EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62009CA0058

Zaak C-58/09: Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 10 juni 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Leo-Libera GmbH/Finanzamt Buchholz in der Nordheide (Verzoek om prejudiciële beslissing — Belasting over toegevoegde waarde — Richtlijn 2006/112/EG — Artikel 135, lid 1, sub i — Vrijstelling voor weddenschappen, loterijen en andere kans- en geldspelen — Voorwaarden en beperkingen — Bevoegdheid van lidstaten tot vaststelling daarvan)

PB C 221 van 14.8.2010, p. 10–11 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

14.8.2010   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 221/10


Arrest van het Hof (Eerste kamer) van 10 juni 2010 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesfinanzhof — Duitsland) — Leo-Libera GmbH/Finanzamt Buchholz in der Nordheide

(Zaak C-58/09) (1)

(Verzoek om prejudiciële beslissing - Belasting over toegevoegde waarde - Richtlijn 2006/112/EG - Artikel 135, lid 1, sub i - Vrijstelling voor weddenschappen, loterijen en andere kans- en geldspelen - Voorwaarden en beperkingen - Bevoegdheid van lidstaten tot vaststelling daarvan)

2010/C 221/16

Procestaal: Duits

Verwijzende rechter

Bundesfinanzhof

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Leo-Libera GmbH

Verwerende partij: Finanzamt Buchholz in der Nordheide

Voorwerp

Verzoek om een prejudiciële beslissing — Bundesfinanzhof — Uitlegging van artikel 135, lid 1, sub i, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde (PB L 347, blz. 1) — Nationale regeling die enkele weddenschappen en loterijen vrijstelt van de btw, maar alle andere kans- en geldspelen niet

Dictum

Artikel 135, lid 1, sub i, van richtlijn 2006/112/EG van de Raad van 28 november 2006 betreffende het gemeenschappelijke stelsel van belasting over de toegevoegde waarde, moet aldus worden uitgelegd dat het de lidstaten op grond van hun bevoegdheid om voorwaarden en beperkingen te verbinden aan de daarin voorziene vrijstelling van de belasting over de toegevoegde waarde, is toegestaan om slechts bepaalde kans- en geldspelen van deze belasting vrij te stellen.


(1)  PB C 113 van 16.5.2009.


Top