EUR-Lex Access to European Union law

Back to EUR-Lex homepage

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 31994D0375

94/375/EG: Besluit van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds

PB L 173 van 7.7.1994, p. 12–13 (ES, DA, DE, EL, EN, FR, IT, NL, PT)

Dit document is verschenen in een speciale editie. (FI, SV, CS, ET, LV, LT, HU, MT, PL, SK, SL, BG, RO, HR)

Legal status of the document In force

ELI: http://data.europa.eu/eli/dec/1994/375/oj

31994D0375

94/375/EG: Besluit van de Raad van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds

Publicatieblad Nr. L 173 van 07/07/1994 blz. 0012 - 0013
Bijzondere uitgave in het Zweeds: Hoofdstuk 1 Deel 3 blz. 0146
Bijzondere uitgave in het Fins: Hoofdstuk 1 Deel 3 blz. 0146


BESLUIT VAN DE RAAD van 6 juni 1994 betreffende het lidmaatschap van de Gemeenschap van het Europees Investeringsfonds (94/375/EG)

DE RAAD VAN DE EUROPESE UNIE,

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Gemeenschap, inzonderheid op artikel 235,

Gezien het voorstel van de Commissie,

Gezien het advies van het Europees Parlement (1),

Akte genomen hebbend van de Statuten van het Europees Investeringsfonds (2),

Overwegende dat de Europese Raad in Edinburgh de Raad en de Europese Investeringsbank verzocht heeft met spoed en welwillendheid aandacht te schenken aan een zo snel mogelijke oprichting van een Europees Investeringsfonds, hierna "Fonds" te noemen;

Overwegende dat het Fonds een efficiënt en doelmatig middel moet vormen waarmee de Gemeenschap te zamen met de Europese Investeringsbank en andere financiële instellingen een belangrijke bijdrage kan leveren aan de ontwikkeling van transeuropese netwerken in de sectoren vervoersinfrastructuur, telecommunicatie en energie, alsmede aan de ontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf (MKB);

Overwegende dat investeringen in transeuropese netwerken van essentieel belang zijn voor de goede werking van de interne markt, en dat het - volgens de procedures van de statuten van het Fonds - bij een aantal van deze investeringen kan gaan om projecten die in aangrenzende landen zullen worden uitgevoerd, mits deze projecten een grensoverschrijdend karakter hebben;

Overwegende dat steun voor investeringen van het MKB een essentiële rol speelt bij het creëren van werkgelegenheid;

Overwegende dat het Fonds op beide actiegebieden investeringen zal bevorderen ten einde bij te dragen tot de communautaire doelstellingen;

Overwegende dat een spoedige verwezenlijking van het Fonds duurzame en evenwichtige groei in de Gemeenschap zal stimuleren;

Overwegende dat in artikel 30 van de Statuten van de Europese Investeringsbank de Raad van Gouverneurs de bevoegdheid wordt verleend tot oprichting van het Fonds; dat de Raad van Gouverneurs besloten heeft het Fonds op te richten en de Statuten ervan op te stellen;

Overwegende dat de Gemeenschap lid kan worden van het Fonds;

Overwegende dat gezorgd zal worden voor passende cooerdinatie van de werkzaamheden van het Fonds met andere financiële en begrotingsinstrumenten van de Gemeenschap;

Overwegende dat de Commissie het jaarverslag van het Fonds aan het Europees Parlement en de Raad zal toezenden te zamen met alle aanvullende informatie die voor de Gemeenschap van bijzonder belang is;

Overwegende dat het, ter verwezenlijking van de doelstellingen van het Fonds, dienstig is het Fonds te beschouwen als een multilaterale ontwikkelingsbank in de zin van Richtlijn 89/647/EEG van de Raad (3) en van Richtlijn 91/31/EEG van de Commissie (4);

Overwegende dat het Verdrag, afgezien van artikel 235, niet in de voor de aanneming van dit besluit vereiste bevoegdheden voorziet,

BESLUIT:

Artikel 1

De Gemeenschap is lid van het Europees Investeringsfonds. Zij wordt vertegenwoordigd door de Commissie.

Artikel 2

De Commissie houdt de Raad op de hoogte van de werkzaamheden van de organen van het Europees Investeringsfonds. Met name informeert de Commissie de Raad, zodra zij hiertoe in staat is, over de vraagstukken die door de Algemene Vergadering van het Fonds zullen worden behandeld.

Op verzoek van een Lid-Staat of van de Commissie kan de Raad deze vraagstukken behandelen.

Onverminderd artikel 3 houdt de Commissie, wanneer zij ten aanzien van deze vraagstukken in de Algemene Vergadering van het Fonds een standpunt inneemt, rekening met het resultaat van deze behandeling.

Artikel 3

Over het standpunt van de Gemeenschap ten aanzien van een eventuele verhoging van het kapitaal van het Fonds en over haar deelneming in deze verhoging van het kapitaal wordt door de Raad, op voorstel van de Commissie en na raadpleging van het Europees Parlement, met eenparigheid van stemmen een besluit genomen.

Gedaan te Luxemburg, 6 juni 1994.

Voor de Raad

De Voorzitter

Y. PAPANTONIOU

(1) PB nr. C 115 van 26. 4. 1993, blz. 238.

(2) Zie bladzijde 1 van dit Publikatieblad.

(3) Richtlijn 89/647/EEG van de Raad van 18 december 1989 betreffende een solvabiliteitsratio voor kredietinstellingen (PB nr. L 386 van 30. 12. 1989, blz. 14). Richtlijn gewijzigd bij Richtlijn 92/30/EEG van de Commissie (PB nr. L 110 van 28. 4. 1992, blz. 52).

(4) Richtlijn 91/31/EEG van de Commissie van 19 december 1990 tot aanpassing van de technische definitie van "multilaterale ontwikkelingsbanken" in Richtlijn 89/647/EEG van de Raad betreffende van solvabiliteitsratio voor kredietinstellingen (PB nr. L 17 van 23. 1. 1991, blz. 20).

Top