Staat ;

c ) mag het tarief van het kapitaalrecht tot 1 januari 1973 worden verlaagd tot 0,50 % en met ingang van deze datum worden vastgesteld op 1 % , in geval van oprichting of vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal van holding - en beleggingsmaatschappijen die zich als enig doel stellen : deelneming in andere ondernemingen , alsook het beheer en het rendabel maken van deze deelneming , op voorwaarde dat deze vennootschappen generlei eigen industriële of commerciële activiteit uitoefenen en geen commerciële instelling exploiteren die opengesteld is voor het publiek .

2 . Ten einde de Raad in staat te stellen om de gemeenschappelijke tarieven voor het kapitaalrecht vast te stellen , doet de Commissie v}}r 1 januari 1971 aan de Raad een voorstel dienaangaande toekomen .

3 . In geval van een vermeerdering van het vennootschappelijk kapitaal overeenkomstig artikel 4 , lid 1 , sub c ) , die volgt op een vermindering van het vennootschappelijk kapitaal wegens geleden verliezen , kan het tarief worden verlaagd voor het gedeelte van de vermeerdering dat overeenkomt met de vermindering van het kapitaal , op voorwaarde dat deze vermeerdering plaatsvindt binnen vier jaar na de vermindering van het kapitaal .

4 . Wanneer een Lid-Staat gebruik maakt van de mogelijkheid , bedoeld in artikel 4 , lid 2 , kan het kapitaalrecht tegen een verlaagd tarief worden geheven .

Artikel 8

Een Lid-Staat kan de in artikel 4 , leden 1 en 2 , bedoelde verrichtingen geheel of gedeeltelijk van het kapitaalrecht vrijstellen indien het betreft :

_ kapitaalvennootschappen die diensten van openbaar nut verrichten , zoals ondernemingen voor openbaar vervoer , havenondernemingen , ondernemingen voor water - , gas - en elektriciteitsvoorziening , mits ten minste de helft van het vennootschappelijk kapitaal in het bezit is van de Staat of van andere territoriale publiekrechtelijke lichamen ;

_ kapitaalvennootschappen die volgens haar statuten en in feite uitsluitend en rechtstreeks doeleinden nastreven op het gebied van cultuur , weldadigheid , hulpverlening of volksontwikkeling .

Artikel 9

Ten aanzien van bepaalde groepen verrichtingen of kapitaalvennootschappen kunnen vrijstellingen , alsmede verlagingen of verhogingen van het tarief worden toegepast om redenen van fiscale billijkheid , uit sociale overwegingen of om een Lid-Staat in de gelegenheid te stellen aan bijzondere omstandigheden het hoofd te bieden . Een Lid-Staat die voornemens is een dergelijke maatregel te nemen , stelt de Commissie hiervan tijdig op de hoogte ter toepassing van artikel 102 van het Verdrag .

Artikel 10

Behoudens het kapitaalrecht heffen de Lid-Staten met betrekking tot de op het maken van winst gerichte vennootschappen , verenigingen of rechtspersonen geen enkele andere belasting , in welke vorm ook , ter zake van :

a ) de in artikel 4 bedoelde verrichtingen ;

b ) de inbreng , de leningen of de prestaties , verricht binnen het kader van de in artikel 4 bedoelde verrichtingen ;

c ) de inschrijving of elke andere formaliteit die een op het maken van winst gerichte vennootschap , vereniging of rechtspersoon vanwege haar rechtsvorm in acht moet nemen alvorens met haar werkzaamheden te kunnen beginnen .

Artikel 11

De Lid-Staten onderwerpen aan geen enkele belasting , in welke vorm ook :

a ) het opmaken , de uitgifte , de toelating ter beurze , het in omloop brengen of het verhandelen van aandelen , deelbewijzen of andere soortgelijke effecten , alsmede van certificaten van deze stukken , onverschilling door wie zij worden uitgegeven ;

b ) leningen , met inbegrip van renten , afgesloten tegen uitgifte van obligaties of andere verhandelbare effecten , onverschillig door wie deze worden uitgegeven , en alle daarmede verband houdende formaliteiten , alsmede het opmaken , de uitgifte , de toelating ter beurze , het in omloop brengen of het verhandelen van deze obligaties of andere verhandelbare effecten .

Artikel 12

1 . In afwijking van het in de artikelen 10 en 11 bepaalde kunnen door de Lid-Staten worden geheven :

a ) al dan niet forfaitaire rechten op de overdrachten van effecten ;

b ) overdrachtsrechten , daaronder begrepen kadastrale rechten , wegens inbreng van op haar grondgebied gelegen onroerende goederen of handelseigendommen in een op het maken van winst gerichte vennootschap , vereniging of rechtspersoon ;

c ) overdrachtsrechten wegens inbreng van zaken van welke aard ook in een op het maken van winst gerichte vennootschap , vereniging of rechtspersoon , voor zover de overdracht van deze zaken geschiedt tegen toekenning van andere waarden dan aandelen ;

d ) rechten op de vestiging , inschrijving of doorhaling van voorrechten en hypotheken ;

e ) rechten met het karakter van een vergoeding ;

f ) de belasting over de toegevoegde waarde .

2 . De in lid 1 , sub b ) , c ) , d ) en e ) , bedoelde rechten zijn dezelfde , onverschillig of de zetel van de werkelijke leiding dan wel de statutaire zetel van de op winst gerichte vennootschap , vereniging of rechtspersoon zich al dan niet op het grondgebied bevindt van de Lid-Staat die de heffing oplegt . Deze rechten mogen evenmin hoger zijn dan die welke wegens andere soortgelijke verrichtingen worden geheven in de Lid-Staat die de heffing oplegt .

Artikel 13

De Lid-Staten stellen de nodige wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen voor het volgen van deze richtlijn op 1 januari 1972 in werking ; zij stellen de Commissie onverwijld daarvan in kennis .

Artikel 14

De Lid-Staten dragen zorg voor kennisgeving aan de Commissie van de tekst van de nationale bepalingen van wezenlijk belang , welke zij later op het door deze richtlijn bestreken gebied zullen vaststellen .

Artikel 15

Deze richtlijn is gericht tot de Lid-Staten .

Gedaan te Brussel , 17 juli 1969 .

Voor de Raad

De Voorzitter

H . J . WITTEVEEN

Top