This document is an excerpt from the EUR-Lex website
Document 62019CB0105
Case C-105/19: Order of the Court (Sixth Chamber) of 23 May 2019 (request for a preliminary ruling from the Monomeles Protodikeio Serron — Greece) — WP v Trapeza Peiraios AE (Reference for a preliminary ruling — Article 53(2) of the Rules of Procedure of the Court of Justice — Consumer protection — Unfair terms in consumer contracts — Directive 93/13/EEC — Powers and obligations of the national court — Order for payment procedure — Granting of the application to have that order set aside — Lack of sufficient information concerning the factual and regulatory context of the dispute in the main proceedings and the reasons justifying the need for a reply to the questions referred — Manifest inadmissibility)
Zaak C-105/19: Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 23 mei 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Monomeles Protodikeio Serron — Griekenland) — WP/Trapeza Peiraios AE (Prejudiciële verwijzing — Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Consumentenbescherming — Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten — Richtlijn 93/13/EEG — Bevoegdheden en verplichtingen van de nationale rechter — Betalingsbevelprocedure — Toewijzing van het verzet tegen dit bevel — Onvoldoende preciseringen betreffende de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding en betreffende de redenen die de noodzaak van een antwoord op de prejudiciële vraag rechtvaardigen — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
Zaak C-105/19: Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 23 mei 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Monomeles Protodikeio Serron — Griekenland) — WP/Trapeza Peiraios AE (Prejudiciële verwijzing — Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof — Consumentenbescherming — Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten — Richtlijn 93/13/EEG — Bevoegdheden en verplichtingen van de nationale rechter — Betalingsbevelprocedure — Toewijzing van het verzet tegen dit bevel — Onvoldoende preciseringen betreffende de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding en betreffende de redenen die de noodzaak van een antwoord op de prejudiciële vraag rechtvaardigen — Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
PB C 288 van 26.8.2019, p. 11–11
(BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)
26.8.2019 |
NL |
Publicatieblad van de Europese Unie |
C 288/11 |
Beschikking van het Hof (Zesde kamer) van 23 mei 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Monomeles Protodikeio Serron — Griekenland) — WP/Trapeza Peiraios AE
(Zaak C-105/19) (1)
(Prejudiciële verwijzing - Artikel 53, lid 2, van het Reglement voor de procesvoering van het Hof - Consumentenbescherming - Oneerlijke bedingen in consumentenovereenkomsten - Richtlijn 93/13/EEG - Bevoegdheden en verplichtingen van de nationale rechter - Betalingsbevelprocedure - Toewijzing van het verzet tegen dit bevel - Onvoldoende preciseringen betreffende de feitelijke en juridische context van het hoofdgeding en betreffende de redenen die de noodzaak van een antwoord op de prejudiciële vraag rechtvaardigen - Kennelijke niet-ontvankelijkheid)
(2019/C 288/13)
Procestaal: Grieks
Verwijzende rechter
Monomeles Protodikeio Serron
Partijen in het hoofdgeding
Verzoekende partij: WP
Verwerende partij: Trapeza Peiraios AE
Dictum
Het verzoek om een prejudiciële beslissing dat door de Monomeles Protodikeio Serron (alleensprekende rechter in eerste aanleg Serres, Griekenland) bij beslissing van 11 januari 2019 is ingediend, is kennelijk niet-ontvankelijk.