Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62018CA0378

    Zaak C-378/18: Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 3 oktober 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht - Duitsland) – Landwirtschaftskammer Niedersachsen/Reinhard Westphal (Prejudiciële verwijzing – Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 – Bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie – Artikel 3, lid 1 – Verjaringstermijn – Verordeningen (EEG) nr. 3887/92 en (EG) nr. 2419/2001 – Geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen – Terugvordering van het onverschuldigd betaalde – Toepassing van een minder strenge regeling inzake verjaring)

    PB C 413 van 9.12.2019, p. 17–18 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

    9.12.2019   

    NL

    Publicatieblad van de Europese Unie

    C 413/17


    Arrest van het Hof (Achtste kamer) van 3 oktober 2019 (verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door het Bundesverwaltungsgericht - Duitsland) – Landwirtschaftskammer Niedersachsen/Reinhard Westphal

    (Zaak C-378/18) (1)

    (Prejudiciële verwijzing - Verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 - Bescherming van de financiële belangen van de Europese Unie - Artikel 3, lid 1 - Verjaringstermijn - Verordeningen (EEG) nr. 3887/92 en (EG) nr. 2419/2001 - Geïntegreerd beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen - Terugvordering van het onverschuldigd betaalde - Toepassing van een minder strenge regeling inzake verjaring)

    (2019/C 413/19)

    Procestaal: Duits

    Verwijzende rechter

    Bundesverwaltungsgericht

    Partijen in het hoofdgeding

    Verzoekende partij: Landwirtschaftskammer Niedersachsen

    Verwerende partij: Reinhard Westphal

    Dictum

    Artikel 49, lid 6, van verordening (EG) nr. 2419/2001 van de Commissie van 11 december 2001 houdende uitvoeringsbepalingen inzake het bij verordening (EEG) nr. 3508/92 van de Raad ingestelde geïntegreerde beheers- en controlesysteem voor bepaalde communautaire steunregelingen, zoals gewijzigd bij verordening (EG) nr. 118/2004 van de Commissie van 23 januari 2004, moet aldus worden uitgelegd dat het daarin voorziene moment waarop de verjaringstermijn aanvangt, wordt vastgesteld overeenkomstig artikel 3, lid 1, van verordening (EG, Euratom) nr. 2988/95 van de Raad van 18 december 1995 betreffende de bescherming van de financiële belangen van de Europese Gemeenschappen, en voor voortdurende of voortgezette onregelmatigheden overeenkomt met de dag waarop de onregelmatigheid is geëindigd.


    (1)  PB C 301 van 27.8.2018.


    Top