This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019TB0627
Case T-627/19 R: Order of the President of the General Court of 31 January 2020 — Shindler and Others v Commission (Interim measures — Area of freedom, security and justice — Withdrawal of the United Kingdom from the European Union — UK citizens residing in another EU Member State — Loss of EU citizenship — Action for failure to act — Inadmissibility of the application for interim measures)
Zaak T-627/19 R: Beschikking van de president van het Gerecht van 31 januari 2020 — Shindler e.a. / Commissie (“Kort geding – Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht – Terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie – Burgers van het Verenigd Koninkrijk die in een andere lidstaat van de Unie wonen – Verlies van het Unieburgerschap – Beroep wegens nalaten – Niet-ontvankelijkheid van het verzoek in kort geding”)
Zaak T-627/19 R: Beschikking van de president van het Gerecht van 31 januari 2020 — Shindler e.a. / Commissie (“Kort geding – Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht – Terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie – Burgers van het Verenigd Koninkrijk die in een andere lidstaat van de Unie wonen – Verlies van het Unieburgerschap – Beroep wegens nalaten – Niet-ontvankelijkheid van het verzoek in kort geding”)
PB C 95 van 23.3.2020, p. 33–33
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
23.3.2020 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 95/33 |
Beschikking van de president van het Gerecht van 31 januari 2020 — Shindler e.a. / Commissie
(Zaak T-627/19 R)
(“Kort geding - Ruimte van vrijheid, veiligheid en recht - Terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie - Burgers van het Verenigd Koninkrijk die in een andere lidstaat van de Unie wonen - Verlies van het Unieburgerschap - Beroep wegens nalaten - Niet-ontvankelijkheid van het verzoek in kort geding”)
(2020/C 95/42)
Procestaal: Frans
Partijen
Verzoekende partijen: Harry Shindler (Porto d’Ascoli, Italië) en 5 andere verzoekende partijen wier namen zijn opgenomen in de bijlage bij de beschikking (vertegenwoordiger: J. Fouchet, advocaat)
Verwerende partij: Europese Commissie (vertegenwoordigers: F. Erlbacher, C. Giolito en E. Montaguti, gemachtigden)
Voorwerp
Verzoek krachtens artikel 279 VWEU en artikel 156 van het Reglement voor de procesvoering van het Gerecht, dat ten eerste strekt tot opschorting van de expliciete weigering van de Commissie op 13 september 2019 om haar nalatigheid te erkennen, en dat ten tweede ertoe strekt om de Commissie te gelasten bepaalde tijdelijke maatregelen te nemen om het Unieburgerschap van de verzoekers te behouden na de datum van de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk van Groot-Brittannië en Noord-Ierland uit de Europese Unie, alsmede om een tijdelijk besluit vast te stellen inzake een status als alternatief voor dat burgerschap, welk besluit diverse maatregelen omvat betreffende binnenkomst, verblijf, sociale rechten en beroepsactiviteiten, die van toepassing zijn bij gebreke van een akkoord over de terugtrekking van het Verenigd Koninkrijk uit de Unie.
Dictum
1) |
Het verzoek in kort geding wordt afgewezen. |
2) |
De beslissing omtrent de kosten wordt aangehouden. |