Choose the experimental features you want to try

This document is an excerpt from the EUR-Lex website

Document 62017CN0109

Zaak C-109/17: Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de Primera Instancia de Cartagena (Spanje) op 3 maart 2017 — Bankia, S.A./Juan Carlos Marí Merino, Juan Pérez Gavilán en María Concepción Marí Merino

PB C 161 van 22.5.2017, p. 13–14 (BG, ES, CS, DA, DE, ET, EL, EN, FR, HR, IT, LV, LT, HU, MT, NL, PL, PT, RO, SK, SL, FI, SV)

22.5.2017   

NL

Publicatieblad van de Europese Unie

C 161/13


Verzoek om een prejudiciële beslissing ingediend door de Juzgado de Primera Instancia de Cartagena (Spanje) op 3 maart 2017 — Bankia, S.A./Juan Carlos Marí Merino, Juan Pérez Gavilán en María Concepción Marí Merino

(Zaak C-109/17)

(2017/C 161/16)

Procestaal: Spaans

Verwijzende rechter

Juzgado de Primera Instancia de Cartagena

Partijen in het hoofdgeding

Verzoekende partij: Bankia, S.A.

Verwerende partijen: Juan Carlos Marí Merino, Juan Pérez Gavilán en María Concepción Marí Merino

Prejudiciële vragen

1)

Moet artikel 11 van richtlijn 2005/29 (1) aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling zoals de vigerende Spaanse hypothecaire executieregeling (artikelen 695 en volgende juncto artikel 552, lid 1, van de wet op de burgerlijke rechtsvordering), waarin geen rechterlijke toetsing van oneerlijke handelspraktijken plaatsvindt, noch ambtshalve noch op verzoek van een partij, aangezien deze regeling de toetsing van overeenkomsten en akten waarbij mogelijkerwijs sprake is van oneerlijke handelspraktijken, bemoeilijkt of onmogelijk maakt?

2)

Moet artikel 11 van richtlijn 2005/29 aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen een nationale regeling zoals de Spaanse regeling waarbij niet is gewaarborgd dat de betreffende gedragscode daadwerkelijk wordt nageleefd indien de executerende partij besluit zich daar niet aan te houden (artikelen 5 en 6 juncto artikel 15 van koninklijk wetsbesluit 6/2012 van 9 maart 2012)?

3)

Moet artikel 11 van richtlijn 2005/29 aldus worden uitgelegd dat het zich verzet tegen de Spaanse regeling waarbij de consument bij een hypothecaire executie niet kan verzoeken om naleving van de betreffende gedragscode, met name wat „datio in solutum” en het tenietgaan van de vordering betreft (artikel 3 van de gedragscode die als bijlage is gehecht aan koninklijk wetsbesluit 6/2012 van 9 maart 2012)?


(1)  Richtlijn 2005/29/EG van het Europees Parlement en de Raad van 11 mei 2005 betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt en tot wijziging van richtlijn 84/450/EEG van de Raad, richtlijnen 97/7/EG, 98/27/EG en 2002/65/EG van het Europees Parlement en de Raad en van verordening (EG) nr. 2006/2004 van het Europees Parlement en de Raad (PB 2005, L 149, blz. 22).


Top