Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62019CN0420

    Zaak C-420/19: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Riigikohus (Estland) op 29 mei 2019 — Maksu- ja Tolliamet/Heavyinstall OÜ

    PB C 263 van 5.8.2019, p. 32–33 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    5.8.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 263/32


    Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Riigikohus (Estland) op 29 mei 2019 — Maksu- ja Tolliamet/Heavyinstall OÜ

    (Zaak C-420/19)

    (2019/C 263/38)

    Procestaal: Ests

    Verwijzende rechter

    Riigikohus

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Maksu- ja Tolliamet

    Verwerende partij: Heavyinstall OÜ

    Prejudiciële vraag

    Dient artikel 16 van richtlijn 2010/24/EU van de Raad van 16 maart 2010 betreffende de wederzijdse bijstand inzake de invordering van schuldvorderingen die voortvloeien uit belastingen, rechten en andere maatregelen (1), aldus te worden uitgelegd dat de rechterlijke instantie van de lidstaat die het verzoek om conservatoire maatregelen heeft ontvangen, bij de beslissing over dit verzoek op grond van het nationale recht (hetgeen voor de aangezochte rechter op grond van artikel 16, [lid 1], mogelijk is) gebonden is aan de opvatting van de rechterlijke instantie van het land van vestiging van de verzoeker wat betreft de noodzaak en de mogelijkheid van de conservatoire maatregelen, ingeval aan de rechter een document is overgelegd waarin deze opvatting is neergelegd (artikel 16, [lid 1,] tweede alinea, laatste zin, op grond waarvan in de aangezochte lidstaat geen erkenning, aanvulling of vervanging van dit document wordt verlangd)?


    (1)  PB 2010, L 84, blz 1


    Top